Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zoon van Ouwe Klare (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zoon van Ouwe Klare
Afbeelding van De zoon van Ouwe KlareToon afbeelding van titelpagina van De zoon van Ouwe Klare

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.14 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zoon van Ouwe Klare

(1969)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Gert en Hermien

Ik moet u eerlijk bekennen dat ik nooit goed toegekeken had terwijl Gert Timmermans zong. Maar maandag toen ik even de kamer inliep zat mijn vrouw voor het toestel. Ze wees alleen maar. Tegen een achtergrond van kartonnen vissershuisjes en hangende netten zagen we Gert. In een trui. ‘De laatste brief die je me schreef gaf mij het antwoord, de laatste brief waarin je schreef ik blijf je trouw, al is die tijd reeds lang voorbij, toen je me schreef je hoort bij mij, toch blijf ik steeds wachten op jouw.’

Het was een heel belangrijk couplet, hij zong het vier keer en droeg het één keer voor. Zijn stem leek voor mij donker en gevoelvol, maar volgens mijn vrouw was het net of je lekkere ontbijtkoek moest doorslikken.

Na een intermezzo staan ze ineens op een steiger. Gert naast Hermien. ‘Ze worden allebei dikker in het gezicht,’ zei mijn vrouw. Op de steiger liggen onbeheerde klossen touw. Hermien draagt een merkwaardige witte bef onder de gouden keel. Voor op de steiger zit een oude man met wit haar. Hij kijkt niet naar Gert of Hermien, maar zit een net te maken dat op zijn knieën ligt. ‘Misschien is het wel een echter boeter, die ze gehuurd hebben om het echter te laten lijken,’ zegt mijn vrouw, die verstand van dit soort programma's heeft. Het is niet best op de steiger, trouwens: ‘morgen zal de zon weer schijnen, dan is alles weer voorbij, het geluk komt voor ons beiden, het geluk voor jou en mij.’

Toen Gert weer in beeld kwam zat hij binnen achter de piano. Over zijn schouder zie je een gitarist in het café zitten, alleen aan een tafeltje, en achter hém een bassist, ook aan een tafeltje. Hermien staat naast Gert, want zij wijkt slechts zelden van zijn zijde. Hoor hun getuigenis: ‘Je glimlach doet mijn zorgen verdwij-ijnen, je liefde is mijn groot-

[pagina 94]
[p. 94]

ste fortuin’ (als ik dat goed verstaan heb) ‘ik voel me zo sterk aan je zij-ijde, hand in hand, jij en ik, met zijn twee, jij-jij-jij.’ ‘Die jongen speelt een aardig deuntje,’ zei ik. ‘Zo leerde ik ook tweede stem zingen op de lagere school,’ zei mijn vrouw.

We zijn weer buiten. Op de steiger tussen de netten zingt nu de jonge artieste Rennie van der Burght. Een vrolijk melodietje: ‘hée, hée, superboy, maak mijn leven toch mooi.’ Rechts op de voorgrond zit weer de oude man, rechtop. Hij heeft wit haar en een net op zijn knieën, ‘'t Is geen echte,’ zegt mijn vrouw, ‘hij doet maar alsof.’ Rennie zingt verder: ‘Je weet dat ik niet eten kan, en jij bent daar de oorzaak van.’ ‘'t Is haar tandarts,’ probeer ik, maar niemand vindt 't leuk. Het wordt donker buiten. Gert zit binnen, wolken glijden langs voor het raam. Met een heel koor zingt hij: ‘Hoor je niet zachtjes iemand praten, 't is de stem van mijn hart.’

Maar door het koor horen we niets. In de zwarte achtergrond glijdt het gezicht van Hermien voorbij, een sterke technische truc. ‘Misschien heeft hij nu haar hart,’ opper ik, want in de hoogtij van transplantaties weet je niet meer waar die stemmen vandaan komen.

De volgende onderbreking is een optreden van de Globetrotters, die buitenlandse wijsjes zingen. Ze zijn wel goed, want ze hebben de witte man naar binnen gekregen. Hij kijkt strak voor zich op tafel, maar we kunnen niet zien of hij zijn net bij zich heeft of niet. ‘Als Gert straks komt gaat hij wel weer naar buiten,’ zegt mijn vrouw. En ja hoor, daar zit hij weer op de steiger. We zien van binnenuit Gert en Hermien aan de reling. ‘Er zijn altijd bloemen die bloeien, en er zal altijd gras blijven groeien, wind en zee nemen golven steeds mee, maar voor mij is er één dat ben jij.’ Hermien draagt weer de witte bef. Gert is nog steeds iets korter en zingt iets harder. De man met het witte haar zit op de steiger en staart in zijn schoot waar zijn net ligt. Even later

[pagina 95]
[p. 95]


illustratie

glijden de titels over hem heen en laat hij het net zien, alle mazen zijn even wijd.

‘Wat een gruwelijk programma,’ zegt mijn vrouw. ‘Ach, 't moet er toch ook wezen,’ zeg ik. En net als de toon waarop we die dingen tegen elkaar zeggen heftiger wordt, gaat de deur open en een lange man met wit haar komt binnen. Hij sleept een net achter zich en gaat zonder op te zien aan tafel zitten boeten. Het is in het lamplicht een vredig tafereel, we worden er stil van. ‘Morgen zal de zon weer schijnen,’ zeg ik zachtjes. Mijn vrouw knikt dankbaar en fluistert: ‘Dan is alles weer voorbij...’

Als ik de volgende avond thuis kom hoor ik mijn vrouw zingen in de keuken: ‘Ik droom elke avond van jou. Omdat ik zoveel van je hou.’ Ze valt me om de hals en trekt me naar de kamer. ‘Kijk,’ zegt ze, ‘hij zit er nog.’ In de hoek, op de poef zit de man met het witte haar en hij boet vreedzaam aan een net. ‘Hij heeft ook de plantjes water gegeven,’ zegt mijn vrouw.

[pagina 96]
[p. 96]

Bij het afwassen zingen we voor het eerst samen: ‘Wij zijn gelukkig samen, zij aan zij, de zon zal altijd stralen, voor ons allebei.’ Ik heb nog nooit van het liedje gehoord maar het komt er spontaan uit. In de loop van de avond bekruipt me een soort wroeging en ik bel Gert op. ‘Hallo, Gert,’ zeg ik, ‘er zit hier in de kamer een man met wit haar...’ Maar Gert onderbreekt me vrolijk: ‘Gefeliciteerd,’ roept hij,' heb jij er ook één? Het heeft Hermien en mij zó veranderd, luister maar...' En in de verte hoor ik Hermien zingen: ‘Geld en goud is waar ieder van houdt, maar voor mij is er maar één, dat ben jij.’

Gisteravond heeft mijn vrouw tuinbonen voor hem ontdooid, want daar houdt hij zo van. En we zijn erg gelukkig. Soms bel ik overdag mijn vrouw op en zing tegen haar: ‘Slechts eenmaal keek ik in je ogen, twee ogen als helder kristal, ik kan ze nu nooit meer vergeten, ze volgen mijn weg overal.’ Mensen die ons huis passeren blijven soms stilstaan om mijn vrouw te horen zingen als ze stofzuigt of een handje helpt met het net. Bij de kruidenier kijken ze al elke dag naar haar uit. En volgende maand hebben we onze eerste show voor de avro.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken