Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een afgezant uit niemandsland (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een afgezant uit niemandsland
Afbeelding van Een afgezant uit niemandslandToon afbeelding van titelpagina van Een afgezant uit niemandsland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.13 MB)

Scans (11.34 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een afgezant uit niemandsland

(1968)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

31

Begoresj had vier ruiten gebroken. Hoelang zou de glazenmaker erover doen het eiland te bereiken? Wind en regen maakten het leven in de conversatiezaal onmogelijk. Afweer onvoldoende. De kaartspelers kropen huiverend onder de dekens en verloren hun zekerheid.

Daartegen helpt alleen drank en als het even wilde werd het fiere schilderij van de directeur werkelijkheid.

[pagina 182]
[p. 182]

Het noordelijk deel van het eiland lag door rotsen en heuvels als een groot dal beschut tegen veel wind.

Er groeiden palmen en wilde olijfbomen.

De afdaling was niet eenvoudig. De andere kant van de heuvelrug was steil en brokkelig. Aan de onderkant veel struikgewas waartussen scherpe doornen.

Het was stil. Er waren veel vogels. De zon verdween steeds vaker. De lucht was eerst wit, daarna kwamen er zwarte plekken.

De zee had niet langer een vertrouwde blauwe kleur. Alsof er olie op de golven dreef: zwarte arabesken, witte velden.

Aan de voet van de heuvel kon de zee niet gezien worden. Waar de zon zich moest bevinden waren de wolken oranje.

Asquit ging voor.

Hij baande zich met grote zekerheid een weg door de varens, insekten wolkten op, voor hun voeten sprongen hagedissen weg.

De struiken ritselden voortdurend. Ieder voor zich lette op slangen. Zo kwamen zij steeds meer op zichzelf. Begoresj achter Asquit. Flannagan niet snel genoeg hen bij te houden en Paul daartussen in.

Toen klonken van dichtbij ontploffingen. In de verte steeg rook op. De lucht werd nog meer oranje. Het werd snel donkerder.

Paul bleef staan. De heuvels waren verdwenen in een vlaag mist. Vaag onderscheidde hij Flannagan.

- Hé jongen! riep de Ier.

Paul wachtte, hij werd opeens bang.

- Antwoord! riep Flannagan. Hallo!

Het leek alsof hij in een reuzentempo verdwaalde.

Tegelijk dook Flannagan weer op vanachter een boom. Hij liep enigszins gebogen en hinkte.

- Wat zijn die ontploffingen? hijgde hij.

[pagina 183]
[p. 183]

Hij wees omhoog. Witte strepen tussen nog meer zwart.

De rook was verdwenen. Veraf volgde een nieuwe ontploffing.

Begoresj en Asquit hadden zich omgedraaid en kwamen terug. Asquit floot vals. Begoresj hijgde.

- Kom mee, zei hij. Laten we in godsnaam voortmaken.

Het regende nog niet. Elke meter die hij nu aflegde zou hem minder nat maken. Vooruit. Hij duwde Asquit in de richting van de stokerij.

Een lichte nevel hing tussen hen. Zij bleven dichtbij elkaar. Asquit floot. Begoresj kuchte om geluid voort te brengen. Echo's die de afstand moesten bepalen.

 
Het paradijs het paradijs

zong Asquit.

- Misschien zijn ze gewaarschuwd! schreeuwde Flannagan, hoewel er geen reden bestond om zo te schreeuwen.

 
De kurk de kurk
 
Jij ouwe schurk

zong Asquit.

- Pas op! schreeuwde hij.

Paul liet zich op de grond vallen, maar Asquit waarschuwde slechts voor een verraderlijke kuil.

- Een druppeltje, zei Henri. Zo maar op mijn voorhoofd.

- De heilige geest van de dronkaards, voegde Begoresj toe.

Asquit legde zijn wijsvinger op zijn voorhoofd en stopte hem hierna in zijn mond.

- Regen! schreeuwde Henri blij. Zuivere regen!

Hij legde zijn arm om Pauls schouder.

- Ik ben bang dat ze nu vlak achter ons zitten, zei hij zacht, alleen voor Paul verstaanbaar. Ze zullen ons direct te grazen nemen.

[pagina 184]
[p. 184]
 
Maar vergeten, vergeten
 
Niet uit het hart
 
En altijd in de aderen

zong Henri Asquit, bij elke tekst de melodie aanpassend.

- Zo is het, zei Begoresj. Gods vaderland heeft vele woningen.

Het regende gestadig. De witte strepen werden grijs en verschrompelden. Er kwam een onweer aan.

De whiskystokerij lag te midden van een kring bomen, een heksenkring, waarbinnen toverij moest heersen om de soldaten buiten te houden.

Achter hen was niets te zien.

De bomen lagen, evenals bij de uitspanning, te midden van gras.

Hoeveel voetstappen hadden zij inmiddels afgelegd?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken