Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zoon van Ouwe Klare (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zoon van Ouwe Klare
Afbeelding van De zoon van Ouwe KlareToon afbeelding van titelpagina van De zoon van Ouwe Klare

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.14 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zoon van Ouwe Klare

(1969)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]

Charly Adam

Het was warm en wij liepen over een smal paadje door het bos. Ik liep voorop en rookte een zwaar smokende pijp, want anders voerden stekelige insekten met flitsend snelle vleugeltjes constant aanvallen op onze gezichten uit. Nu ook nog wel, maar minder. Het was stil en rustig, op langsscheurende paardevliegen na. We liepen door hoog, geel gras tot de bomen ophielden en we een heuveltje op moesten. Op zijn top droeg het heuveltje geel zand en we gingen even zitten. Even verderop was een klinkerwegje waar plotseling met veel geraas drie voertuigjes op rupsbanden verschenen. Er staken soldaten bovenuit, met helmen op en zwartgemaakte gezichten. Enkelen hadden takken rond het hoofd gebonden om voor struik te kunnen doorgaan.

Het was te warm om in de zon te zitten en we stapten verder. Een kilometer verder kwamen we een peloton soldaten tegen. Ze liepen alsof het een oefening was voor ordeloze terugtocht. Ze keken ook verslagen en er waren er heel wat bij die de pest in hadden. Er was zelfs een veel te dikke jongen bij, het leek of het zweet bij stromen uit zijn helm kwam gutsen.

In de verte zagen we een kerktoren en we besloten daar te pleisteren, wat dat dan ook precies mag wezen. Het dorp was uitgestorven, in een paar tuinen onder parasollen zaten bejaarden en dronken thee of haakten een werkje. Een man in een geklede jas fietste, langzaam en rechtop, door de verlaten dorpsstraat. Hij stak steeds keurig zijn hand uit, toen hij het dorpsplein rondde. Even terzijde van het dorpsplein, aan het begin van een smalle asfaltweg lag een café, met een terras. Drie vlaggetjes, waarvan twee Belgische, hingen doodstil aan kleine stokjes. Wij gingen zitten, in de schaduw die het huis op het terras begon te werpen. Na

[pagina 55]
[p. 55]

lang wachten klopte ik op het raam en een schraal meisje, met een schort en slordig zwart haar, kwam naar buiten. Ze had met een soort houtskoolstift dikke zwarte lijnen op al haar oogleden aangebracht, zodat het leek alsof ze bijna geen ogen had. Wij bestelden grote pilsen.

Even later werd de stilte verscheurd door een jeep die met gierende banden door het dorp naderde, piepend remde en daarna parkeerde naast het terras. Achter uit de jeep staken twee zwiepende antennes omhoog, elk van zeker twee meter. Achterin stonden grote apparaten De soldaat stapte uit, zette zijn helm af, waaraan twee koptelefoonachtige dingen hingen en legde deze op de plaats waar hij gezeten had. Er hing een microfoontje aan zijn kin, dat hij ook afschroefde en achteloos in de jeep wierp. Hij deed zijn koppelriem af en liep, terwijl hij zijn broek optrok het café binnen. We hoorden hem praten met het meisje. Het meisje kwam even in de deuropening en keek rond. Ze zag dat wij nog maar net aan de pils begonnen waren.

Het kraakte in de jeep. Een stem zei: ‘Hier Charly

illustratie

[pagina 56]
[p. 56]

Adam, hier Charly Adam. Vijf vijandelijke tanks op coördinaat 525, herhaal 525. Over.’ Het gekraak kwam weer terug, en een andere stem, hoger en scheller riep: ‘Hallo Charly Adam, hier Charly Adam Vier. Kan ik oprukken? Over.’ ‘Hallo Charly Adam Vier, hier Charly Adam. Vijf minuten voorbereidend vuur. Hoe kan je dat nou vergeten? Roger en uit.’

Het was nog niet stil geworden of een stem met een sterk Indisch accent sneed door de lucht. ‘Verdomme, mannen. Fanatiek! Fanatiek! Het gaat om de heuvelrug.’ Er begonnen nu op de apparaten in de jeep lampjes te flikkeren, en het gekraak nam toe. Een oude boer die langzaam voorbij - fietste, een hooivork langs de stang gebonden, keek verstoord op alsof wij iets onbehoorlijks deden.

Nu begon ook de helm te praten. ‘Victor 2. Binnenkomen. Victor 2. Binnenkomen.’ ‘Hallo Charly Adam Drie, hier Charly Adam,’ kwam de jeep er doorheen. ‘Vijandelijke infanterie op 5-40, langzaam aanvallen op linkerflank. Je krijgt dekkingsvuur. Over.’ Maar het antwoord van Charly Adam Drie verdronk in gekraak. Wel was de Indische stem er weer: ‘Fanatiek! Doorgaan! Het is jij of hij.’

De helm riep klaaglijk: ‘Victor 2, met een grote boog langs 28 binnenkomen. De witte flank zakt terug. Hallo Victor 2.’

Ik klopte op het raam voor nog wat bier, maar er kwam geen reactie. Een snelle stem in de jeep riep: ‘Charly Adam Drie, lul, lul, wat heb ik nou gezegd? Niet in de bosrand rijden. Wat is dat voor een kloterig gedoe?’ De helm riep er dringend doorheen: ‘Alle verbindingseenheden attentie. De lijn 457 en 458 is opgegeven,’ althans iets in die richting. Ik stond op en liep het café binnen. Er was niemand. ‘Volk,’ riep ik krachtig, maar er gebeurde niets.

Op het terras spraken de stemmen verder, met soms een onheilspellende stilte tussen de berichten. Tijdens een van die stiltes hoorden we boven ons een gordijn openschuiven.

[pagina 57]
[p. 57]

Even later stapte de soldaat het terras op. Hij voelde of de knopen van zijn broek dicht waren, trok zijn jek recht en deed de koppelriem weer om.

Het meisje kwam in de deuropening. Ze glimlachte en keek naar de soldaat die alles weer omhing en opzette. We hoorden Charly Adam door het motorgeronk heenroepen. We vroegen ongevoelig om snel nog twee pils.

Toen ze die bracht zei ze: ‘Ik hoop dat u niet te lang heeft moeten wachten, ikke...’ Wij zeiden dat wij niet lang hadden moeten wachten. In oorlogstijd hebben onze jongens hun rechten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken