Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kinderen van de grote fjeld (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kinderen van de grote fjeld
Afbeelding van De kinderen van de grote fjeldToon afbeelding van titelpagina van De kinderen van de grote fjeld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (8.11 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Illustrator

G.D. Hoogendoorn

Vertaler

Nora Basenau-Goemans



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Zweeds / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kinderen van de grote fjeld

(1948)–Laura Fitinghoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 198]
[p. 198]

Malena

Zwijgend, als hadden zij tezamen op de berg der verheerlijking vertoefd, wandelden zij het bos door naar de plek, waar de veehutten stonden. ‘Maar Malena, wat zal er met Malena gebeuren?’ bedacht Ante nu, die nog niet bevrijd was van zijn zorgen en na een poos uitte hij deze vraag ook tegenover zijn pleegvader.

‘Daar liep ik juist over te denken. Ante.

Luister, die andere dame, die met mijn vrouw en mij meekwam, is Sylvia's moeder en mijn zuster. Sylvia is een enig kind, nogal wat verwend, een stadspoppetje, maar een lief wezentje en zij heeft haar twee jaar ouder zusje verloren, verleden jaar, door een lelijke longontsteking. Wie weet, zou Malena wel een aardig speelgenootje voor Sylvia zijn en wil mijn zuster zich Malena's lot aantrekken. Dan zijn jullie allemaal goed onder dak en is de tocht tot een goed einde gekomen.’

Nauwelijks had Ante tijd om hier over na te denken, of een troep Indianen stoof op hen af en omsingelde hen.

De proost maakte zich lachend los uit de stoeiende, krijsende bende en ging het grote vertrek binnen, maar Ante werd door de als Indianen verklede kinderen meegesleurd. Een afgrijselijk gehuil aanheffend, wilden zij Ante vastbinden aan een boom, terwijl deze al heel wei-

[pagina 199]
[p. 199]

nig tegenstand bood, nog stil verrukt in zijn hart over de stralende toekomst, die hem te wachten stond. Ook Malena herkende hij onder zijn vervolgers.

Op het ogenblik, dat zij hem tegen de boom hadden geduwd, kwam er een vreselijk ondier uit de duisternis van het bos gestoven en dat ondier bulderde zó, dat bomen en bladeren er van beefden. De Indianen stonden een ogenblik als lamgeslagen. Maar ineens zetten allen het op een lopen, hals over kop renden zij naar de huizen toe, onder hevig gekrijs.

Malena verloor geheel en al haar bezinning. Doodsbang vloog zij vóór alle anderen uit. De angst, die zij had uitgestaan, toen zij kort geleden met den beer onderaan het rotsblok had gestaan, zat haar nog in het hoofd. Zij zag niets. Zij hoorde ook niet, dat de angstige uitroepen veranderden in verbaasde, lachende uitroepen. Zij hoorde hen ook niet roepen om terug te keren, dat het Peile maar was, die voor beer speelde, en dat zij nu allemaal verstoppertje met verlos zouden spelen en Pelle zou ook meedoen.

Pelle was plotseling de held. Hij had de huid van een beer, die deze zomer geveld was, om zich heengebonden met de bedoeling de Indianen aan 't schrikken te maken, hetgeen hem buitengewoon goed gelukt was; bij het verstoppertje spelen was hij even onovertreffelijk.

Hals over kop stortte Malena het vertrek binnen, waar de proost met zijn vrouw en zijn zuster ernstig samen zaten te praten.

Blootshoofds, nog bleek van schrik, stil en verlegen bleef zij bij de deur staan, bedaard, toen zij zag dat Ante al binnen was, die dadelijk Pelle herkend had en achterom naar het huis was gelopen, omdat hij geen zin had in spelletjes op dat ogenblik.

De proost stond op en ging naar buiten.

[pagina 200]
[p. 200]

Een der dames, zij die zo'n droevig gezicht had, Sylvia's moeder, riep Malena bij zich. Zij sloeg een arm om haar heen en vroeg haar: ‘Houd je een beetje van Sylvia, Malena?’

Zij vond het niet prettig om die vraag te moeten beantwoorden, omdat zij niet goed wist wat ‘houden van’ betekende,

‘Silvia's moeder wil weten, of je haar dochtertje aardig vindt en ik heb al gezien dat je dat vindt,’ zei nu de andere dame, de moeder der rovers.

Zij zag er zo vrolijk en grappig uit, dat Malena haar toelachte en niet meer zo verlegen was.

‘Ja, ik vind Sylvia snoezig,’ mompelde Malena.

‘Zou je er iets op tegen hebben haar zusje te worden?’ hernam Sylvia's moeder. Zij vroeg het teder, bijna smekend.

Zij nam Malena nu op haar schoot, waar deze stijf als een stok bleef zitten en zich niet durfde verroeren. Ante keek haar eens waarschuwend aan, hetgeen betekenen moest, dat zij medelijden moest hebben met die lieve dame en stil moest blijven zitten.

‘Spreek jij maar met het kind, Thora,’ zei de arme vrouw, die zo kort geleden zulk een meisje als Malena verloren had.

De grappige dame nam Malena's beide handjes in de hare en vertelde haar dat Sylvia's moeder, in overleg met den proost en met haar, had besloten om Malena mee te nemen naar Stockholm, als haar eigen kind!

‘En Ante ook? fluisterde Malena met grote, verschrikte ogen.

‘Ante komt bij ons; hij is reeds onze jongen, dus dat is in orde.’ Zij knikte Ante eens vrolijk toe.

‘Begrijp je nu kindje, dat jij het even goed krijgt bij Sylvia's ouders?’

[pagina 201]
[p. 201]

‘Je krijgt Eva's poppenhuis,’ zei Sylvia's moeder.

‘Een poppenhuis, stel je eens voor,’ herhaalde de vrolijke dame ‘met kleine kamertjes en tafeltjes, stoeltjes, pannetjes, alles. Kun jij je dat voorstellen?’

‘En een stal met koeien en geiten?’ vroeg Malena.

Mevrouw keek verbaasd.

‘Wij hebben echte paarden op stal, zie je, en je mag mee uit rijden gaan.’

‘Heeft u ook een geit, zoals Goudsik?’ vroeg Malena met een tamelijk jammerend stemmetje.

‘Een geit, nee, die hebben wij niet. Geen mens houdt geiten in de stad,’ antwoordde de bleke dame wat verschrikt en radeloos.

‘Ante heeft eens verteld, dat de koning duizend geiten had, dat hij in de stad woonde en dat die geiten vergulde horens hadden en dat ik ze voor den koning zou mogen hoeden.’

‘De koning heeft geen geiten. Maar wanneer wij uit rijden gaan, zul je den koning zelf zien en dan mag je hem vriendelijk groeten.’

‘Eigenlijk, Thora,’ ging zij voort, tot haar schoonzuster gewend, ‘zou ik niet weten waarom wij geen geit konden houden. De geit zou in de stal kunnen staan. De koetsier zou haar kunnen verzorgen. Hij doet alles om Sylvia genoegen te doen.’

‘Maar als we een geit krijgen, dan wil ik graag mee. Dan kunnen Sylvia en ik de geit best zelf verzorgen.’

‘Je hebt gelijk,’ vond de domineesvrouw, ‘en het zal Sylvia goed doen. Geitemelk is gezond. En bovendien, als jullie 's zomers buiten zijn, dan kan de geit daar heerlijk grazen. Maar nu Malena, krijg je nog een verhaal te horen,’ zei de domineesvrouw, die het verstandig vond om Malena's gedachten even af te leiden, met het oog op de spoedige scheiding van Ante.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken