Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 143]
[p. 143]

Pleisterplaats

Dit is het eerste oogenblik dat ik rustig geniet van mijn verlof. Als een geschenk der goden ontvang ik deze mildheid. Het is nu het uur der stilte voor de nakende schemering; zelfs de menschen die nog spreken, dempen zonder het te weten hun stem en kijken af en toe eens droomend weg. Een oude boerin mankt voorbij en leidt een magere koe, die mak en dom met haar in de donkerte verdwijnt. Heilige rust aan het rustieke terras van dit landelijk hotelletje!

Ik zoek niet eens den naam van dit schilderachtig villegiatuur-dorpje, dat zich met stukken en brokken in dit dal heeft genesteld. Wat doet het er ook toe? Ik ben blij dat ik me hier ergens op de wereld rustig en gelukkig voel en dat we een onderkomen voor den nacht vonden, zij het dan ook op een miniatuur-kamertje.

Onze tweede rit is prachtig verloopen. Zelfs het advies van onzen ouden dokter hebben we niet in den wind geslagen. Die goede man heeft ons namelijk eens bekeken voor we vertrokken, en ontdekt dat Mercator en ik... overwerkt zijn. Hij sprak van abnormalen bloeddruk en

[pagina 144]
[p. 144]

gebruikte andere geleerde woorden, te griezelig om te herhalen. Onze tocht was juist het ideale middel om ons opnieuw fit te maken, op voorwaarde dat we ons lichaam ineens niet te fel zouden afjakkeren. In dien zin verbied ik aan Mercator te snel of te veel te rijden, en hij verbiedt het mij. Op sommige oogenblikken vergeten we het wel alle twee en dan gaat het er dol toe, maar de eerste die dan moe is, gedenkt gauw 's dokters raad!



illustratie

Het was anders heerlijk door dit heuvelend land te fietsen. In den vooravond kwamen we in dit plaatsje toe: we waren het dadelijk roerend eens om in deze landelijke herberg te pleisteren. Een vriendelijke waard verwelkomde ons met een breeden glimlach. Logies konden we wel krijgen, als we ons met één kamertje konden gerieven. En waarom niet? Toen we wilden avondmalen, kreeg de patroon zeker een wenk van zijn eega of gedacht hij zijn beroepsplicht; hij probeerde een oogenblik ernstiger te kijken, en vroeg of we onze zegeltjes wel bij hadden. Mercator knikte royaal en uit de hoogte ja. Die hadden we bij. Je moet weten dat Mercator den praktischen kant van deze expeditie wil verzorgen. Hij bewaart o.m. zorgvuldig de rantsoenzegeltjes en zal ook telkens de kamer of de schuur bespreken, en dergelijke sympathieke dingen meer. Ik heb hem gezegd dat hij met

[pagina 145]
[p. 145]

die dingen zoo goed overweg kon, en hij wil het nu ook bewijzen.

Na het eenvoudig souper genoten we van een echte lichte Belga (God weet hoe we daar zijn aangeraakt!) en monsterden genoeglijk de andere gasten, die hier en daar nog aan 't eten waren. Er was zoowat volk van alle slag. Een braaf burgergezin met een drietal kinderen die al gauw aftrokken, zeker om te gaan slapen. Verder een paar bijna oude steedsche vrijsters, die spichtig en onopvallend rondkeken, terwijl ze kaarsrecht in hun zeteltjes zaten, alsof een meer gemakkelijke houding hun waardigheid zou hebben tekort gedaan. In een hoek zaten wat jongelui, drie meisjes en drie jongens, die een afschuwelijk slecht Fransch spraken en dit absoluut aan iedereen wilden laten hooren. Als dat geen Brusselaars zijn, meende Mercator, dan zijn het beslist andere franskiljons. Ze gedroegen zich in elk geval als meesters van de plaats en werkten danig op mijn zenuwen.

Terwijl we daar zoo wat zaten te genieten, kwam de gemoedelijke patroon zich een oogenblik bij ons neerlaten. Hij informeerde naar onze plannen, praatte over de toeristische bedrijvigheid in den lande en verschrikte me ineens met de vraag, die ik feitelijk al voorgevoeld had: Eh bien, messieurs, que pensez-vous de la guerre? Ik was te wege hem mede te deelen, dat ik uit zeer betrouwbare bron wist, - een gevallen Engelsche vlieger die het aan een Duitschen Feldgendarm had gezegd en van wien mijn fietsenmaker het in het striktste vertrouwen had vernomen, - dat de oorlog den 18den September tegen twee uur zonnetijd zou gedaan zijn.

[pagina 146]
[p. 146]

Mercator echter vatte de zaken zoo niet op. Hij zette zich even wat gemakkelijker, schraapte zijn keel en pakte uit met een geleerd betoog over de kansen der oorlogvoerende mogendheden. Mijn plezier was naar den bliksem. Ik was toch op verlof. Ik zag echter dat van mijn stilzwijgen geen notitie werd genomen, nam gauw wat papier en verdween naar een hoekje om je dezen brief te schrijven.

Ik had nog maar mijn inleiding neergepend, toen ik ineens een jongetje en een meisje in het oog kreeg die me belangstellend aan 't bezien waren. Ik riskeerde een glimlachje omdat ik van nature vriendelijk ben en vooral tegenover kinderen dadelijk ontdooi. Zij beschouwden dit als een soort invitatie en schoven korter bij. Ik zocht een oogenblik waarmee ik hen zou plezier doen en wou den kellner al om een stuk chocola verzoeken, - je vergeet soms dat die er niet meer is, - toen het meisje belangstellend vroeg: ‘C'est à qui, vous écrivez?’ Ik verschoot puurvan deze vroege vrouwelijke nieuwsgierigheid in dat kind van misschien zes jaar. Ik zocht naar een gepast antwoord, toen het schijnbaar even oude jongetje me polste om te weten of ik geen verhaaltjes kende. Ik wist niet goed wat doen, streelde kalmeerend het jongetje over zijn blond kopje en lonkte naar Mercator om te zien of hij mij niet in 't oog had, - ik houd dolveel van kinderen, maar voel me altijd ongemakkelijk om dat duidelijk te laten zien als anderen daarbij zijn. Ik wou juist besluiten toch maar een sprookje aan de twee wijsneusjes te vertellen, toen Nounou ten tooneele verscheen, die met excuses, glimlachjes en uitleg de kleinen

[pagina 147]
[p. 147]

meekreeg naar bed, nadat ik beloofd had morgen te zullen vertellen.

Mercator heeft met den patroon, die er duidelijk van geniet, zijn politieken rondblik nog niet geëindigd. Ik hoor hem zeggen ‘de vliegtuig-moederschepen zijn van een zulkdanig belang dat...’ Op dit oogenblik komen er nog vier jonge meisjes toe, die ook nog om nachtkwartier verzoeken. Zij ook moeten zich met één kamer tevredenstellen. Ze zijn gauw tevreden en vragen een souper. Ze spreken een mooi Nederlandsch waarvan ik geniet, al breken ze de stilte van den avond.

De patroon denkt aan zijn plichten en ontlast Mercator. Ik sluit dan dit epistel, Neleke, om Mercator de les te gaan lezen. Als hij denkt me eiken avond dien toer te spelen... Hou je frisch!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken