Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kinderen van de grote fjeld (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kinderen van de grote fjeld
Afbeelding van De kinderen van de grote fjeldToon afbeelding van titelpagina van De kinderen van de grote fjeld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (8.11 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Illustrator

G.D. Hoogendoorn

Vertaler

Nora Basenau-Goemans



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Zweeds / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kinderen van de grote fjeld

(1948)–Laura Fitinghoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Zo'n beeldig meisje!

Ongeveer een week later kwamen de kinderen langzaam met slepende, moede voeten de steile helling opgelopen naar het lichtrode huis. waar de houtvester woonde. Wel was het een omweg van de grote weg en van de hoeven, zodat eigenlijk noch Ante, noch Lisa veel lust gevoelden om die weg in te slaan. Misschien kregen zij niet eens een stuk brood voor alle moeite van die lange wandeling naar boven. Zovelen, die onder het noodjaar hadden te lijden, waren hier langs gekomen, zodat de mensen wien zij om onderdak en eten vroegen er genoeg van kregen.

Maar Malena vond, dat dat lichtrode huis boven op de berg er uitzag alsof het met vossebessen en room was geschilderd en dat de kleine ramen hun toelachten en toewenkten en die ramen, zei Malena, geleken op ogen die onder het dak uitkeken.

Goudsik was dezelfde mening toegedaan als Malena: zij sloeg regelrecht de weg in, die steil naar boven ging en zette het zelfs op een lopen, zodat de kinderen haar zonder verdere overwegingen moesten volgen.

Zoals gewoonlijk werden zij stil en verlegen, toen zij het erf opkwamen. De grote, grauwe elandshond, die hun toeblafte, joeg hun geen vrees aan. De kinderen

[pagina 75]
[p. 75]

gingen naar de keuken en lieten de slee een eind verder staan. Ditmaal moest Erik bij Goudsik blijven.

Maar nog voordat de kinderen de keuken waren binnengegaan, zagen zij een mooie, jonge vrouw, die aangegleden kwam op een schopslee van een nog hoger gelegen berg, en op haar schoot zat een klein meisje. Het kleintje was gekleed in een wit geitepelsje, een wit gebreid mutsje en zij had keurige laarsjes aan de voetjes, Zij lachte en wipte op en neer op de schoot der jonge, mooie dame, schijnbaar verrukt over het sleetje rijden.

De dame stond op, tilde het kind hoog in de lucht en kuste het: ‘Snoeperige kleine Eta, nu gaan wij naar binnen, nu moet kindje eten en slapen en moeders stevige, kleine meid worden.’

‘Sjik, Sjik, Ante, Aisa...... Isa......!

Het kleintje spartelde wild om zich uit de omarming los te maken.

Mevrouw Gerda wendde zich haastig om. Zij liet het kind los, dat dadelijk wegliep en liet de armen moedeloos neervallen, terwijl zij stil bleef staan toekijken: een beeld van smart en verlatenheid.

De kinderen stonden als versteend. Zij bleven onbeweeglijk en doodstil staan, maar Goudsik begreep de situatie dadelijk: zij blaatte zo hard zij kon en stormde op kleine Greta af.

Wat kon het Goudsik schelen of Greta zo mooi was als een Prinses! Was het niet hetzelfde kleine mensengeitje, dat zij, Goudsik, van melk had voorzien en dat zij warm had gehouden met haar vacht?

‘Sjikkie...... Sjikkie!’ en Greta sloeg haar armpjes om de kop van de geit, die zich naar haar toe boog.

Het kind strekte de armpjes uit: ‘Ante neem Eta! Neem Eta!’

En Ante nam het kleine zusje in zijn armen; hij streel-

[pagina 76]
[p. 76]

de haar wangen, haar handjes, terwijl hij fluisterde: ‘Klein meisje...... ons kleintje! Lieve kleine Greta! Zo droevig was het zonder jou.’

‘Greta hield haar armpjes stevig om zijn hals, als wilde zij haar groten broer nooit meer loslaten.

Maar nu kwamen ook de andere broers en zusjes, die er ook bij wilden zijn; kleine Kaisa en allen stonden in een kring om haar heen en trokken het weergevonden zusje aan armen en benen om haar, ook op hun beurt, te mogen liefkozen en strelen.

Kleine Greta, 't mooie kleine zusje, dat zij allen zo vreselijk gemist hadden, terwijl elk van hen stil voor zich zelf aan die akelige wolven dacht. 't Zelfde zusje, al was zij nu als een dametje gekleed. Zij lieten haar niet los en toen zij allen als kleine bedelaars de keuken binnenkwamen, hadden zij het witte prinsessen-figuurtje in hun midden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken