Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

Bloemen



illustratie

Bloemen en bloesems al over het gansche land en een jong mensch in de lente! Hoe kan je ooit het leven blij der zien? Wel moet je dezer dagen menigen keer een beetje beleedigd naar den hemel kijken, om de zon op haar plichten te wijzen, - is het nu Meimaand of niet? - maar de zon kan er klaarblijkelijk ook al niet veel aan doen. De heiligen Mammertus, Pancratius, Servatius en Bonifacius hebben immers op dit oogenblik het roer in handen en zij zorgen ervoor, dat de ijsdagen in de traditie blijven. De arme Sint Pieter moet machteloos toekijken hoe ongenadig deze vier heilige samenzweerders van het voorrecht, dat Onze Lieve Heer hun in een onbewaakt oogenblik heeft geschonken, gebruik maken om zijn wijs beleid in de war te sturen. Maar dat is niets, Neleke, tegen dat je dit briefje krijgt, is hun rijk ten einde en zal het bestier van het schoonste landgoed ter wereld opnieuw in goede

[pagina 108]
[p. 108]

handen zijn en... een mensch moet ook al aan een heilige eens een pretje gunnen!

Trouwens hoe deze ijsheiligen ook hun best doen om ons op een dwaalspoor te brengen, - je kan binnenshuis zoowaar vuur verdragen! - toch zijn ze niet opgewassen tegen de vereende krachten van al de andere heiligen die het goed met ons meenen, en vooral niet tegen Ons Lieve Vrouwke, dat zeker niet kan dulden dat de Haar toegewijde maand op een fiasco uitloopt. Ook de zon weet af en toe de wet te ontduiken en vergast ons dan op een paar uren van het schoonste weer, en maakt dan van de lentewereld een sprookjestafereel. Ach, spreek me van het voorjaar en zeg niet dat de zomer schooner is: nu is de natuur een kleurensymphonie en in den zomer is ze enkel nog een schotel spinazie, zoo groen!

Wanneer de avond mild is, staan Mercator en ik soms een poosje te droomen inde veranda en overschouwen het land rondom ons, waarin de stille wijding ligt van den aankomenden lentenacht. Ik voel me op zoo een oogenblik nogal bewogen en drink gulzig al die kleuren, die door de naderende schemering weer anders genuanceerd worden.

In de open veranda zelf zijn de muren weelderig behangen met blauweregen, - jij en ik zouden zeggen glycines, maar gelukkig dat Mercator er is, die dat en nog vele andere dingen beter weet. Zoo is hij zeer bedreven in het verklaren der beteekenis van elke bloem, en hij doet zijn best om mij in zijn school te vormen. Wanneer ik vanmiddag met een tuiltje lelietjes-van-da-

[pagina 109]
[p. 109]

len uit het bosch kwam en die op de piano even smaakvol probeerde te schikken als ik jou dat heb zien doen tijdens de gulle dagen van het Paaschverlof, dan wist hij me te vertellen dat die meibloempjes niet alleen geluk aanbrengen, maar ook het zinnebeeld zijn van de nederigheid en de bevalligheid. Dat de witte lila het symbool is der jeugd, moest hij me niet meedeelen: er zijn van die dingen die je direct aanvoelt, ook al is het je dan weer niet bekend, dat je de wondere seringen stijver en prozaïscher ook kruidnagelbloem mag noemen.

Zal ik nu nog verder uitweiden over mijn nieuwe opgedane kennis, en je schrijven dat de pinksterbloem ofte pioen het symbool der schande is, en dat onze boterbloem in voornamer taal landranonkel heet en boosheid en ondankbaarheid verbeeldt? Wat een idee ook, om die bloemen zoo venijnig te behandelen, willens nillens verlies je er je sympathie voor. Gelukkig word je weer opgemonterd door het zicht van den kastanjelaar, waarvan de takken nu reuzeboeketten vormen, waar je onderdoor kan wandelen met de versterkende gedachte, dat ze pracht en voorzienigheid beduiden! Weet je nog wat een mooie vest ze zoo in Leuven hebben, Neleke?

Wanneer ik naar de appelboomen kijk, kan het me niks schelen dat ze wijsheid verzinnebeelden, - je kan ook elke verklaring niet zoo maar slikken, - en ik neurie maar liever het liedje dat we zoo graag hooren, ‘You'll be mine in apple-blossom time, And I'll be so happy, That morning in June’, want dat herinnert aan mooie uren en doet naar andere verlangen. En ik wou maar

[pagina 110]
[p. 110]

dat ik je de rozen kon zenden die we straks van het notarishuis hebben meegebracht. Hun roode kleur symboliseert zoo echt en innig de vurigheid der liefde...

Neleke, rondom jou leven er zeker ook zwartkijkers, maar om de liefde Gods, laat ze je optimisme niet beroeren. Vertel hun, dat zelfs de stekelige cactussen in deze lente bloeien, - onze koningin-van-den-nacht doet het in elk geval weergaloos, en zeg er bij, dat je bij den onmogelijksten mensch kan ervaren wat er met deze plant gebeurt: op de onverwachtste plaats, tusschen al de stekels bloeit ineens de wonderbaarste bloem open. Leer hen, zich te verheugen in al die kleine dingen van den dag: dat je op een wondere wijze een pakje thee kreegt of een extra-pakje tabak of zelfs enkele grammen koffie. Predik het zuiver geluk, een armere dan jezelf te kunnen helpen en voeg er bij, hoe het je zelf verblijdt, wanneer je in dezen tijd een klein ziek meisje met wat zoetigheid kan verrassen. Dat de mannen doen zooals Mercator en ik en zich scheren op de maat van ‘Schenk me je glimlach, Maria’, ook al glijdt het scheermes al eens uit bij een valschen toon: ze zullen toch hun glimlach ongehavend door den dag dragen en hun evennaaste er door helpen. En dat onze meisjes met bloemen en andere kleinigheden onze binnenhuizen sieren, en ook de kapelletjes langs de wegen tooien. Dat al de menschen hun oogen gebruiken om te zien hoeveel schoone dingen er ook en zelfs nu nog zijn, en voor velen zal heel wat gemakkelijker te dragen zijn. Ik geloof dat wij, daar waar onze plaats is, aan dit zonnig-zien kunnen meehelpen, Neleke, en die vorm van

[pagina 111]
[p. 111]

apostolaat schijnt me meer dan ooit noodig. Ook de moeilijkste dagen gaan voorbij en tegen de moeilijkheid die je vandaag niet kan wegwerken, zeg je maar zeer overmoedig, dat je ze morgen wel mores zal leeren. Zoo doet het ook Tijl.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken