Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een afgezant uit niemandsland (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een afgezant uit niemandsland
Afbeelding van Een afgezant uit niemandslandToon afbeelding van titelpagina van Een afgezant uit niemandsland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.13 MB)

Scans (11.34 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een afgezant uit niemandsland

(1968)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

30

- Lieve Alissa! riep Asquit. Ze hebben je gemist!

Alissa's gezicht stond strak. Zij droeg een lange manchester broek, een leren vest over een rood truitje.

Naast haar waren Cromwell en Flannagan.

- We stappen eens op, zei Begoresj.

- Niemand stapt op, antwoordde Cromwell met een wit gezicht.

- Ik wil weten wat er met dat vliegtuig is, zei Asquit. Er kan godverdomme wel een bom inzitten! Hahaha!

- Hou je smoel! schreeuwde Cromwell.

Hij liep naar de directeur en gaf hem een hand.

- Het eiland is uitgestorven.

- Als het de wereld maar niet is! riep de directeur. Wat kan er gebeuren! Zie je die schepen Cromwell? Heb je die helikopters gezien? Wat een materiaal, wat een zekerheid. - Materiaal, zei Cromwell schamper. Waar het woord faalt. - Ik vertrouw op het woord, zei Asquit.

- Henri vertrouwt erop dat het woord vlees wordt.

- Het woord is vlees geworden, zei Asquit tegen Begoresj. Er is hier uitsluitend vlees.

De kamer leek grauw nu de zon steeds minder snel terugkwam.

[pagina 179]
[p. 179]

- Ik zal een uiteenzetting geven van de omstandigheden, zei Cromwell. In deze buurt zijn oefeningen aan de gang. Dat laatste werd vanmorgen bekend. Daarna is een vliegtuig in zee gestort; het eiland werd afgezet. Op dit ogenblik worden de laatste feestvierders naar de haven gebracht en ingescheept op landingsvaartuigen. Daarna komt de bevolking. En tenslotte wij. Ontkomen op het eiland is onmogelijk. Niemand weet wat het vliegtuig aan boord had. Wij kunnen er naar raden.

Flannagan liep naar het raam en keek in de richting waar het vliegtuig verdwenen was.

- Vluchten heeft geen zin, zei Cromwell. Maar ik ben nieuwsgierig. Wij weigerden aan boord te gaan van een van de vaartuigen. Toen ze ons geen uitleg gaven dreigden wij paniek te veroorzaken. Onmiddellijk werden wij hierheen gebracht. Lastige elementen, net als jullie.

- Van mij zijn ze nog niet af, zei Asquit.

- Is er direct gevaar? vroeg Paul.

- Ik vraag mij af waar ze die mensen naartoe brengen, zei Cromwell. Ik weet verder zeker dat er bij het wrak gewerkt wordt.

- In witte pakken! zei Paul.

- Ik laat mij niet vervoeren tegen mijn zin, verklaarde Cromwell.

Begoresj spuwde op de grond.

- Mijn vloer! schreeuwde de directeur. Zwijn! Maak schoon! Maak dat schoon met je zakdoek!

Cromwell verschoof ongeduldig op de rand van het bureau.

- Ik blijf hier niet zitten, zei hij nerveus. Geen moment. Ik stel voor te vluchten. Ik wil zelf uitmaken waar ik in verzeild ben. Het probleem is dat wij bewaakt worden.

- Ik sta garant voor u, zei de directeur. Ze zullen gasten van mijn huis ontzien.

- Als wij nu eens hier de boel in puin slaan, stelde Asquit

[pagina 180]
[p. 180]

voor. Met het lawaai trekken wij de wacht naar ons toe.

- Ik ben bang, zei Cromwell. Dat is een feit. Bovendien moeten wij eerst beraadslagen wat wij met de directeur... wij kunnen de boel hier toch niet zomaar...

Asquit liep naar voren en sloeg de directeur met één slag bewusteloos. Hij betastte zijn pijnlijke knokkels.

- Guerrilla, fluisterde Flannagan vol vuur.

- Was Gossep maar hier! riep Alissa. Nu ben ik het enige meisje.

- Jij telt voor twee, zei Asquit, terwijl hij naar de deur ging.

- Laten we praten! riep Cromwell angstig.

Omdat Asquit niet luisterde sprong de hoogleraar op en volgde hem. In ganzepas gingen zij achter elkaar de trap af. De anderen kwamen hen achterna.

Henri rende naar het eerste de beste oude wijf dat hij in het vizier kreeg en trok haar gemeen aan haar haar. Op het gegil kwamen verschillende kaartspelers op hem af waarvan hij er twee met de koppen tegen elkaar kletste. Hierna trapte hij een tafel om en smeet een koffiepot naar een kast met glazen. Raak.

Toen vochten zij plotseling allemaal. Alissa trapte een statige heer in het kruis en woog behaaglijk een asbak op haar hand.

Asquit ging hitsend rond, brillen afrukkend en vertrappend. De zaak was vervuld van gegil en het duurde lang maar toch niet lang genoeg tot de soldaten binnenkwamen om in Asquits oude truc te trappen. Tegen die tijd waren Henri zelf en Begoresj Paul achterna gegaan, het raam door. Er heerste inderdaad een verschrikkelijke ravage.

Alissa en Cromwell, die de smaak nu wel te pakken had, vochten door, waarbij Cromwell het voordeel had dat hij verschillende bekenden voor zich had.

Zij renden naar zee en verscholen zich bij het strand in struikgewas.

Na enige tijd klonk er een Iers volksliedje.

[pagina 181]
[p. 181]

Vanachter de struiken kwam Flannagan, ongeschonden.

- De rest is gevangen genomen, zei hij, zich neerlatend op het zand. Sommige mensen weten niet van ophouden.

Toen er geen troepenbeweging in hun richting kwam, ging Flannagan hun voor, neuriënd, uitroepen slakend, tot aan de heuvelrug.

- Ik zal je eens iets leren, zei hij tegen Asquit. Wanneer in abstractie denkende figuren losslaan, wordt het woord pas werkelijk vlees. Jij hebt op Cromwell een katalyserende invloed Asquit. Hij keert het rusthuis nu voorgoed de rug toe. Hij heeft de boel kort en klein geslagen.

- Dat is voldoende, zei Asquit kortaf.

- Ik heb het geweten! zei Flannagan. Nu volgt hij zijn ingevingen!

Zij klommen tegen de heuvel op, af en toe steentjes losschoppend.

Eindelijk keken ze beneden zich op het rusthuis, waar zich niemand in de tuin bevond.

Aan de andere kant was een wilder en kleuriger land.

Een kilometer van hen vandaan een aantal gebouwen.

De whiskystokerij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken