Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

Sneeuw over het land

Toen wij als elken morgen voor het venster gingen staan, om de gesteldheid van het weer te peilen en door enkele rhythmische bewegingen de loomheid uit onze leden te weren, werden we door een religieuze zwijgzaamheid bevangen. De nacht had de aarde in een kersttafereel omschapen.

Wanneer de sneeuw de heuveltoppen met een witte monnikskap overtrekt en over de vlakten een blank kleed spreidt, dan heeft het landschap een heel andere ziel, Neleke. De stilte en de witheid scheppen een sfeer van aanbidding die, hoe luidruchtig het ontwaken ook was, je ineens sprakeloos doet worden en je dan ontroert. Die zuiverheid maakt je wonder blij, maar met een bezonken vreugde, waarmede je zachtjes heelemaal doordrongen wordt. Je voelt een neiging om je handen te vouwen en zonder woorden uit te spreken, deelt je hart in de meditatie, waarin de natuur tot zichzelf ingekeerd is. Je voelt je een oogenblik tusschen het aardsche en het hemelsche zweven en op dit begena-

[pagina 65]
[p. 65]

digde oogenblik haait er iets in jou de bovenhand, dat teer is en zoo zuiver, en dat je gewoonlijk onder je jongensachtige uitgelatenheid verbergt. Maar nu sta je als een schuchter kind voor een verbluffende pracht, waaraan je niet eens zou durven raken, maar die je maar bekijkt en bewondert en waarvan je met diepe teugen mateloos geniet.

Je doet op zoo een morgen alles kalmer. De rust van het vergezicht heeft zich in jou overgeplant en je bent er droomerig bij geworden. Er blijft iets van de charme, waarmede de morgenstond je heeft verrast, in je binnenste hangen en soms doe je de oogen even toe om het visioen terug op te roepen, maar de frissche verrukking van zoo een oogenblik is zoo moeilijk te achterhalen. Trouwens je moet zooveel aandacht verspillen aan de noodige handelingen van het dagelijksche leven, dat je wel verplicht bent je innerlijk vuur op waakvlam te zetten, wil je niet door je omgeving als fantast worden nagekeken. Maar toch belicht het morgenvisioen ook de gewoonste dingen en heeft het iets van zijn klaarte in jou achtergelaten. Je poogt soms in de oogen van je medemenschen te speuren, of zij ook de warmte van deze schoonheidsbeleving in zich dragen. Maar er is zooveel dat de meesten belet een open oog te hebben voor deze pracht, en een beetje dichter zijn is in dezen tijd uit den booze. Daarom doe je dan ook maar best, over dit alles niet met je tijdgenooten te spreken.

Trouwens na den middag kon de scha ingehaald worden, want de indeeling van je werktijd kan soms zoo fijn meevallen, dat je op het geschikte oogenblik vrij

[pagina 66]
[p. 66]

bent. Onze witte wollen truien en sjerpen hadden we gauw voor den dag gehaald en ook onze ski's waren vlug sneeuwvaardig gemaakt, want we wisten een lange helling, waar het zeker mogelijk was te glijden. Dan begon de schoone tocht naar de hoogte, doorheen de ongerepte sneeuw, die op sommige plaatsen tot een dichte laag was samengewaaid. In het begin kwamen we niet goed vooruit: in de sneeuw stappen is óók een kunst, maar alras kregen we het noodige marschrhythme te pakken en toen ging het in flinken pas bergopwaarts. We spraken weinig tot elkander, alleen af en toe een noodig woord of een korten roep. Er was ook zooveel te zien: alleen reeds de sneeuwbeladen dennen waarlangs we gingen, waren elk een kunststukje van tooverachtige versiering en de zilveren berken leken wel sprookjesboomen te zijn. Soms hoorden we verder in het bosch het geknor van den ever, of zagen we een slanken reebok naar het struikgewas vlieden. Maar de dieren kruisten onzen weg niet en ze konden ons niet ophouden, want de hoogte trok ons aan.

Eindelijk stonden we dan boven op den heuvel, dien we als doel gekozen hadden. Hier scheen de sneeuw nog zuiverder te zijn en scherper glinsterde ze in het licht van de neerbuigende zon. Heel de streek lag in haar volle klaarte voor ons uitgespreid, met diep beneden ons het dal waarin het stadje zich liet ontdekken. Dat leven van de kleine menschen daarin de diepte, met hun zorgen en passietjes, was hier tusschen hemel en aarde alleen nog een vage herinnering, die het genot van deze puurheid niet kon beroeren. Hier was je meer dan een gewoon

[pagina 67]
[p. 67]

mensch, die aan dat bestaan daarbeneden verbonden was. Je voelde hier welige krachten in je opgroeien en je werd er van bewust dat je nooit in de bekrompenheid van een kleinzielig burgerleventje zou ondergaan, zoolang je met dezen hartstocht de hoogte en de verte kon liefhebben, zooals ze daar grootsch en zwijgend rondom je werkelijk waren. Je stond daar met het heerlijke gevoel van den eigenaar die al dien rijkdom den zijnen noemt, en die weet dat hij er van kan genieten zoolang hijzelf maar wil. En je was fier op dit bezit, dat God je als een mild geschenk heeft gegeven. Je moest je bivakmuts afnemen om den wind rond je hoofd te voelen waaien en om de frischheid van de kou te voelen bijten. Je voelde aan den lijve dat jeugd hier geen ijdel droomwoord meer was, dat in kamers met liefde wordt vertroeteld, maar een borreling van krachten die je in je hart en je bloed voelde kloppen. En je werd overmoedig om terug naar de diepte te varen en daar met nieuwe sterkte in den soms zoo machtigen sleur van de dagen te staan.



illustratie

We gespten dus onze sneeuwschoenen aan en namen met een krachtigen stoot onzen aanloop. Bijna was onze start een mislukking, zoo heftig waren we van wal gestoken, maar met een behendigheid die je alleen in uitzonderlijke gevallen als deze kan ontwikkelen, wisten we het broze

[pagina 68]
[p. 68]

evenwicht te herstellen. Daar gingen we naar de diepte met een snelheid, die met de daling toenam en alleen bij een lagere glooiing even verminderde. Neleke, Neleke, ik weet niet of je ooit zoo bent vooruitgekomen in de wereld. Je kan de verrukkelijke gewaarwordingen van zoo een dolle glijvlucht ook in geen woorden uitgedrukt krijgen. Het is een roes die je adem beneemt, je heele lichaam doet kriebelen van genot en waarbij je geest dan nog sterk genoeg moet kunnen overheerschen, om alle spieren de noodige bewegingen te doen uitvoeren. Je bent de stuurman geworden van een gevaarte dat je zelf bent, en dat niet veel noodig heeft om uit het goede spoor te raken.

Maar zoo volmaakt mooi kon alles nu toch niet verloopen. We hadden ons heelemaal overgegeven aan de snelheid, zonder er aan te denken dat we op geen aangelegde baan aan 't skiloopen waren. Nader bij het dal liggen weiden en rondom deze weiden hebben menschenhanden omheiningen gespannen. Ineens komt er zoo een stuk menschen werk op ons aan. Ik die aan de leiding stond, werd door het gevaar verrast en er bleef geen mogelijkheid meer over om in een breeden boog uit te wijken. Ik realiseerde in een bliksemsnelle gedachte wat er me te doen stond. Den sprong wagen, vermits de volgende weide lager lag. Ik ging dan ook werkelijk de lucht in, maar kwam niet terug op de aarde zooals dit een sportieven skilooper past. Toen ik uit de sneeuw recht krabbelde, had ik nog juist het genoegen Mercator denzelfden acrobatischen luchtsprong te zien uitvoeren, dien ik geriskeerd had. Het was een kleine troost, te

[pagina 69]
[p. 69]

bewonderen dat die al even elegant mislukte. Gelukkig kwamen we er zonder kleerscheuren af en zoo kon de een den ander zonder wroeging of afgunst hartelijk uitlachen. En het schoonste genot hadden we toch gehad.

Neleke, toekomend jaar leer ik je skiën.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken