Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van den grouwelijcken laster der dronckenheyt die in dese tijden gheweldelijck regneert (1621)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van den grouwelijcken laster der dronckenheyt die in dese tijden gheweldelijck regneert
Afbeelding van Van den grouwelijcken laster der dronckenheyt die in dese tijden gheweldelijck regneertToon afbeelding van titelpagina van Van den grouwelijcken laster der dronckenheyt die in dese tijden gheweldelijck regneert

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van den grouwelijcken laster der dronckenheyt die in dese tijden gheweldelijck regneert

(1621)–Sebastiaan Franck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Wat overvloedicheyt, suypen ende toedrincken, voor iammer, onraet, schade der zielen ende des lijfs, oock armoet ende schadelijcken nooden met hem brenght. Grondelijcke onderrichtinghe, ende raedt wt goddelijcker schrift


Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Hoe dronckenschap een oorsaecke is van Doodtslach, Diefte ende Giericheydt.

Dat veerthiende Capittel.

TEn vierthienden, maeckt de Wijn wilt, ghelijcmen siet, ende Salomon spreeckt Prov. 20. Daer wt dan onraet ende rumoer wast, dat menich op de plaetse blijft. Dat sietmen op de Waerschappen, Hoochtijden ende Kermissen wel, ende de bevindinghe leert oock de waerheydt. Hoe veel moorden gheschien in dronckenheyt, die anders wel vermijdet bleven? Iae selden koemt een om, dan in de vergaderinge der droncken Schelmen. De wijn maeckt schier alle Moort in Duytslandt: Selden datmen nuchter aenden ander hecht, maer alsmen vol is, soo geldet om werpen, slaen, bijten: datmen lichtelijck siet hoe de Duyvel alle boosheydt door den Wijn aenricht. De Wijn wort in mennich de Duyvel, dat hy een mensche moet hebben, hy neme hem waer hy wil. Daer moet dan dickmael Wijff ende Kint lijden, ende niemant is vry van hem, oock hont ende Kat niet. Sulcke wilde Beeren soudemen sluyten, ter tijt sy nuchter worden, ende so met haer handelen datse den Wijn met liefte verduweden, ende te voren wisten wat sy droncken. Tis doch zonde ende schande, datmen die boeven haer boosheyt toelaet. De Overheydt moet daer van rekenschap gheven, ende de Heere sal die zonde van haer handen eysschen, indien sy dat wetens niet straffen. Ezech. 3. Men sal den openbaren Zondaers hier geen rust laten hebben. De Predicanten sullense met dat Woort straffen: wt de Gemeynte met den Ban wijsen, ende de Overheydt met den sweerde ende ghewelt. Maer beyde sweerden hebben de sneede verlooren. Diese voeren souden, latense in de scheyde steken: drincken dickwils, op datse niet de eerste zijn, die't sweert den slach bieden. Ten anderen, alsmen nu de gesellen gewoon is, ende niet meer heeft, datmen 'tgheselschap can volghen, soo is dat het naeste, datmen't neemt daermen't vint: daer moet ghe-

[pagina 56]
[p. 56]

sopen zijn al soudement stelen. Wie nu soo op den wijn verhanghen is, ende soo werckloos wort, dat hem den arbeyt vyandt wort, daer moetmen wat anders beginnen, of totten arbeyt weder keeren, dat selden gheschiet: of sulcken hantwerck beginnen, dat hem den Dief-hanger met den bast moet keeren ende verbieden. Ist een wijfs persoon, sy moet een Hoer werden, daer helpt niet voor. Want wie kuysheyt soeckt by den dronckenen (als wy dus lange by den geylen gheestloosen luyden Gods geest hebben ghesocht) die soeckt een knoop aen een Bobel ofte Bies. Ten lesten wert sy Coplerse, die om een buyck vol wijns of biers de Luyden t'samen helpt ende koppelt. De dronckenschap vervoert vele luyden, ende wie daer in koemt, kan daer niet wel wtraken. Ende dat is oock der werelt kinder verderven, daer met sy haer goedt, moet ende welvaert hier verstooren. Tis een vraghe, wie de booste is: Een Dronckaert of Speler, oft Hoerejagher? Ick antwoorde: De dronckaert is ghemeenlijck een Hoerejager ende Speler daer toe: want by den wijn of bier te sitten, brengt spelen ende Hoerejaghen met hem. Daerom soudemen dat drincken een mate stellen, ende regel setten, ende die oock straffen die sonder toedrincken vol-droncken ende onbescheyden worden: Want het doch sulcken argerlijcken schand-laster is, dat soo wel te straffen is als dievery ende Moort. Besonder soudemen op de Ieughet sien ende mercken, dat sy niet soo nae des vleesch wellust leven: waer de Ouders versuymelijck waren, of de Kinder niet konden buygen, daer soude de Overheydt opsien, dat sulcke niet onghestraft ontquamen: Want wilmen eenich ongheluck keeren, soo moetmen by tijts toesien, eer dat het te hooghe kome ende overhant neme. Goede Menschen ende goede boomen moetmen van jongs optrecken, buyghen ende wennen, soomen die hebben wil. Oude Honden zijn quaet aenden bant te leeren staen. Ten derden, waermen gheerne wel leeft ende vele verdoet, daer moetmen vele hebben: daer speeltmen dan grijp, grap in mijnen sack: want wijn wil gelt hebben: gheen meer gelt, gheen meer gheselschap. Daer heven dan alle boose vonden, treken ende handel aen, op dat

[pagina 57]
[p. 57]

ment soo mocht maken datmen daer wijn afdrincken mach. Daer loert een yegelick op syn voordeel, hoe hy gelt ende goet winne. Alle bedroch ende finantie hebben hier haren oorspronck. Want wie goet heeft, is een ghenadige Heer: Konst gaet bedelen, ende vromicheydt of deucht moet ter stoven wt, gelt regeert de Werelt: dat vult ons den sack. Daer nae stelt hem een yegelijck om des Wolfs Maege te vervullen. Summa sy loeren al (gelijck Esa. 56. spreeckt) op haer profijt, ende een yeghelijck op syn gheniet, sprekende: Coemt hier, wy willen ons vol Most drincken: 'Tis even ghelijck huyden als Morghen, of by avontuer noch beter. Wat komt meer daer wt? Hoererye. Iere. 5. Daer ick haer versadichde, bedreven sy hoererye, ende vergaderden haer in de Hoerhuysen. Sy zijn vroech vol ghelijck de gevoerde Peerden, ende een yeghelick neyget hem tot zijns naesten Wijf, soude ick haer dan niet om sulcke dingen versoecken, (seyt de Heere) ende sal mijn ziel aen sulcke luyden niet ghewroken worden? Eyntlijck sal ick mijn hant (spreeckt de Heere) over haer inwoonders wtsteecken, daerom datse al 'tsamen, vanden minsten op den meesten, wijnsuchtich zijn, ende van de Propheet op den Priester, al t'samen met valsheydt omgaen. Ierem. 6. 8. Tis waer, men siet in alle handelinge wel watmen soeckt: namelijck, eer, pomperye, proncken, ende den buyck te vullen. Ende nademael sy dat met neersticheydt soecken, ende Godt daer door vergeten, ende doch niet verkrijgen, soo zijn haer aenslaghen doch niet dan moeyte ende arbeyt. Eccle. 10. Psal. 13. Sap. 5. ende hebben daer gheen profijt af: maer haer angstige sinnen ende verlangen blijft in de begeerte hangen, ende comt nemmer daer toe met dat werck 'twelck sy begheert. Alsoo spot Godt met haer, ende laet haer inden wint slaen, die sonder hem wat willen beginnen, ende synen mont geen raet vragen. Esa. 19. Wee den eygensinnigen (spreect de Heere) die sonder my te rade gaen, ende een werc beginnen, maer niet wt mijnen geest. Wt desen bovengemelden ist claer, dat dronckenheyt een wortel alles quaets is, wt welc ooc dat grijpen ende grapen wast, en dat een ygelic niet dan om den buyc handelt ende arbeyt. Dat ooc Persius bekent, seggende:

[pagina 58]
[p. 58]

Wie leert den Papegay onse woorden spreken, seggende: weest gegroet? De buyck, een Meester aller Konst, daer soecken de Vorsten alle pracktijck ende auontuer, dat sy met list den armen man onder den voet krijgen, ende hem den buydel legen. Oorsaecke: Suypen leert grapen ende grijpen, ende alle boosheyt. Die Konst connen oock de Coopluyden ende Natien wtnemende meesterlijck wel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken