Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

Langs 's Heeren wegen

[pagina 133]
[p. 133]

De mensch wikt

De onrust is in het huis! Zooals je aan het gezamenlijk en scherp gejoel der schoolkinderen op de speelplaats kan waarnemen dat er sneeuw of vacantie in aantocht is, zoo zijn er bij ons symptomen vast te stellen die er op wijzen, dat we van klimaat moeten veranderen. Ik zie dat aan de zenuwachtige beweging der vingers waarmee Mercator de bladzijden van zijn boek omdraait en aan de zorgeloosheid waarmee ik mijn baard laat groeien. We vermeien ons niet langer in de rust van een mooien avond, maar voelen de zenuwachtigheid in ons bloed kriebelen wanneer we naar de verte van den lokkenden horizont staren. En de gerustheid des harten is zoek.

We doen nu nog wel een poging om dat evenwicht te herstellen, maar de dingen hebben hun charme verloren. Wij dwalen door het huis, op zoek naar een houvast, maar onze eigen stappen klinken hol in de kamers. We probeeren stemmingen op te roepen die ons vroeger gelukkig maakten, en die ons nu met een tergend verlan-

[pagina 134]
[p. 134]

gen alleen doen zijn, terwijl de handelingen, waaraan we altijd onze vreugde hebben gehad, nu nog alleen mechanisch herhaald worden, omdat de noodzakelijkheid het gebiedt. We kunnen uit de piano geen vroolijke liederen meer halen en de mooiste roman blijft gesloten voor ons liggen, omdat onze geest liever dwaaltochten maakt in het luchtledige. De sleur van het dagelijksche leven heeft ons weer zoo vermoeid, dat we alle banden moeten losgooien voor een tijd, om weer onszelf te worden. We voelen den drang in ons bloed om te gaan landloopen!

Zoo zaten we op een avond te filosofeeren over de onbestendigheid der aardsche dingen. De rozen in de kristallen vaas ontbladerden met geheimzinnige tusschenpoozen en joegen een zucht van treurnis door de kamer. Mercator stond ineens kordaat recht, nam een landkaart, spreidde ze met vaste hand open en lijnde met een rood potlood de grenzen af die niet te overschrijden zijn. Hij mat een oogenblik de mogelijkheden en zei toen vragend ‘Frankrijk’, waarop ik een beetje schuchter ‘de Ardennen’ liet volgen. Toen bleef het weer wat stil, omdat we genoeg te doen hadden met het verwerken der magische beelden die deze twee woorden in ons hadden opgeroepen. Maar op den stond ging het ons beter en ademden we dieper en ruimer. We schenen dan ineens wakker te worden en hadden last om al de woorden geplaatst te krijgen die in ons opwelden. Het werd een levendige plannenmakerij, die onophoudend met nieuwe suggesties werd verrijkt, zoodat we zeker twee maanden zouden noodig hebben om alles uit te voeren wat we aan 't bespreken waren. Maar nu de

[pagina 135]
[p. 135]
beslissing genomen is, zou ik wel een nieuwen ‘lof der zotheid’ kunnen schrijven, zoo gek ben ik van vreugde. Want bij manier van spreken sta ik al gezadeld en gespoord om een nieuwe wereld te ontdekken. ‘It is never too late to seek a newer world,’ zingt de dichter en

illustratie

wij zijn met dien ontdekkingstocht begonnen.

De schoonste uitvinding van deze eeuw zal ons vervoermiddel zijn. Ik spreek natuurlijk van de fiets. Zonder de wet te ontduiken of woekerpractijken te begunstigen, kon ik twee passabele fietsbanden bemachtigen (er zijn gelukkig hier en daar nog een paar goede menschen) en zoo kon ik me opstellen naast den heropbloeienden Mercator, die over een prachtmachientje beschikt. Ach, die mooie fiets van Mercator, ik... maar ja ter zake.

‘Richting,’ zei Mercator. Ja, richting. De vier windstreken zogen even hard om ons in hun richting te krijgen. ‘Dat's niks,’ zei mijn vriend de globetrotter, ‘we rijden recht vooruit, aan den eersten kruisweg van wegen steken we een natten vinger in de lucht, de zijde die 't vlugst droog is zal de vingerwijzing zijn, in den volsten zin des woords.’ Ik die de lofwaardige gewoonte heb me steeds bij wijze besluiten neer te leggen, - een mogelijke windstilte wou ik niet opwerpen, - boog ook nu mijn hoofd en keek met ontzag naar den stapel kaarten en andere gidsen die uit Mercator's reiszak puilden. En nu zijn we weg. Ons vergezellen de zegenrijkste wenschen

[pagina 136]
[p. 136]

van al onze vrienden (dat beelden we ons zoo maar in, om nog gelukkiger te zijn).

In een volgenden reisbrief, Neleke, zal ik zorgen dat Mercator nauwkeurig de graden lengte- en noorderbreedte bepaalt, om je een idee te geven waar we ons zooal zullen bevinden. Vooropgesteld natuurlijk dat onze tocht zijn beslag krijgt. Want je weet dat het met de mooiste dingen, waarvan je het meest verwacht en gedroomd hebt, gewoonlijk faliekant uitloopt. Ik zou je b.v. kunnen vertellen dat ik... maar wat ga ik nu over de relativiteit der dagelijksche dingen of zelfs van het geluk mijmeren? Zullen grenzen of andere complicaties ons tegenhouden? Och kom, onze nieuwe korte zomerbroekjes zijn zoo net gestreken en zoo elegant van plooi, dat we zeker met onze figuur op elken weldenkenden mensch een goeden indruk moeten maken. Maar ja, er zijn niet alleen weldenkende menschen in de wereld. Alweer sceptisch? Alle ballast overboord, is het gebod van dit oogenblik.

Of ik dan zoo graag wegga? Dat weet je toch. Op een moment kan de tredmolen van het dagelijksche leven zoo onuitstaanbaar worden, dat je den indruk krijgt dat je gaat stikken. Je ziet dan in den romantischen roep van de onbekende verte de oplossing. En je weet dat je die afwisseling noodig hebt, om weer jezelf te worden. Trouwens ik weet nu al dat, niettegenstaande al wat we zullen zien, de thuiskomst als altijd weer het heerlijkste zal zijn van de reis. En ongetwijfeld zal onze levenslust er schitterend uitkomen.

En daarom, Neleke, hebben we de berghut gesloten!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken