Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zoon van Ouwe Klare (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zoon van Ouwe Klare
Afbeelding van De zoon van Ouwe KlareToon afbeelding van titelpagina van De zoon van Ouwe Klare

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.14 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zoon van Ouwe Klare

(1969)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

De oude man die Aalbessenstraat 230 woont (3)

‘Onderlaatst stond ik in me café, voor een glaasje bier, want mijn motto is vaak: dit is de man, dit is z'n zesde bier, toen aan de bar een persoon zat met een baard. Nou heb ik niks tegen baarden, ik hou d'r niet van, ze geven een persoon meestal een zeer ongunstig voorkomen, en d'r zit meestal pindakaas van de vorige week in, maar ik heb er niks tegen. Wie ben ik dat ik me afkeurend zou uitlaten over zo'n luizig ding als een baard? Zo is dat toch? Je zal mij d'r niet over horen.

Nou die persoon dan, met die graszode om zijn lippen, die neemt het woord en die zegt: ‘Wie in een café een biertje bestelt is rechts, en wie een pilsje bestelt, die is links,’ Nou bestel ik me leven lang al een biertje, en ik pak dat altijd in me rechterhand, dus ik sla daar eerst geen acht op. Ik denk nog: een rechterhand die zoveel biertjes heeft getild mag van geluk spreken dat-ie geen rimmetiek heeft. Maar temet gaat iedereen daarover ouwehoeren en daar blijkt mij dat die baardaap bedoelt dat ik rechts in de maatschappij sta.

Godgloeiende!

Ik naar 'm toe. Ik zeg: ‘Zeg krentenbaard’ - niet omdat ik wat tegen baarden heb, natuurlijk, maar omdat hij zo'n stomme opmerking had gemaakt - nietwaar? ‘Zeg krentenbaard,’ zeg ik dus, ‘bedoel jij dat ik omdat ik een biertje bestel behoor tot de behoudende klasse?’ Tegelijk bal ik me vuist, maar toch zei die: ja! Ik zeg: ‘Jongen, ik begrijp dat jij je haar aan je kin hebt hangen, want op je hersens zal je niet veel plaats hebben. Als jij maar weet dat ik een arbeider ben en dat ik dus links ben.’ Ja, zo is dat toch? Waar gaan we anders héén? Als de arbeider niet meer links is dan ben je toch helemaal je houvast kwijt. Zo is dat toch.

[pagina 23]
[p. 23]

Nou, toen kwam eerst Dries de kastelein er effe doorheen. Die zegt: ‘Da's een goeie. Jij een arbeider! Man, jij heb je hele leven nog nooit gewerkt.’ Ik zeg: ‘Jazeker, maar daarom ben ik nog wel links. Bij al die rechtse rijke stinkerds zijn er ook zat die nooit werken.’ Ja, die dacht mij te kunnen vangen op kennis van de maatschappij. Dan moeten ze vroeger uit d'r nest. Zo is dat toch. Ze hebben mij toch nog nooit gevangen. He?

Toen kwam die baard weer. Hij zegt: ‘D'r is nog een eenvoudige manier om d'r achter te komen. Zeg jij ertensoep, of zeg jij snert?’ Nou, dat was natuurlijk linke soep. Want in 't Volkseethuis bij voorbeeld heet 't ertensoep. En 't zou al zeer raar moeten lopen als 't Volkseethuis niet links was. Ja, zo is dat toch. Maar snert is natuurlijk een beetje een vies woord. Maar goed, ik gok, dus ik zeg ertensoep. ‘Juist,’ zegt die behaarde aap, ‘dan ben je rechts’.

Nou, ik had die goser toch een opdonder willen geven, maar ja, hij was zoveel jonger dan ik, dus ik liet dat lopen. Ik zeg: ‘Kom nou, luizenbos, wie maakt dat eigenlijk uit?’ Toen zegt-ie: ‘Ik! Jij bent rechts omdat je biertje zegt en omdat je ertensoep zegt en omdat je discrimineert op baarden, en bovendien omdat je d'r direct op wil rammen als je 't ergens niet mee eens ben.’

Ik zeg, man, toe, ga weg met je gezeik. Wat is dat nou? Omdat ik een paar grapjes maak over dat struikgewas aan je kin heet dat ineens discriminatie. Hoe kan dat nou? Je bent toch geen neger? Ik zeg toch helemaal niet dat je een rottige vieze plok haar aan je kin heb hangen? Ik zeg toch niet dat je daar een bos stro heb omdat je geen kin heb omdat je eten zonder meer naar binnenvalt? Dat hoor je mij toch niet zeggen? Niet? Als ik zou zeggen dat de luizen in je baard allang dood zijn door 't snot van de hele winter, dan had je gelijk, dan zou ik me discriminerend opstellen. Zo is dat.

En als ik je nog één keer hoor zeggen dat ik rechts ben

[pagina 24]
[p. 24]

dan krijg je een rechtse dwars op dat spinneweb onder je bek.'

Nou en toen hield-ie verder zijn mond en toen ging die ook weg. Ja, die ouwe die Aalbessenstraat 230 woont laat z'n eigen niet verneuken met praatjes over biertjes en ertensoep. Nee, zeker niet. Ik laat me niet opstoken. Welnee. Ik ben weer rustig gaan zitten. En ik heb nog een pilsje besteld.'


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken