Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uitdagend spel (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uitdagend spel
Afbeelding van Uitdagend spelToon afbeelding van titelpagina van Uitdagend spel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (11.05 MB)

ebook (2.79 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uitdagend spel

(1967)–Robert Franquinet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

IV

Terwijl Charat het pad opliep drong niet eens de gedachte tot hem door dat het gevaarlijk was, wat hij deed. Het was trouwens een gewaarwording die hij niet kende. Wel flitste het door zijn hoofd, dat hij in ieder geval de politie buiten deze zaak zou houden. Het was ‘hun’ aangelegenheid en daarmee had niemand anders iets te maken.

Men had hem zien naderen, de deur werd geopend en een eenvoudige vrouw, die een trui over een lange broek droeg, liet hem binnen. Het vertrek was tevens een keuken, waar een zware geur hing van schapevet en knoflook. De man die aan tafel zat veegde zijn mond af. Hij zag er niet gemoedelijk uit. Hij bleef nog een beetje nakauwen zoals mensen doen die onverwacht van hun eten worden gerukt. Hij bleek geenszins verstoord in zijn huiselijke bezigheid onderbroken te worden. De man keek hem nauwelijks aan, maar draaide zijn gelaat zó alsof hij zijn groot oor naar de bezoeker richtte om niets verloren te laten gaan van wat deze hem te vragen had. De vrouw be-

[pagina 50]
[p. 50]

keek hem even en ging toen door met het wassen van de vaat.

‘Ik ben een van Delabray's vrienden,’ begon Charat rustig. ‘Wij zouden graag weten hoe Buzanti het maakt.’

De man bleef zwijgen en keek hem niet méér aan dan zojuist. Onder het slechte licht zag Charat zijn vet zwart krullend haar glanzen. Hij kon zijn leeftijd niet bepalen. Vijfenveertig misschien, maar met een diepdoorgroefd gelaat. De man had een vulgaire, openvallende mond met een rij zwarte tanden, waartussen één gouden tand uitsprong. Er blonken ook enkele gouden ringen aan zijn behaarde vingers, die zachtjes op de tafel trommelden.

Er viel een kleine stilte.

‘Ik zou Buzanti graag willen spreken,’ vervolgde Charat die iets als een beklemmende druk begon te voelen, die in de ruimte rondom hem hing.

‘Buzanti...’ herhaalde de man.

Hij ontkent niet, dacht Charat. Dat bemoedigde hem. Hij trok de traveller's cheque uit zijn zak en legde hem op tafel. De man keek er niet naar.

‘Ik geloof dat dit u toekomt,’ vervolgde Charat.

De man riep zijdelings: ‘Hachid.’

Een deur ging open en een jongere kerel kwam

[pagina 51]
[p. 51]

binnen, die goed gekleed was in een opvallend vest van gespikkelde tweed. Hij zei iets in het Arabisch. Het klonk spottend van zijn blauwe naar voren krullende lippen. De man aan tafel bleef even onverschillig. Charat nam nu nauwkeuriger het jonge gelaat op, dat binnen de lichtkring van de elektrische lamp kwam. Een vroege geslachtsziekte had kleine donkerpaarse littekens achtergelaten in de bruine huid.

‘Buzanti,’ zei de jongere op beleefde toon, ‘is een gast van ons, maar hij blijft zolang zijn veiligheid dat vereist. Wij hebben een gestort bedrag teruggezonden aan de afzender, voor een gevraagde dienst. Buzanti's vader is een belangrijk diplomaat, die onze zaak zeer welgezind is. U begrijpt...

‘Juist omdat ik geprotesteerd heb tegen het lot dat men hem wilde laten ondergaan, ben ik hier,’ antwoordde Charat.

‘Dat is vermoedelijk de waarheid, maar uw vriend is in ieder geval niet hier. Kunt u ons ook verzekeren dat de dame die buiten wacht dezelfde goede bedoeling deelt?’

‘Daar bestaat geen twijfel over.’

‘Ik meen, dat wij belangrijker dingen te doen hebben dan ons de politie op de nek te halen.’

[pagina 52]
[p. 52]

‘Ik begrijp het. Wat ik verlang te weten is of Buzanti naar huis gaat.’

‘Ongetwijfeld.’

In een flits dacht Charat, als ze mij laten gaan, is het zeker dat Buzanti geen haar wordt gekrenkt. Maar hij bleef op zijn hoede om elke plotse slag te ontwijken.

‘U kunt de dollarcheque weer meenemen. Wij wisselen niet graag op de zwarte markt... en in ieder geval, geld dat ons niet toekomt... O, voordat ik het vergeet... Buzanti heeft gisteren zijn vader getelefoneerd om hem te bevestigen dat hij een paar dagen bij vrienden logeert... om hem gerust te stellen.’

Hij glimlachte en groette voordat hij weer in de kamer ernaast verdween.

Charat stond op. Wist niet goed of hij de cheque zou laten liggen of van het tafelblad afnemen. Het was maar een seconde twijfel. Een geweldige vuistslag tegen zijn kin deed zijn hoofd kraken. Hij stortte neer op de grond. Hij voelde dat hij niet helemaal bewusteloos was, maar verroerde zich niet. Het duister rondom hem trok als een net samen. Er bleef nog een enkel gat met rood licht en het was of dat met een fluitende straal door zijn hersens ging. Het leek of er men-

[pagina 53]
[p. 53]

sen over hem heenbogen en alsof hun adem met golven over hem ging. Daarna wist hij niets meer.

Toen hij weer bijkwam zat hij tegen een fabrieksmuur aan. Hij hoorde nog stemmen. Het werd steeds duidelijker, maar zijn hoofd deed pijn en een kleverig vocht plakte in zijn mondhoek.

Serge en Bessy hielpen hem op, steunden hem.

‘Gaat het een beetje?’ vroeg Serge. ‘Tjonge! Je bent er nog goed afgekomen.’

Bessy veegde met een zakdoek voorzichtig het bloed weg rondom zijn lippen.

Hij zei:

‘Zo, zijn jullie daar?’

Hij zag nu ook de lichtblauwe Alfa. Dat maakte hem weer vertrouwd met de werkelijkheid. Hij herinnerde zich wat er gebeurd was en voegde eraan toe:

‘Het is niet erg. Buzanti is veilig.’

Hij ging staan en betastte zijn zakken, die leeg waren. Ze hadden hem alles afgenomen.

‘Ken kleine, maar grondige controle,’ glimlachte hij hoewel dat heel zijn gelaat deed schrijnen. ‘We kunnen naar de Eglantieren rijden voor een cognac.’

Toen ze in de auto zaten lachten ze.

[pagina 54]
[p. 54]

‘Ik vertrouwde het niet,’ zei Bessy, ‘ik ben Serge maar onmiddellijk gaan bellen. Ik ben hem aan de brug van Boulogne gaan oppikken.’

‘Operatie Byzantijn afgelopen. Het blijft onder ons,’ besloot Charat, ‘laten we het nu maar eens ergens anders over hebben.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken