dat alles wat in een gedrukt boek stond, waarheid en niets dan de waarheid was.
Als iemand zo goed kon liegen dat het leek alsof het uit een boek gehaald was, dan moest hij wel een erg doortrapt mens zijn.
We zouden kunnen zeggen: iets dat gedrukt is, staat zwart op wit. Zwarte drukletters op wit papier.
Misschien staat dat ‘zwart op wit’ in verband met ‘hij liegt dat hij zwart ziet’, hoewel dat laatste meer slaat op het feit dat je vaak aan iemands gezicht kunt zien dat hij liegt. In Zuid-Nederland zegt men: ‘Je neus is zwart, je liegt.’ En vroeger luidde het: ‘Liegen tot je rood en blauw in je gezicht wordt.’ Als je dat rood en blauw een graadje erger wilt maken, beland je al gauw bij zwart.
Je kunt ook ‘liegen als een advocaat’, dat is zodanig liegen dat het tegenbewijs niet te leveren valt, of ‘liegen als een almanak’.
Dit laatste is ontleend aan de zegswijze: ‘De almanak en de krant brengen de leugens in het land.’
Ja, en dan kan er ook nog gelogen worden ‘als een tandentrekker’. En dat slaat dan op het geringe vakmanschap van de middeleeuwse tandartsen. Meestal werden tandheelkundige behandelingen in die tijd door een kwakzalver uitgevoerd, die dan door het vertellen van moppen en leugens het volk naar zich toe trok en veel geld aftroggelde voor zijn zogenaamde geneeskundige praktijken.
Als je dat zo bekijkt, moet er in de loop der eeuwen niet alleen veel gelogen zijn, maar heeft dit liegen altijd de aandacht weten te trekken. Sommige leugens hebben een grote verspreiding gehad. Mijn moeder, die pretendeerde dat ze liegen heel vervelend vond, vertelde mij als kind dat ik uit de rode kool kwam.
‘Je moeder jokt,’ zei mijn vader dan. ‘Jij bent door de ooievaar gebracht.’