Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

Paaschmeditatie

Kom, ga nu met me mee en laat ons den weg zoeken naar het land van de rimpellooze rust, waar het goed moet zijn te leven. Nu dat straks de Paaschvreugde zacht in de lucht zal beginnen te rinkelen, willen we dien weg opgaan, om in die onberoerde wereld het kommerlooze geluk in onze harten te laten bloeien. Neleke, kom, treuzel niet langer, die alledaagsche kleinigheid kan je ook later nog schikken: die dingen hebben zoo weinig belang nu dat de wijde ruimte ons roept, waarin we misschien voor een dag of een uur gelukkig kunnen leven. Toe, geef me je hand en volg me naar gindschen heuvel, waar we de glorie van de dalende zon zullen bewonderen. Wellicht kunnen we een vonk van dit zuivere licht in ons opnemen en zal die klaarte brengen in de donkerte van tobbensmoede dagen. Kom, want nooit heb ik zoo den nood in me voelen woelen om in jouw bijzijn te leven, om me te vermeien in de ranke lenigheid van je slanke gestalte en om den vrede te speuren, dien ik in de rust van je ademhaling kan hooren. Ik wil de oogen

[pagina 102]
[p. 102]

sluiten om te voelen dat je aanwezig bent, en met die zegesterke zekerheid wil ik eerst met mezelf in het reine komen.

Frons toch nu je mooie voorhoofd niet en vrees niet dat ik je serenen lach zal komen versomberen met een stroef gelaat. Je weet toch dat jij sterker bent dan al de moeilijkheden en de zorgen die me kunnen verontrusten en dat, hoever ik ook uit den goeden koers mag geslagen worden, ik steeds tot jou terugkom als tot de veilige haven waar alle averij wordt hersteld en alle verlies wordt goedgemaakt. Nee, ik wil heusch je Paaschvreugde niet bederven en als een sombere winterdag de zonnige sereniteit komen storen van de lente waarin jij reeds leeft, maar juist daarom wil ik eerst de sleur en de laatste overblijfsels van een pessimistische neiging grondig uitroeien.

Hoe lief jou en mij de lach ook is, en hoe graag we ook allen kommer met luchthartigheid van ons willen afwerpen, toch is het ook goed, Neleke, dat we eens worden tegengehouden in het even verloop der dagen en dat we even stilstaan om ernstig te zijn en met onszelf alleen. Want hoe vroolijk en uitbundig je ook dag in dag uit in de branding mag staan, toch ervaar je steeds opnieuw dat het leven geen kalme vijver is, waarop je altijd en steeds kan gaan spelevaren. Er steekt daar ook eens een storm op, dien je vreest en verwacht en wiens hevigheid je soms nog verrast. Op dat oogenblik schijnen veel steunpilaren te vergaan en word je licht door een radelooze vrees overvallen, dat het leven je te overmachtig wordt en dat je deze ontreddering nooit

[pagina 103]
[p. 103]

meer zal te boven komen. De fatale eenzaamheid van zoo een konflikt is misschien wel het ergste om te dragen, en toch is het een zelfbegoocheling wanneer je hier naar hulp uitziet. Want voor de moeilijkste problemen van je eigen diepste zieleleven sta je toch altijd moederziel alleen.

Het zal wel geen toeval zijn, dat je op den vooravond van de fijn over het jaar verspreide kerkelijke feesten, met zoo een afrekening wordt overvallen. Vooral nu dat het Paschen wordt en je een nieuwe lente gaat intreden, is het goed dat je weer eens eerlijk met jezelf bent en nagaat wat je gewonnen en verloren hebt sedert je met Kerstmis je goeden wil vernieuwde. Natuurlijk is alles niet geworden zooals je het toen wilde uitwerken, en vele goede voornemens (die broze goede voornemens!) werden in hun uitvoering gehavend of zijn niet eens ontloken. Je ontdekt wel enkele bemoedigende feiten in je gedragingen van al die dagen, die nu weer verleden zijn geworden, maar het is een mat geheel tegen de nuchtere optelling van de dingen die je in gebreke vonden. Nee, volmaakt ben je intusschen niet geworden, en hoe ij del ben je zelfs niet geweest op de weinige daden die je goed hebt gesteld. Wat ben je weer eens menschelijk zwak geweest, zoo ontmoedigend poover-menschelijk zwak, dat je haast medelijden krijgt met je armelijke sterkte, die je nog weleens hoog durft aanslaan.

Zal je nu verontschuldigingen aanhalen en veel probeeren goed te praten, zooals je dat meer doet om een verwijtende stem te sussen? Och nee, zooveel moed heb je nu wel om rechtvaardig te zijn en jezelf niet te sparen.

[pagina 104]
[p. 104]

Je buigt nu maar best deemoedig het hoofd en bekent maar rechtuit, dat je meer heldhaftigen levensdrang bezit in de gemakkelijke wereld van je droomen dan in de stoere sfeer der werkelijkheid. Een geluk maar dat je niet publiek op de proef gesteld wordt, als Petrus in het voorhof, want je zou het er gewis nog erger afbrengen dan deze apostel, dien je in je intiemste overwegingen om die driemaal herhaalde verloochening weleens laf hebt durven noemen. Maar zoo kranig als hij het oor van dien soldaat afhieuw, waar hij bijna alleen stond tegen velen, heb je wel nooit een van je gebreken aangevallen. En daar je nu toch zoo driest bent, Petrus tot voorbeeld te nemen, zal het je gewis ook geen kwaad doen je aan zijn berouw te spiegelen, en dan ga je maar nederig bij het kruis knielen om daar de sterkte te vragen zonder dewelke je het nooit beter zal doen.

Glimlach nu maar toegeeflijk, Neleke, omdat ik mezelf zoo eens flink onder handen neem. Je moet af en toe al eens streng tegen jezelf optreden, om dan nog een klein resultaat te bekomen. In plaats van altijd de andere menschen de schuld aan te wrijven, wanneer het je eens minder goed voor den wind gaat, doe je dikwijls beter door eens bij jezelf te gaan aankloppen. Gewoonlijk ben je dan al half geholpen en als je dan flink genoeg bent om krachtdadig in te grijpen, dan heb je weer een kleine overwinning op het groote leven behaald. Je ziet dan vele innerlijke tegenstrijdigheden, die je leven enkelen tijd verzuurden, langzaam vervagen en je bent de eerste die voordeel hebt aan je nieuwe zelfordening. En terzelfder tijd bekijk je je omgeving met milder oogen

[pagina 105]
[p. 105]

en stelt met plezierige verbazing vast, dat je medemenschen ook vriendelijker naar je schijnen te kijken.

Neleke, ik ben danig blij dat het schip schoon is! Nu kan ik weer muziek hooren en bloemen bewonderen en met grappige dingen lachen. Nu ontstijg ik weer de duisternis, om in het licht verder een stuk van den weg te gaan. Ik voel de goede stemming in mijn binnenste groeien als een lentebloem in de eerste zonnige dagen. Ik kan je nu mijn gedroomd verzoek van daar straks blijde herhalen. Nu is het niet langer een bede om mijn droeve somberheid te bekampen, maar een vroolijke uitnoodiging om de vreugde van mijn herwonnen klaarheid te deelen. Ik voel me niet langer een eenzaam vioolspeler in den nacht, die zijn geloof in de liefde als een sprookje in leven houdt en er het licht niet mee durft ingaan, uit vrees dat het leven zijn sprookje niet zou aanvaarden, maar wel als een jonge ridder die onversaagd en overmoedig door de morgenfrissche velden draaft, in het zalig weten dat zijn geluk hem wacht en dat hij er kan voor vechten als het noodig wordt.

Zoo wil ik op Paaschzaterdag bij je aankomen, met een schat van vroolijkheid in het hart, bloemen in de armen en de tijdens den langen tijd dat ik je niet zag geduldig samengelezen geschenken in mijn mars. Je zal me stralend begroeten met een welkom dat me gelukkig zal maken, als toen ik je voor het eerst ontmoette. Dan zullen je oogen me onderzoekend aankijken, om na te gaan of er niets is blijven haperen van die piekerende uren, waarvan je iets in mijn brieven hebt meenen te raden en waarmee je meer hebt ingezeten dan je mij

[pagina 106]
[p. 106]

zal willen bekennen. Maar de glans zal uit je mooie oogen niet wijken, want je zal den Tijl weervinden die je het liefst is. En dan zal je met de roode tulpen nonchalant en fijn in je rechterarm naast mij gaan en je zal maar vragen, vragen en dan plots zwijgen en dan weer vragen. Ik zal lachen van wonne en je gauw beginnen te plagen, omdat ik anders mijn ontroering niet zou baas kunnen. En je zal willen weten wat ik je meebracht en ik zal je laten raden en je zal het moeilijk vinden. Maar vertellen zal ik het gewis niet. Want ik wil het genot niet missen van je kinderlijke en spontane vreugde, wanneer je de Paaschgeschenken zal uitpakken.

Zoo zullen die tijdelooze dagen beginnen, Neleke. We zullen samen onzen Paaschplicht volbrengen. We zullen samen ontbijten aan de met bloemen versierde tafel en samen luisteren naar de muziek, die dien morgen zoo vroolijk zal zijn. We zullen korte dagen lang vergeten, dat de wereld een brandend schip is, dat morgen weer ons droomeneiland komt aandoen om ons opnieuw op te nemen. Maar de gloed van ons hart zal ons moedig maken.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken