Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 148]
[p. 148]

Oase

Den volgenden morgen dan werd ik muzikaal gewekt. Tusschen de onduidelijkheid van het slapen en de klaarheid van het wakker-zijn, meende ik een oogenblik dat ik nog in de zaligheid van een kurieuzen droom aan 't zwemmen was, toen ik ontdekte dat de muziekuitzending naast mij en half onder de dekens haar beslag kreeg. Mercator zong met zijn mooiste stem en zijn oogen toe ‘Het regent, het zegent.’ Ik draaide mijn blik voorzichtig naar den vensterkant, maar eer ik nog den verdachten weerstand had vastgesteld, was mijn vriend aan het eind van zijn nummer en deelde hij me nuchter en gewichtig mee: het regent. Ik heb de gewoonte aangenomen de evidente oordeelen van Mercator, zoowel wat de politiek betreft als de andere domeinen waar ik niets van versta, als evangelie te ontvangen en ook bij deze wijze uitspraak deed ik er het zwijgen toe. Toen hij echter opnieuw en cynisch ‘Il pleut sur la route’ aanstemde, heb ik ook niets gezegd, maar hem een flinken por in de ribben gegeven, zoodat de zangwijze abrupt

[pagina 149]
[p. 149]

werd afgebroken omdat de aangevallene zich op verweer instelde. Zoo waren we in een wip uit het bed en kon de dag beginnen.

Natuurlijk was er de regen die den strijd met ons optimisme aanbond. Maar tegen acht uur week hij voor onze overmoedige en zonnige gezichten, en hadden we de baan vrij. Als alle wegen in de Ardennen en Limburg was ook deze, dank zij de sympathieke uitvinding van Mac Adam, in idealen fietsstaat; van ons kon daarbij worden gezegd dat we in goede baanconditie waren, zoodat een goeie honderd kilometer ons niet kon afschrikken. De weg golfde ongelijkmatig door bosschen, langs weiden en ook langs graanvelden, want het is alleen in een handboek voor aardrijkskunde dat je kan lezen dat Luxemburg uitsluitend met bosschen is bedekt en de gronden er onvruchtbaar zijn. Mercator, die een zwak heeft voor statistieken, wist dan nog aan te merken dat heel die provincie verleden jaar amper zooveel broodgraan geleverd had als één gemeente in Westvlaanderen. Ik ga echter op zulke discussie nooit in, Neleke, want moest ik mijn interesse voor dergelijke actueele beschouwingen laten blijken, dan ware mijn vriend bekwaam me over niets anders meer te spreken. En we zijn toch met verlof zeker?

Dat wou die sakkersche regen dan toch weer niet begrijpen, en wat later in den morgen was hij weer daar om ons plezier te verbrodden. Maar wij wisten van geen opgeven en dachten dat we onder onze toegeknoopte regenjassen ook wel droog door de wereld zouden geraken. Maar ja, het kan stortbuien en ophouden, maar het kan

[pagina 150]
[p. 150]

ook pleisterend regenen, je weet wel, zoo langzaam, tergend langzaam, in fijne straaltjes, zonder respijt. Zoo was het precies dien dag en na een paar uur waren we natuurlijk kletsnat, zoodat het visioen van een proper flanelletje als een stukje zaligheid voor onze oogen schemerde. Maar geen van ons beiden wou bekennen dat die natte fietspartij ons de keel uithing. Gelukkig kwam de inwendige mensch ons te hulp en konden we aan eten denken, maar juist dan stelden we vast, dat we volop in de bosschen waren verzeild geraakt en dat er nergens een beschutting of een huis te bespeuren was. Doorfietsen was het parool, altijd maar doorfietsen, hoe nat en hongerig we ook waren. Toen we dan later - bij manier van spreken was de zon reeds lang over de middaglijn, - in de verte iets zagen dat op een huis geleek en waaraan we zelfs wat rook zagen ontsnappen, hadden we zoo ongeveer het triomfantelijk gevoel van Kleinduimpje bij zijn eersten terugkeer in het ouderlijk huis. Onder den drang van deze verwachting was het dan ook een genot, nog den heuvel op te klimmen die ons van dit onderdak scheidde.

We vonden dan in dit kleine huis een ouden man met zijn vrouw, die ons als barmhartige Samaritanen ontvingen. We werden dadelijk de keuken ingeloodst, waar het deugdelijk warm was. Het vrouwtje repte zich om ons warme melk te drinken te geven en de sympathieke oude man - ach, wat ging er van dien man een rust en een goedheid uit! - nam onze regenjassen af om ze ergens te drogen te hangen. We haalden dan maar gauw onze meegebrachte boterhammen boven en je kan ons geloo-

[pagina 151]
[p. 151]

ven, Neleke, dat het verdacht rantsoenbrood van die dagen ons smaakte, vooral daar we er nog een lekkere struif bijkregen. Maar van droog worden was er geen sprake en buiten bleef het even onverstoord doorregenen, zoodat we niet veel komplimenten hebben gemaakt en maar gauw het vriendelijk aanbod hebben aangenomen om daar te overnachten. En voor die invitatie danken we den regen, want ze luidde drie van de schoonste verlofdagen in, die we maar konden droomen.



illustratie

Het huis was landelijk en de man houthakker, en beide stonden ze buiten de werkelijkheid van dezen tijd. Alleen de rantsoenzegeltjes verbond hen met de beschaving, een dorp dat op een uur gaans vandaar lag, vooropgesteld dat je de binnenwegen kende. Het eeuwige lied der bosschen schiep het rhythme voor den levensgang der menschen en sloot deze plek af voor de jachtige woeligheid van de buitenwereld. Het woord oorlog klonk er uit den toon en zelfs Mercator verloor er zijn ongedurige belangstelling voor berichten. Rondom het huis was genoeg grond ontgonnen om groenten te winnen, gras te laten groeien en bloemen te laten bloeien, en zoo kon ook de zonnige helderheid van den dag zich ten volle ontplooien. Binnenshuis was de eenvoud der dingen zoo overwegend, dat je allicht bij een eerste kontakt van armoede zou hebben kunnen spreken, maar eens dat je den

[pagina 152]
[p. 152]

praktischen zin van alles gesnapt had, vond je het maar zeer normaal dat je 's morgens naar den bornput moest om je te wasschen.

De dag ging daar ten einde met het schemeruur en het ochtend-vroeg gekraai van den haan luidde de bezigheden in. In den nacht had de regen het schijnbaar definitief afgelegd en een kloeke zon begenadigde onzen eersten inspectietocht door het boschdomein. Deze viel ons zoo mee, dat we aan 't ontbijt bijna gingen vragen om daar een dag te mogen blijven. Maar onze oude gastheer zegde ons toen zoo natuurlijk dat we hem in den voormiddag konden helpen een vracht hout thuishalen, dat een geformuleerde uitnoodiging overbodig leek. We kregen trouwens zoowaar den indruk dat we daar noodig waren, toen onze gastvrouw ons vroeg haar een langen weg te besparen en in den namiddag naar het dorp te fietsen om op zegel staande waar aan te halen. Zoo voelden we ons direct ingeburgerd en ook verantwoordelijk voor den toestand van het huis. Want hoe net alles ook onderhouden was, toch sprong het in 't oog dat deuren en vensters een laag verf noodig hadden om dit juweeltje van een nederzetting als afgewerkt te beschouwen.

Toen we dan 's namiddags in het dorp waren, - dit was een straat, een kerk en een openbare waschplaats, - hebben we met veel speurzin en palaveren een paar kilo verf in de wacht gesleept, die zoowat den middelweg hield tusschen vooroorlogsche kwaliteit en hedendaagsch gekleurd water, en zelfs mijn prijzenvaste vriend heeft moeten buigen om het goedje te kunnen krijgen. Maar

[pagina 153]
[p. 153]

we hebben er dan ook wonderen mee gedaan. Ik kreeg het beheer over het reseda-groen en Mercator nam het papegaai-groen voor zijn rekening. Uit deze samenwerking werd een smaakvolle creatie geboren, die we als een onzer beste prestaties beschouwen. We zijn er zelfs zoo fier over, dat we maar steeds glimlachend naar de deuren en vensters kijken en ons welgevallig laten complimenteeren over onze schilderstalenten. Nu ik hier aan die ruw-houten tafel aan jou te schrijven zit, Neleke, doen mijn vingers wel pijn van het schuren en verven, maar ook dat kan mijn plezier niet vergallen en Mercator is zelfs zoo vroolijk, dat hij voorstelt op het papier een veeg van den verfborstel te geven om je een idee te geven van onzen kleurensmaak. Maar gelukkig gebruik ik mijn gezond verstand vandaag en ben ik ook te moe om op dolle plannen in te gaan.

Toch is het hier goed te zitten, nu de avond over ons neerneigt en wij geen noodelooze woorden meer gebruiken. Op het wezen der oude lieden ligt de stille lach der tevredenheid, al schijnt er wel wat zachte melancholie te liggen in den moederlijken blik waarmee de oude vrouw ons soms bekijkt. Want dit huwelijk bleef kinderloos, hoe levenslang er in dit huis ook op een geboorte werd gewacht, en de berusting van den ouden dag heeft die pijn nog niet heelemaal kunnen heelen. En nu de kristalheldere stem van Mercator in deze luisterstilte het ‘Home, sweet home’ aanheft, word ik zielsweek, Neleke, en kijk naar de sterren die ook over je waken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken