| |
| |
| |
Hoofdstuk X
Smit kon de ongelukkige gebeurtenissen voor Drakenburg maar niet vergeten en dat des te minder, omdat hij wist, hoe gelukkig het huwelijk van Drakenburg en zijn vrouw was geweest. Maar toch vond hij het feit, dat Fedora zelf de eindstreep had getrokken de beste oplossing, want het zou verschrikkelijk voor hem geweest zijn om deze vrouw, die door haar fanatieke hartstocht tot verschrikkelijke misdaden was gedreven, aan de justitie te hebben moeten uitleveren.
Toen hij in zijn bureau kwam vond hij een lang telegram van de Politie-Prefectuur te Parijs, die op grond van zijn aanwijzingen het laatste wat nog te doen bleef, door krachtig ingrijpen ten einde had gebracht.
Kort daarna verschenen twee van de beambten, die terwijl Smit in de Apollolaan was geweest, een onderzoek hadden ingesteld in de ruimten bij de Loterij-onderneming: ook wat dit betreft zag de inspecteur zijn vermoedens bevestigd: de aanleg van de korte-golf-zender, waarvan ontvang- en uitzendingsapparaten, evenals in de molen, verwijderd waren, was door de agenten ontdekt.
Smit gaf bevel een bericht in de kranten te doen zetten, waarin de bezitters van de loten werden verzocht om zich bij de politie te melden voor de vaststelling van een eventueele winst.
Om vijf uur had de Hoofdinspecteur een samenkomst in het bureau van den Hoofdcommissaris belegd,
| |
| |
waarbij hij Dr. Thea Lankorst, Cornelis Baron, ten Briel en van Dam had uitgenoodigd.
Stipt op de vastgestelde tijd waren allen aanwezig.
Cornelis Baron droeg zijn arm in een draagverband.
De wachtkamer, waarin men de genoodigden voerde, was hel verlicht en gezellig verwarmd. Ondanks dat maakte zich van allen een huiverig gevoel meester, en niemand sprak een woord. Ieder had zijn eigen gedachten.
Baron dacht alleen maar aan Truus, die wel weer in orde was, maar nog in het geheel niet haar natuurlijke frischheid en vroolijkheid had teruggekregen. Hij had haar zijn vermoeden omtrent het doel van de samenkomst in het bureau van den Hoofdcommissaris niet toevertrouwd, omdat hij bang was geweest, dat het hem dan veel moeite zou hebben gekost en heel wat overredingskracht om er haar van af te houden het onderhoud bij te wonen.
En in haar overspannen toestand mocht hij haar onder geen omstandigheden aan nieuwe emoties blootstellen. Hij voelde zich voor haar verantwoordelijk, welk gevoel uit het bewustzijn van saamhoorigheid was gesproten.
Ten Briel had de uitnoodiging van den Hoofdinspecteur met gemengde gevoelens aangenomen. Al voelde hij zich ook in geen enkel opzicht schuldig, toch was hij, zooals hij Smit al eerlijk had toegegeven, objectief genoeg om in te zien, dat de schijn tegen hem was. Hoe meer hij er ondertusschen over nagedacht had, des te sterker had deze overtuiging zich in hem geworteld. Smit had niet stil gezeten, dat wist hij. En zonder twijfel had de Hoofdinspecteur het een of ander gevonden, dat voor hem niet zonder beteekenis kon zijn.
| |
| |
Weliswaar had hij de overtuiging, dat het iets ontlastends moest zijn, maar geheel en al kon hij zich toch niet van de kwellende gedachte vrij maken, dat de Hoofdinspecteur bewijzen zou hebben gevonden, die belastend voor hem waren. Hij kende de wereld, en hij had meer dan één voorbeeld gekend, dat onschuldigen kostbare jaren van een menschenleven achter gevangenismuren hadden verloren zien gaan, omdat zij niet in staat waren de volledige bewijzen van hun onschuld te leveren. Zijn oprecht karakter had hem er zelfs toe gedreven, om de directie van de Zuid-Afrikaansche Bank Associatie om een onderhoud te verzoeken en hij had hun daarbij zonder terughouding de geheele situatie geschilderd.
Thea had de schadelijke inwerking van de gif-injecties niet alleen snel overwonnen, maar tengevolge van de arbeid, die al haar geestkracht vorderde en waar zij zich met volle overgave aan gegeven had, alle verschrikkelijke gebeurtenissen weer snel vergeten. Zij scheen onvermoeibaar. Een paar uur rust waren genoeg, om haar opnieuw op te frisschen voor het verantwoordelijke werk. En als het gebeurde, dat de experimenten, die haar volkomen bezighielden en die onverwacht een nieuwe wending hadden genomen, haar volkomen in beslag namen, zoodat zij de heele dag in de kliniek moest blijven, wanneer dat gebeurde, dan zat zij 's nachts in het laboratorium, waar zij altijd weer nieuwe formules opstelde, nieuwe analyses ondernam en de cultures verbeterde. Midden onder dit werk kreeg zij de uitnoodiging van Smit, en zij overlegde lang, of zij er gevolg aan zou geven of niet. Het was niet gemakkelijk voor haar een besluit te nemen. De gebeurtenissen in de kliniek stonden haar - als zij het
| |
| |
goed bedacht - niet toe, zich te verwijderen. Dat was het standpunt van de wetenschapsmensch en dokter in haar. Aan de andere kant had zij er een groote behoefte aan te hooren, wat Smit haar wilde zeggen. Smit had de kwestie van Dr. Vorst, wiens werk zij voortzette, in handen genomen, en zij was het dezen man, die op zoo smadelijke wijze uit het leven was gerukt verschuldigd, zich op het juiste oogenblik in het kantoor van den Hoofdcommissaris te bevinden. Dat was het rein-menschelijke standpunt in haar, hetgeen ten slotte de overhand kreeg.
Eindeloos schenen de minuten voorbij te kruipen, tot de deur openging en Hoofdinspecteur Smit de aanwezigen uitnoodigde naderbij te treden.
Smit stelde den Hoofdcommissaris en van Dam aan hen voor.
Allen gingen zitten en de drukkende atmospheer, waarin ieder wachtte op dat eene woord dat deze weer kon wegnemen, hing in de ruimte.
‘Door lang en moeilijk werk hebben wij eindelijk een verklaring gevonden voor een reeks van misdaden,’ begon Smit. ‘Weken lang heeft de hoofdstad in alle kringen in onrust geleefd, en het was niet gemakkelijk om de juiste draad in een schijnbaar verward net van verwikkelingen te kunnen vinden. Niet alleen in Amsterdam, maar ook in Parijs werd het net gesponnen. En even zwaar als de ontwarring van de misdadige samenhang en de uit-eindelijke ontmaskering van de daders, even zwaar is de opgave, waarvoor ik nu gesteld ben, n.l. om in logische volgorde de verschillende gevallen aan elkaar te rijgen.
‘De gezamenlijke misdaden, die ons op 't oogenblik interesseeren en tot welk complex ook meerdere in
| |
| |
Parijs begane behooren, heeft een voorgeschiedenis. De achtergrond van de nu opgehelderde gebeurtenissen speelt in de hoogere politiek.
Een der zwaarstwegende en bloedigste omwentelingen in de nieuwere geschiedenis was de Russische revolutie.
Ik zou aan het begin van mijn verklaringen U willen doen begrijpen, dat het nòch mijn opgave, nòch mijn bedoeling is en ook niet mijn recht, om mij op het standpunt van een der beide partijen te stellen! Er zijn misdaden begaan en deze moet ik ophelderen; ik heb niets anders gedaan.
U weet dat bij het uitbreken van deze bloedige revolutie van het jaar 1917 vele duizende leden der Russische aristocratie hun toevlucht zochten in de West-Europeesche landen, voornamelijk in Frankrijk.
Tot deze vluchtelingen behoorden ook de leden van de zeer aanzienlijke familie Bogdanoff.
Sergeij Bogdanof, die als officier van de Russische Generale Staf in zijn jonge jaren al wegens zijn buitengewone verdiensten hooge onderscheidingen had gekregen, kon datgene, wat wij hier als een geschiedkundige gebeurtenis willen zien, maar hetgeen hij als een onverdraaglijke smaad ondervond, die men hem, zijn familie en het heerschershuis Romanof aandeed, niet vergeten.
Maar nog dieper gekwetst in haar innerlijk was zijn nicht Fedora Bogdanowna. Haar geheele wezen was vervuld van een gloeiende hartstochtelijke liefde voor haar vaderland. Al haar denken en haar wenschen golden het herstel van het Tsarisme alsmede van het feodalisme in zijn oude rechten.
De moord op den Tsaar was het doorslaggevende.
| |
| |
Fedora verzamelde een schaar van adelijken en officieren van het toenmalige Russische régime om zich heen, van wie zij wist, dat zij precies zoo tegenover de binnenlandsche politieke gebeurtenissen in Rusland stonden als zijzelf en haar neef Sergeij. Deze menschen, die bijna allen zonder uitzondering gesleurd waren uit een schitterende loopbaan en invloedrijke posities, menschen, die nu als kelner, muzikant in een café, chauffeur of piccolo hun levensonderhoud verdienden of langzaam de opbrengst van de sieraden opteerden, die zij over de grens hadden kunnen smokkelen, waren natuurlijk te allen tijde bereid hun vlag weer op te rapen, en zoo viel het Fedora Bogdanowna niet moeilijk ze om zich heen te verzamelen. Zoo schiep zij in de Fransche hoofdstad een der grootste samenzweerdersorganisaties van onze tijd.
Achttien jaren lang heeft deze organisatie kunnen bestaan, onbemerkt, onaangevochten door de polities van Frankrijk en Holland. En in al die jaren bleef Fedora niet alleen het geestelijk middelpunt van deze beweging, maar zij hield ook met taaie energie de teugels in handen van de altijd machtiger wordende organisatie. Maar de rol als leidster was niet voldoende voor haar. Waar het volgens haar noodig was de organisatie te beschermen en een nog hooger doel te bereiken, daar greep zij actief in.
Na bijna drie jaar in Parijs er al haar tijd aan besteed te hebben om de grootst mogelijke organisatie te stichten tegen het nieuwe Rusland, kwam zij op zekeren dag in kennis met den industrieel H.D.G. Drakenburg. Hun beider levensopvatting stemde volkomen met elkaar overeen. Zijn optreden als man van de wereld, zijn groote vrijgevigheid, dat alles gaf haar een stukje
| |
| |
terug van wat zij verloren had. Zij vatten liefde voor elkander op en hij vroeg haar ten huwelijk. Maar haar groote eerzucht en haar fanatieke haat konden wel voor een paar weken op den achtergrond worden geschoven, maar na de wittebroodstijd kwamen zij weer in hevige mate opzetten. Zij volgde hem als zijn vrouw naar Holland. De vrouw in haar vond hierin volkomen bevrediging. Haar tweede ik, de politieke strijdster, zag dit huwelijk als een triomf voor haar zaak. Het groeien van de beweging, die het gevaar voor ontdekking vergrootte, verlangde een decentralisatie. De Parijsche groep kreeg een onderchef, die in alles ondergeschikt bleef aan Fedora Bogdanowna - of laten wij nu liever zeggen Fedora Drakenburg, terwijl zijzelf geborgen onder de bescherming van het Nederlandsche gezelschap zorgeloozer dan te voren haar eerzuchtige plannen nastreefde.
Drakenburg zelf heeft nooit iets geweten van wat er in zijn vrouw omging tot op de minuut van haar dood van vandaag.’
Smit maakte een pauze. Allen waren door de laatste woorden van den Hoofdinspecteur aangegrepen.
Cornelis Baron werd bleek. Hij dacht aan Truus, de kleine, die vermoed had, wat door de woorden van Smit nu tot zekerheid was geworden, n.l. dat haar moeder met de misdaden in verband stond.
Smit ging door.
‘Haar achting voor haar man was zoo groot, en haar liefde voor haar dochter, die nu zestien jaar was en even rijp als zij destijds, zoo groot, dat zij ieder uur angstig bezorgd bleef, hun dat te verbergen wat Fedora Bogdanowna deed. Zij ging in haar zorg zoover, dat zij op het huwelijk haar neef niet uitnoodigde en dat zij
| |
| |
iedere aanraking van de verbondenen met het huis van haar man voorkwam. Slechts eenmaal heeft Sergeij Bogdanoff de villa in de Apollolaan betreden. Dat was nadat hij had besloten René Soubeyrau op de soirée ten huize van Drakenburg te dooden. Op de avond van de moord vervulde hij de functie van dienaar bij het hulppersoneel.
Hoe groot de zorg van Fedora Drakenburg was om de vergiftigde atmospheer van de politieke samenzweringen niet in haar huis te brengen, waarin zij als vrouw leefde, daarvan spreekt het duidelijkste de brief die zij aan haar man schreef, terwijl ik het huis onderzocht, en met Drakenburg in de bibliotheek zat.
Drakenburg, die met al zijn liefde aan zijn vrouw gegehangen heeft, was zoo ontdaan, dat hij de afscheidsbrief, die een poging tot rechtvaardiging inhield, niet kon lezen. In de juiste overtuiging, dat de brief ter beschikking moest worden gesteld van de politie, gaf hij hem aan mij. Niet zonder ontroering heb ik de brief gelezen, en ik bega geen breuk van vertrouwen - nòch tegenover de doode, nòch tegenover Drakenburg, wanneer ik, voor ik met mijn verklaringen verder ga, U den inhoud van den brief voorlees. Ik weet, dat ik daarmee in de zin handel van dengene aan wien de brief gericht is, maar ik beschouw het ook als mijn plicht tegenover U, die op zulk een noodlottige wijze bij de misdaden bent betrokken.
De groote groei van de beweging, die door Fedora Bogdanowna en haar neef Sergeij in het leven was geroepen, vorderde een steeds beter vertakte propaganda, die, het is te begrijpen, steeds sommen gelds verslond. Maar niet alleen de propagandistische arbeid van de organisatie was kostbaar. Honderden existenties,
| |
| |
die alleen in dienst van de organisaties werkten, moesten betaald worden. Wapenarsenalen werden aangelegd en op het grensgebied van het Russische Rijk werden relletjes veroorzaakt, die ten doel hadden, het nieuwe régime te verzwakken, hetgeen ook gefinancierd moest worden met niet geringe geldoffers. De middelen, die in het begin nog rijkelijk voorhanden waren, smolten als sneeuw voor de zon, vooral waar de beweging groeide en de emigranten verarmden. Nieuwe geldmiddelen moesten geschapen worden en daar er geen legale weg ter beschikking stond, dreef het fanatisme van de samenzweerders hen tot lage misdaden.
Het is niet onze opgave om de Parijsche gebeurtenissen, die de crimineele geschiedenissen van Frankrijk met een groot aantal treurige gebeurtenissen verrijkt hebben, te belichten. Wij moeten ons beperken tot dat wat ons het naaste ligt.
In deze tijd werd onder leiding van Sergeij Bogdanoff, die in het bezit was van een Fransche pas onder den naam van Roger Grudel, in Amsterdam een loterij-onderneming geopend. De onderneming werkte naar buiten zeer vertrouwenwekkend. De aangekondigde winsten zijn zooals ik mij heb overtuigd, voorhanden. Maar Grudel gaf, en daarvan kon ik mij ook overtuigen, de niet winnende loterijnummers in meer dan tienvoudige uitvoering uit.
Grudel kwam op het duivelsche idee om zich te bedienen van derde personen, die nergens part noch deel aan hadden en die behoorlijke posities bekleedden, om in geval van ontdekking de opmerkzaamheid en de verdenking van hem en Fedora af te leiden. Eerst vond hij een man, wiens uiterlijke gelijkenis met hem zooiets absoluut mogelijk maakte. Deze dubbelganger is Mijn- | |
| |
heer ten Briel. De gelijkenis tusschen deze beiden is zoo groot, dat Sergeij Bogdanoff het kon wagen met een Hollandsche pas met zijn eigen foto erop op den naam van ten Briel ongehinderd te reizen. Een mogelijkheid, die voor de werkelijke ten Briel noodlottig werd toen zijn Parijsche reis samenviel met de inbraak bij de Zuid-Afrikaansche Bank-Associatie. Zijn onschuld, wat betreft deze inbraak, leek uitgesloten.
De tweede persoon, waarvan zich Bogdanoff - Grudel - bediende, was de filmster Mira Baart. Deze jonge, eerzuchtige kunstenares voor zijn doel te gebruiken was daarom des te gemakkelijker, daar de middelen die de organisatie door de misdaden toestroomden, hem toestonden, haar een carrière op te bouwen, die haar in weinige jaren tot een der meest gevierde filmsterren zou gemaakt hebben. De gelijkenis tusschen Mira Baart en Fedora Drakenburg, die alleen daarin bestond dat zij beiden dat diepzwarte haar hadden en hetzelfde figuur, werd door Grudel wat geholpen, doordat hij Mira Baart, zonder dat zij het wist, de getrouwe copie van Fedora's garderobe liet dragen.
De tijd, die lag tusschen de inbraak bij de Continental & Colonial Bank en die der Zuid-Afrikaansche Bank Associatie bleef niet onbenut.
Drakenburg had de jeugdige Dr. Adriaans als chef-ingenieur in zijn werken opgenomen. Adriaans werkte aan een uitvinding, die - om haar practische waarde te geven - benut moest worden door een macht, die grooter was dan ons land. Drakenburg zocht tezamen met Adriaans relaties en vond die in Rusland, daar dit de gunstigste aanbiedingen deed en het meest loonend was. Als onderhandelaar voor het afsluiten van het contract verscheen de Franschman Renée Soubeyrau.
| |
| |
Nadat Soubeyrau herhaaldelijk als gast in de villa Drakenburg was geweest en Fedora het doel van zijn oponthoud in Amsterdam had vernomen, begon zij zich voor de uitvinding van Adriaans buitengewoon te interesseeren. De uitlevering van de uitvinding moest verhinderd worden, onder alle omstandigheden en als het niet anders ging dan moest Soubeyrau uit den weg geruimd. Maar dat was niet genoeg, de uitvinding waarvan Sergeij Bogdanoff als vroegere officier van de Generale Staf direct de beteekenis had gezien, zou ten nutte worden gemaakt aan zijn eigen belangen. Fedora, als vrouw van den directeur, viel het niet moeilijk zich toegang te verschaffen tot de werkruimte van den chef-ingenieur en zij had de plannen betreffende de uitvinding herhaaldelijk weggenomen en weer teruggebracht, om Sergeij de mogelijkheid tot copieeren te geven. De copieën werden deels door mij gevonden in het bezit van Fedora, en deels door de Fransche politie op het adres van Sergeij Bogdanoff, daar ik hen had verzocht zijn appartementen te doorzoeken. Ik had Grudel, die zag, dat hij mij niet meer kon ontgaan de weg tot een vlucht vrijgelaten, om de hoofdzetel van de organisatie van de Parijsche groep te kunnen uitroeien. Dank zij de buitengewone medewerking van Belgische en Fransche kant is Grudel inderdaad in de val geloopen en konden dus in de nacht van gisteren op vandaag de overige belangrijke figuren van de organisatie te Parijs in hechtenis worden genomen.
Gedurende de soirée ten huize van Drakenburg zou Soubeyrau, zooals ik al zei, vermoord worden. Het uitvoeren van deze daad was Sergeij toegedacht, die Fedora voor deze avond als hulpdienaar in huis had gesmokkeld. Zij kon het makkelijk doen, aangezien zij
| |
| |
het vermeden had hem ooit thuis te ontvangen. Maar het noodlot wilde het anders. Jan, die een buitengewoon ervaren en voornaam huisdienaar is en die men om zoo te zeggen als een koninklijk dienaar zou kunnen betitelen, liet de hulpdienaar, die voor de eerste keer aan huis was en tegen wien hij nog wat wantrouwen koesterde, geen minuut uit het oog. Sergeij kreeg geen gelegenheid voor zijn daad. De avond dreigde voorbij te gaan zonder dat de samenzweerders de voor hen zoo gewichtige moord op den Franschman konden begaan. Toen greep Fedora in. Soubeyrau stelde een séance voor, en de duisternis benuttend, sloop zij door de portière om Soubeyrau door een steek in het hart te dooden. Nog voor de omzittenden de daad bemerkt hadden was Fedora langs denzelfden weg verdwenen om lachend en onbevangen weer deel te nemen aan het gezelschap.
De ontmaskering van Fedora als moordenares was niet eenvoudig en kon eerst veel later volgen. Eerst moet ik, om deze phase begrijpelijk te maken, teruggaan tot het ontstaan van het geval Dr. Vorst.
Dr. Vorst, een van de meest beduidende geleerden van de laatste jaren, heeft een ontdekking gedaan, die hem verheft tot de grootste weldoener der menschheid. Het is Dr. Vorst gelukt, door bijzondere cultures een serum klaar te maken, dat zelfs een voortgeschreden stadium van een der verschrikkelijkste ziektes zou kunnen genezen: n.l. kanker. De onderzoekingen, die eerst op dieren werden ondernomen, bleven zonder reactie, daar de samenstelling van het serum zoo is, dat zij alleen maar een reactie geeft op een menschelijk lichaam. Ik zou bijna geneigd zijn Dr. Vorst en zijn assistente de tegenspelers van Fedora en Sergeij te
| |
| |
noemen. Ook hier eenzelfde fanatisme, die iedere hindernis uit den weg ruimt en zich zonder te bezinnen heenzet over de bestaande wetten. Met het bewustzijn de mogelijkheid in handen te hebben de menschheid te bevrijden van de geesel dezer ziekte, die van jaar tot jaar ernstiger wordt, ondernam Dr. Vorst met zijn assistente Dr. Lankorst proefnemingen op menschelijke patienten, voor zij het serum aan de commissie hadden voorgelegd. Het feit, dat voor deze pogingen van Dr. Vorst alleen patienten werden uitgekozen, bij wie de ziekte al zoover was voortgeschreden, dat een genezing met de tegenwoordige medicijnen niet meer mogelijk was - patienten wier leven slechts nog eenige maanden zou duren - verandert niets aan het feit, dat deze pogingen een der zwaarste wetsovertredingen beduidden. Zeven patienten, op wie Dr. Vorst zijn proefnemingen nam, zijn vroegtijdig aan de gevolgen van deze behandeling overleden. Door een ontrouwe bediende van Dr. Vorst's kliniek, een Russin, die zich in dienst had gesteld van de samenzweerdersorganisatie, vernamen Fedora en Sergeij aan welke strafbare handeling de dokter zich schuldig maakte. Daarmee was een nieuwe bron van geldtoevoer ontdekt. Dr. Vorst werd herhaaldelijk aan chantage blootgesteld en hij betaalde, om ongehinderd zijn werk te kunnen voortzetten, tot hij geen sous meer overhad. Juffrouw Lankorst, die - te laat - van deze chantage hoorde, verklaarde zich bereid te onderhandelen met de tegenstanders van Dr. Vorst en werd daarbij ontvoerd en behandeld met injecties, die haar wil deden verslappen. In dezen toestand, waarbij zij geen contrôle meer op zichzelf kon uitoefenen antwoordde zij gewillig op alle vragen en verraadde de plaats waar Dr. Vorst de be- | |
| |
richten bewaarde over het verloop van de verboden experimenten. De papieren werden gestolen en de ontdekking van deze diefstal alsmede de verdwijning van zijn assistente ontstelden Dr. Vorst zoo hevig, dat hij hierheen kwam om onze hulp in te
roepen. Zonder twijfel heeft men hem op weg hierheen gadegeslagen, want de volgende nacht werd hij vermoord. Ook deze moord beging Fedora terwijl Grudel als taak had de sporen te doen verdwijnen.
In de hand van het lijk van Dr. Vorst werd een bosje zwarte haren gevonden van een bontmantel en op den bodem van het laboratorium ontdekte ik den afdruk van een klein stukje van een voetzool van een damesschoen. Zoowel de haren als de zoolafdruk liet geen twijfel of de moord was door een vrouw geschied. Grudel bracht de avond door met Mira Baart. Tegen half twaalf kreeg hij een telefoontje, waarbij hem zonder vragen de misdaad en de omstandigheden, waaronder het was geschied, werden medegedeeld. In de later bezochte nachtvoorstelling van een Fransche film werd de zwarte bontmantel van Mira Baart die op de leuning lag - zooals zij gelooft - door haar eigen sigaret geschroeid. Toevallig echter bevindt zich de beschadiging op dezelfde plaats waaruit Dr. Vorst in zijn val de haren van den mantel van Fedora meetrok. Wat ik eerst in de loop van den voormiddag van vandaag bevestigd kreeg door de firma, die de mantel levert.
Den volgenden morgen begin Mira Baart een fout - volgens Grudel's meening - door op eigen gelegenheid reclame voor zichzelf te maken. Zij nam den reporter Cornelis Baron met zich mee naar het atelier om iets over de opnamen te schrijven. In dit artikel werd uitvoerig over de beschadiging van de bontmantel gespro- | |
| |
ken, en juist daardoor werd het doel van Grudel om door de handig gemaakte beschadiging van de mantel van Mira Baart een verdenking tegen haar te scheppen, verzwakt. Grudel, die dat direct begreep, nam Mira Baart erover onder handen en het kwam tusschen hen beiden tot een hevige woordenwisseling. Een tweede ongelukje op dezelfde morgen voor Grudel was, dat terwijl Mira Baart in het kantoor van de loterijonderneming aanwezig was, een draadloos bericht binnenliep en zij zoo dus te weten kwam, dat er een korte golfzender aanwezig was.
De opening van een loterijonderneming had alleen maar ten doel gehad een onbewaakte makkelijke verbinding tusschen de Amsterdamsche en de Parijsche groep te onderhouden. Bovendien bood het volkomen geisoleerde kantoor de gelegenheid tot samenkomsten, die niet afgeluisterd konden worden.
Nu moet ik weer teruggaan op de moord van Soubeyrau en Vorst. Wat mij opviel en me dreef zoowel het lichaam van Dr. Vorst alsook van Soubeyrau te laten opgraven en onderzoeken, was de opvallend gelijke ligging van de steken. Inderdaad werd bij het onderzoek vastgesteld, dat de moord met een en hetzelfde wapen en ook door een en dezelfde dader begaan was. De benutte dolk is lang en de kling zeer slank, een eigenaardigheid die niet in Europa voorkomt, maar op Azië wees. Nog vóor de vermoording van Vorst was een tweede groote bankinbraak geschied. Op een geniale wijze was het de daders gelukt, het safe gewelf te berooven. De verdenking moest noodzakelijkerwijze, zooals de zaak ervoor stond op den leider der deviezen-afdeeling, ten Briel vallen, en zonder de inschakeling van Mira Baart in het misdadigerscomplex, zou de on- | |
| |
schuld van ten Briel haast niet te bewijzen zijn geweest.
De geschiedenis met de bontmantel maakte, dat ik de nadere omgeving van Mira Baart in het oog liet houden. Na ruggespraak met het filmgezelschap kon ik een van mijn agenten in het atelier onderbrengen, die daar Roger Grudel fotografeerde, die zich opvallend veel met Mira Baart bemoeide. De onwaarschijnlijke gelijkenis tusschen Grudel en ten Briel, die ik aan de hand van deze foto vaststelde, gaf mij te denken. Door een navraag bij de Parijsche politie bevestigde men mij mijn vermoedens over de twijfelachtige persoon van Grudel.
Maar ondanks dat was toch de mogelijkheid niet uitgesloten, dat ten Briel van de misdaad af had geweten of mee had geholpen. Een mogelijkheid, die zeker niet verworpen kon worden, nadat de heer ten Briel mij verteld had over zijn regelmatige bezoeken aan een bouwvallig huis in een zijstraat van de Jordaan. In een geheim vak van dit huis vonden wij een casette gevuld met sieraden, terwijl de casette uit het bezit van den heer ten Briel stamde. Dat de bezitter van de casette of die van de sieraden - wanneer het tenminste over twee personen ging - in verband moest staan met de bankinbraak, werd door den heer Baron bewezen.
De heer Baron, over wiens rol ik U nog zal spreken, had zich destijds, toen de pers gelegenheid was gegeven het safe-gewelf te bezoeken, langs den doorgang waardoor de inbrekers zich een toegang hadden verschaft, naar het naastgelegen huis begeven. In den doorgang had hij een smaragd gevonden, die in de ring paste, die in de casette lag. Binnenin was in Russisch schrift de naam Sergeij Bogdanoff gegraveerd.
Het misbruiken van de persoonlijkheid van den heer ten Briel door den onscrupuleuzen Grudel ging zoover,
| |
| |
dat men de gestolen sieraden in het gehuurde huis van ten Briel bracht en ze in een gestolen casette van hem legde. In dit huis werden de plannen van de Parijsche reis van den heer ten Briel beluisterd en benut om het gestolene over de grens te brengen.
Deze omstandigheden gaven ook in Parijs Grudel de gelegenheid tot een groote bewegingsvrijheid. Hiervan heeft Grudel, zooals ik aan de hand van de onderzoekingen van Fransche zijde heb kunnen vaststellen, een ruim gebruik gemaakt. De hotelportier herinnerde zich dat de heer, die onder den naam ten Briel een kamer had gehuurd, het hotel zonder zijn koffer direct weer verliet en eerst de volgende dag, begeleid door een anderen heer, weer terugkwam. Hij verlangde de rekening, nam zijn koffer en ging met zijn begeleider weer weg. Onder de naam ten Briel heeft dus het grootste deel van de buit in Parijs gestaan op dezelfde tijd, dat de heer ten Briel in Parijs verblijf hield.
Ondertusschen was het ons door een toeval gelukt een draadloos bericht op te vangen in cijfers. De afstand van de zender kon precies worden vastgesteld en bij mijn nasporingen ontdekte ik deze in een molen op een goed uur afstand rijdens van Amsterdam. Deze molen stond al sedert jaren buiten gebruik.
Maar ik ontdekte nog meer. Bij een volgend bezoek vond ik er Dr. Thea Lankorst, die nog volkomen onder den invloed van haar injecties stond en den reporter Cornelis Baron.
Baron, die door een toeval op den avond van de moord op Soubeyrau in de Apollolaan terecht was gekomen en wiens naïeve driestheid hem een toegang had verschaft tot de villa Drakenburg, heeft van het eerste oogenblik af - zonder dat hij het wist - tot
| |
| |
zijn ontvoering in voortdurend levensgevaar verkeerd. Hij meende te observeeren, maar hij werd geobserveerd, en geen van zijn bewegingen bleef voor de bespieders van Grudel verborgen. Fedora, die reeds op den avond van de moord het gevaar zag, dat haar door de nieuwsgierigheid van Baron kon dreigen, noodigde hem steeds weer in haar huis uit, om hem beter in het bereik van haar macht te kunnen houden.
Wanneer Fedora of Sergeij ook maar in de verste verte vermoed hadden dat de smaragd van Bogdanoff in het bezit van Baron was, dan zou hij allang niet meer levend rondloopen. En alleen het feit, dat Baron niemand, vooral Truus Drakenburg niet, over zijn vondst sprak, bewaarde hem voor het lot van Vorst en Soubeyrau.
Het eerste grijpbare bewijs voor het groote gevaar waarin hij zich bevond, kreeg hij na het artikel geschreven over Mira Baart, dat Grudel zeer ongelegen kwam. Het bericht over de beschadiging van de bontmantel in dit interview bezorgde hem een dreigbrief, waarvan de ernst Baron volkomen ontging. In een overmoedige bui besloot hij om de brief te publiceeren, een lichtzinnigheid, die hij met zijn ontvoering betaalde. Ik had Baron reeds eerder onder bewaking gesteld, daar ik het zeer noodzakelijk achtte, maar ik moet helaas toegeven, dat het niet voldoende was tegenover de buitengewone slimheid van Bogdanoff. Na zijn bevrijding verscherpte ik de bewaking en deze maatregel bewees niet overdreven te zijn. Baron had het ongeluk gehad op de straat mijnheer ten Briel met Grudel te verwisselen. Deze gebeurtenis alleen al zou genoeg zijn geweest om Fedora en Sergeij van de gevaarlijkheid van den reporter te overtuigen en toen zij hem aan hun macht ont- | |
| |
komen zagen door mijn ingrijpen, besloten zij hem uit den weg te ruimen.
Dat dit niet gebeurde vóór de filmpremière, vindt zijn oorzaak in de liefde van Fedora voor haar dochter. Zij wist dat Truus een groote liefde voor Cornelis had opgevat. Lang had Fedora haar best gedaan om haar dochter hiervan af te brengen. Eerst toen zij inzag, dat alle moeite in deze richting zonder gevolg zou blijven, werd haar moederlijk gevoel geofferd aan de politieke plannen en men besloot zonder verder op Truus te letten den reporter uit de weg te ruimen.
Alles duidde er op, dat de organisatie inzag, dat men de Amsterdamsche groep niet meer kon behouden. Zoowel hier als ook in Parijs werd een onrust vastgesteld in de kringen die ervoor in aanmerking kwamen, die op een bijzondere gebeurtenis wezen.
Grudel kon geen stap meer doen zonder zich onder de scherpste contrôle van onze kant te bevinden. Hij reed in begeleiding van een dame naar Parijs - zonder twijfel om gewichtige besluiten te nemen voor de beweging - en werd bij zijn aankomst door een van de beambten der Fransche politie gefotografeerd. Een inhechtenisneming leek mij te vroeg. En inderdaad keerde hij dus naar Amsterdam terug om zijn laatste bevelen voor de opheffing van de groep alhier te treffen.
In deze dagen kreeg ik van Baron nog een aanknoopingspunt, waaraan ik bij de vele gebeurtenissen niet meer had gedacht. Hij meende, dat hij zich de hulpbediende kon herinneren, die op den avond van de moord in de Apollolaan was geweest en hij was overtuigd van zijn identiteit met Grudel. Ik reed naar de Apollolaan, waar Juffrouw Drakenburg verklaarde, dat haar moeder naar het landgoed der Drakenburgs
| |
| |
in Bloemendaal was gereden. Op dat oogenblik was zij met Grudel in Parijs, wat vastgesteld is door de foto's. Steeds dichter trok zich het net hier, zoowel als te Parijs, samen. Steeds voelbaarder werd de nerveusiteit van de organisatie, die zich beroofd zag van een van haar gewichtigste hulpmiddelen, n.l. van de geheime zender.
De onzichtbare verstandhouding Amsterdam-Parijs was uitgeschakeld en de decentralisatie, die eens noodig geweest was om de organisatie bewegingsvrijheid te verzekeren en die op het gegeven oogenblik getoond had wat zij vermocht, voerde nu tot de ineenstorting van een kunstig opgebouwde machtige geheime organisatie.
Hoewel ik duidelijk de voorbereidingen van Grudel's vlucht had bemerkt was ik toch overtuigd, dat hij Amsterdam voor de film-première niet zou verlaten en ik vermoedde, dat hij voor deze gelegenheid opnieuw iets duivels had verzonnen. Ik stelde mij in verbinding met de directie van het Theater, die alle plaatsen voor het uitgenoodigde publiek had genummerd en aan de hand van een zitplan van de uitnoodigingen, dat alle gasten met namen aanwees, stelde ik vast, dat naast de plaats, die voor Mira Baart was gereserveerd ook een plaats voor Fedora Drakenburg was belegd, terwijl Grudel zich van de plaats aan de andere kant van de filmster had verzekerd. De plaats in het parket, die voor Baron was gereserveerd kon men vanuit de middenloge goed in het oog houden. Bij alle voorzichtigheid, die mijn agenten betrachtten, moet Grudel om zoo te zeggen op de laatste minuut mijn plannen doorzien hebben en dus heeft hij het bezoek van de première, die door hemzelf tot zulk een buitengewone gebeurtenis
| |
| |
was geworden liever niet bezocht; hij nam het vliegtuig naar Parijs. Of hij nu niet meer de gelegenheid heeft gevonden Fedora in kennis te stellen met zijn plotselinge afreis, of dat hij het nagelaten heeft om haar niet onzeker te maken - een feit is, dat Fedora, zooals ik in het Theater vaststelde - niets kon hebben vernomen van zijn onverwachte vlucht. Want zoodra ons de vlucht van Grudel bekend was geworden, dacht ik maar kort na voor ik het risico van een verwisseling op me nam en besloot ook mijnerzijds de groote gelijkenis van Grudel met mijnheer ten Briel te benutten. Ik verzocht hem de première op de plaats van Grudel bij te wonen. Deze manoeuvre moest ik gebruiken, omdat ik tot dat oogenblik nog niet zeker kon zijn over de rol, die Mira Baart bij al deze gebeurtenissen speelde. In ieder geval, om zeker te zijn, dat alles volgens programma verliep, zorgde ik, dat ter bescherming van mijnheer ten Briel zoowel als Baron meerdere beambten in het Theater aanwezig waren, een maatregel, die gerechtigd was, naar men later kon merken bij de première. De verwisseling gelukte volkomen. Noch Fedora, noch Mira Baart hebben getwijfeld aan de tegenwoordigheid van Roger Grudel in het Theater. Ik hield gedurende de voorstelling de middenloge steeds in het oog. Op het oogenblik, waarop het schot in de film weerklonk, drukte Fedora af. Zij was in het zwart gekleed, droeg lange zwarte handschoenen en op de leuning van de loge, dicht naast de plaats van Mira Baart, lag de zwarte bontmantel. Niemand had de revolver gezien en slechts de korte vuurstraal bij het schot verried het mij.
De algemeene verwarring benutte Fedora, nog voor het licht in de zaal opvlamde en de verraste beambten begrepen wat er gebeurd was, om het wapen op de leu- | |
| |
ning van Mira Baart's loge te leggen en het Theater oogenblikkelijk te verlaten.
Onder de algemeene paniek, zag ik Baron voorovergezonken op zijn plaats hangen en naast hem van haar stoel gegleden een jonge dame liggen, waarin ik tot mijn ontzetting Truus Drakenburg herkende. Ik wist, dat Fedora Drakenburg mij niet meer kon ontsnappen en dus deed ik die avond niets anders meer. Het was gewichtiger voor mij Mira Baart mee te nemen, want daarop hadden Fedora en Sergeij absoluut gerekend, dus maakte ik een schijnbeweging om de filmster te beschermen. De organisatie was in Amsterdam uitgespeeld en dus kon Mira Baart van geen nut meer zijn. Maar zonder twijfel had men haar onder andere omstandigheden na de aanslag op den reporter, hetgeen de politie haar natuurlijk in de schoenen zou schuiven, moeten laten vallen. Zij wist te veel van Grudel en had ik niet mijn voorzorgen genomen bij haar inhechtenisneming, dan zou Mira Baart zeker mijn nalatigheid met haar leven betaald hebben. Haar verklaringen, die ik nog dezelfde nacht kreeg, en die mij nog eenige gewichtige aanwijzingen gaven, overtuigden mij, dat zij een onschuldig werktuig in de handen van Grudel was geweest.
Een der meest tragische episodes in dit drama van onderaardsche manipulaties en misdadige geweldplegingen, waartoe de machtige organisatie ten slotte afdaalde om zich genoeg middelen te verschaffen tot doorvoering van een vertwijfelden strijd en om alle hindernissen voor gevaar uit den weg te ruimen - een der meest tragische episodes in dit drama, waarover nu door de zelfmoord van Fedora Bogdanowna het doek gevallen is, is de figuur van Truus Drakenburg.
| |
| |
Juist deze episode belicht zooals niets anders het dubbel-leven van Fedora. Naast de buitengewoon groote teederheid voor haar dochter, waarvoor genoeg bewijzen voorhanden zijn, bracht zij het tot stand in tegenwoordigheid van Truus Soubeyrau te dooden en een poging tot moord te plegen op Cornelis, toen hij naast haar dochter zat.
Twee dagen geleden ontmoette ik Truus Drakenburg en ik kon niet aan de indruk ontkomen, dat het jonge meisje iets verschrikkelijks moest hebben doorgemaakt. Bij de weinige gelegenheden die zich voordeden om met haar te spreken, leerde ik haar kennen als een doelbewuste jonge dame, die met beide voeten op den grond stond en die niet zoo makkelijk uit haar evenwicht was te brengen. Die morgen echter bemerkte ik, dat zij niet leed aan een voorbijgaande depressie van de ziel, maar dat zij innerlijk kapot was. Zij weigerde mij de oorzaak van haar toestand te vertellen. Ik begreep direct, dat zij iets gevonden moest hebben, wat in de nauwste samenhang met de misdaden moest staan en dat haar persoonlijk aanging. Maar ik kon niet vermoeden, dat de avond tevoren door een rein toeval de eerste verdenking tegen haar moeder bij haar was opgekomen, een verdenking, die haar met ontzaglijke afschuw vervulde en dat zij het bewijs in handen had gehouden van het daderschap van haar moeder.
Na de dramatische gebeurtenissen liet ik Truus Drakenburg, die dacht dat Cornelis Baron doodelijk was getroffen en die in zwijm viel, zoowel als de reporter naar het ziekenhuis brengen.
De zekerheid, dat Baron slechts licht gewond was en binnen weinige dagen weer heelemaal genezen zou zijn, deed haar volkomen opleven. En de overtuiging, dat
| |
| |
niemand anders dan haar moeder het schot op den reporter gelost kon hebben, gaf haar ten slotte de innerlijke kracht om te bekennen wat zij die avond gevonden had.
Fedora Drakenburg bezat een buitengewoon kostbare handspiegel, een familie-erfstuk van een voorouder der familie, eene gravin Woronzoff, hofdame van Catharina II. Na een voor Rusland gelukkig beëindigde veldtocht tegen de Turken had zij het van de Czarin cadeau gekregen. Deze spiegel, die nu hier op de schrijftafel van den Commissaris ligt en waarin een opdracht van de Czarin gegraveerd is, lag altijd op een lage schoorsteen in de bibliotheek van Drakenburg.
Op die avond nam Truus Drakenburg de spiegel op en het ding viel per ongeluk uit haar handen op de grond. Zij wist, dat als dit oude waardevolle pronkstuk beschadigd was haar moeder zeer ongelukkig zou zijn, dus schrok zij erg over haar ongeluk. Zij bukte zich om de spiegel op te nemen. Het glas was niet gebroken. Haastig onderzocht zij iedere edelsteen, waarmee de lange greep van de spiegel bezet is om vast te stellen of een der steenen misschien bij het vallen los was gaan zitten. Tot haar ontsteltenis ging onder haar vingerdruk op een der steenen plotseling het onderste einde van de greep open en daar viel een lange slanke dolk uit, die nog bloedvlekken droeg.’
Behoedzaam nam de Hoofdinspecteur de spiegel in de hand. Hij drukte op een steen, en de dolk kwam te voorschijn. Allen staarden zij met ontzetting op de oneindig fijne kling, waarop nog de bloedsporen van de moord zichtbaar waren en geen der aanwezigen kon de gedachte van zich afzetten hoe het mogelijk was, dat een vrouw de koelbloedigheid kon bezitten om met
| |
| |
zulk een wapen een mensch van het leven te berooven. Langzaam schoof de Hoofdinspecteur de dolk weer in de spiegel, de kleine veer klikte, en het gevaarlijke sieraad van een langvervlogen roemrijke tijd lag weer als een stomme aanklager op de schrijftafel van den Hoofdcommissaris.
Een oogenblik zweeg Smit, daar hij zich niet aan de indruk van dit bewijsstuk kon onttrekken en ook de anderen zichtbaar onder de indruk van deze nieuwe onthulling waren. Toen ging hij verder:
‘Rillend schoof het jonge meisje de dolk weer terug en legde de spiegel op haar plaats. Ze waagde het niet iemand iets van haar ontdekking te zeggen, maar de afschuwelijke vondst, die zij gedaan had, liet haar niet slapen. De indruk van de moord, die in haar tegenwoordigheid was gepleegd, leefde nog zoo sterk in haar, dat zij direct dit wapen met de daad in verband had gebracht. En wie, behalve haar moeder, kon iets van het geheim van de spiegel weten. Deze nacht leed Truus Drakenburg urenlang, uren, die zich diep in haar jonge ziel hebben gegrift, en met onverminderd geweld loeide en brandde het beleefde nog in haar, toen ik haar dien morgen tegen kwam.
Evenals Fedora had Truus ook aan haar moeder gehangen en het was wel een ontzaglijke strijd, die zij moet doorgemaakt hebben tot het afgrijzen en de ontzetting in haar de namelooze smart verdoofd hadden en zij ten slotte - aan het eind van haar krachten - besloot, haar moeder aan te geven.
De opgave, waar ik nu tegenover stond, zou meer die van een psycholoog geweest zijn en er was heel wat voorzichtigheid voor noodig om haar over de zwaarste uren van haar leven heen te helpen en haar tot spreken
| |
| |
te bewegen. Tot mijn vreugde echter zag ik, dat haar woorden haar innerlijk vrijmaakten en dat ik de juiste weg had gekozen om haar te vrijwaren voor een volkomen instorting.
Daarmee is nu de keten van misdaden verklaard en een machtige politieke geheime bond heeft zijn einde gevonden.
Wat nog verder te vertellen valt is hoe het verder met de assistente van Dr. Vorst is gegaan.
Na haar bevrijding heb ik de gelegenheid te baat genomen uitvoerig met haar over de ontdekking en de tot nu toe bereikte resultaten te spreken. Ik vernam de bedroevende mislukkingen, die den ontdekker zonder pardon bij verdere voortzetting van de experimenten voor den rechter zouden hebben gebracht en die hem, zooals de treurige ervaring hem geleerd heeft, noodlottig zijn geworden toen hij in de handen van een bende misdadigers was gevallen.
Maar het niet te vernietigen geloof van Dr. Thea Lankorst - iemand die men wetenschappelijk zeker vertrouwen kan - aan de uitslag en mijn eigen innerlijke overtuiging van de onuitsprekelijke zegen, die Dr. Vorst's ontdekking, zoo er gunstige resultaten kwamen, voor de menschheid beteekenden, maakten dat ik besloot het risico op mij te nemen. Ik gaf - eigenmachtig, dat moet ik zeggen - Dr. Lankorst de mogelijkheid de beide gevallen, die zich in de kliniek van Dr. Vorst bevonden en die al volgens de nieuwe methode waren behandeld, verder te verzorgen. Achteraf beschouwd heeft mijn eigenmachtig optreden veel goeds gehad, daar de berichten van de patienten en de kliniek positief waren alsook die van de doktoren, die in vertrouwen met de proef in kennis waren gesteld.
| |
| |
De toestand van de beide patienten is verbeterd en een volkomen genezing is niet meer uitgesloten zoowel volgens meening van Dr. Lankorst alsook volgens het oordeel van de doktorencommissie.’
Smit zweeg.
Als lood drukte de verklaring van den Hoofdinspecteur op hen allen en zelfs de laatste woorden, die als een verlossing hadden moeten werken na al het verschrikkelijke, kon de zware druk die op hen lag niet wegnemen.
Aarzelend stonden de aanwezigen op en met een korten handdruk namen zij van den Hoofdcommissaris en Smit afscheid.
‘Beste Smit,’ zei de Hoofdcommissaris, ‘dat was weer een meesterstukje. Maar op het punt van die medische experimenten, was je wel wat al te lichtzinnig, niet? Die geschiedenis had je je kop kunnen kosten, en het zou niet mogelijk zijn geweest voor mij ook maar het geringste voor je te doen.’
‘Ik ben fatalist, Hoofdcommissaris,’ zei Smit, terwijl hij een sigaret opstak, ‘ik kan de mensch in mij scheiden van den beambte. Ik heb gedaan wat mij mijn menschelijk gevoel voorschreef.’
‘Op jou kan men ook nooit vat krijgen,’ antwoordde de commissaris hoofdschuddend. Toen klopte hij hem lachend op de schouder. ‘Je hebt wel weer wat verlof verdiend.’
‘Daar wou ik al om vragen. Ik wou graag naar Parijs.’
‘Voor je rust - naar Parijs?’
‘De stad interesseert mij! ik ken haar niet en ik zou haar ook graag aan mijn vrouw laten zien.’
‘Wanneer wil je gaan?’
| |
| |
‘Ik hoop voor het vliegtuig van morgen nog twee plaatsen te kunnen krijgen.’
Ten Briel had zijn papieren teruggekregen en de uiteindelijke bevrijding van zijn angsten scheen een nieuw mensch van hem te hebben gemaakt.
Dr. Thea Lankorst, die door de onverwachte wending van het lot en het succes en de openbare erkenning van Dr. Vorst toen spoedig haar krachten herkreeg, nam de leiding van Dr. Vorst's kliniek over om daar in zijn geest te werken en zoo een herinnering aan hem te stichten, die hij wel verdiend had voor het wel der menschen.
Nadenkend en stil was Cornelis door de straten van de oude stad naar de redactie gegaan. Stil zat hij tegenover Nijman en Verhulst. Hij vertelde hun het interessante verhaal van Smit en verzweeg wat hij meende, dat zij niet hoefden te weten.
Twee jaar waren voorbijgegaan. In die tijd was er veel veranderd. Azuurblauw welfde zich de hemel over de zee en over het witte strand dat in de zon glinsterde. Les Grenouilleres.
In de schaduw van een strandparasol lagen twee menschen en keken langs de bocht naar de witte huizen van Nice.
‘Ik had niet gedacht,’ zei Truus lachend, ‘dat jij zoo goed kon zwemmen.’
‘Ik had niet gedacht,’ antwoordde Cornelis, die juist bezig was zich in het zand in te graven, ‘dat jij me van de zeilboot in de zee zou gooien.’
Truus lachte.
Juist werden de twee paarden gebracht, die zij voor deze middag hadden besteld.
| |
| |
Elegant slingerde zij zich in den zadel en keek lachend toe hoe Cornelis met behulp van den rijknecht zich moeilijk op de rug van het paard werkte. Zij galoppeerde weg, en Cornelis, die de teugels loshield verwonderde zich, dat het zooveel makkelijker was van een paard naar beneden te komen dan erop.
Hij zat in het zand en keek Truus na. Het leek als vloog zij met haar paard over het strand. Na een half uur keerde zij terug, de haren verward door de wind, de oogen stralend van levenslust.
Dicht voor hem bracht zij haar paard tot stilstaan.
‘Wat doe je daar?’ vroeg zij.
Met groote ernst keek hij naar haar op.
‘Ik schrijf een artikel:
JONG GETROUWD REPORTER DOOR BOOSAARDIG PAARD IN HET ZAND GEWORPEN.’
Truus brak in een schaterlach uit, en Cornelis was gelukkig, dat zij in de zon van de Rivièra haar lach had teruggevonden.
|
|