Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Al is de waarheid nog zo snel (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Al is de waarheid nog zo snel
Afbeelding van Al is de waarheid nog zo snelToon afbeelding van titelpagina van Al is de waarheid nog zo snel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

Scans (4.30 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Al is de waarheid nog zo snel

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

Spreken in het openbaar

Iedereen die geregeld vergaderingen moet bezoeken, weet dat spreken hoogstens zilver is en zwijgen minstens goud. Helaas blijven er altijd mensen die dit vergeten, of de volgorde met opzet omdraaien. Die denken dat juist spreken goud is, of zelfs goud oplevert.

Bij dit laatste denk ik aan de advertenties waarin instituten voor spreekvaardigheid, die opereren onder prachtige namen als Instituut Eloquentia (‘welsprekendheid’), mensen die - meestal geheel terecht - hun mond niet open (durven te) doen oproepen bij hen tegen betaling een cursus te volgen.

Want wie wil er niet een goed spreker worden op partijvergaderingen, in oudercommissies en andere organen? Die instituten spelen altijd op de ijdelheid van hun klanten. Ze zeggen dus niet: ‘Bent u ook zo'n type dat nooit begrijpt wat een ander bedoelt zodat u het maar het verstandigst vindt uw mond dicht te houden?’ Welnee, die advertenties zeggen: ‘U bent eigenlijk heel belangrijk. Wist u dat nog niet? Diep in uw hart weet u het best! U bent heel belangrijk. Herhaal: u bent verschrikkelijk belangrijk. En u hebt allerlei interessante meningen. Gek eigenlijk hè, dat anderen daar nooit iets van te horen krijgen omdat u zo weinig zegt. En toch wilt u dat die anderen u gaan bewonderen, omdat u altijd uw mond durft open te doen, niet schroomt wanneer er een toespraak moet worden gehouden. Bovendien weet u het, nietwaar? Degene die in onze maatschappij het beste zijn mondje weet te roeren, krijgt de meeste kansen op Succes.’

In die advertenties staat dus nooit wat ik vaak denk op vergaderingen waar allemaal mensen bij elkaar zitten die om het hardst proberen aan het woord te komen en te blijven. Dan denk ik: ‘Allemachtig wat een gezeur. Houdt die kerel

[pagina 15]
[p. 15]

(respectievelijk: dat mens) nou nooit op. Daar heb je hém (háár) weer. Schiet toch op! Wij weten allang wat je wilt zeggen.

Dat hoef je ons niet nog een keer uit den treure uit te komen leggen!’

Zo gaat het dus in de dagelijkse praktijk.

Vlotte sprekers zijn niet altijd de beste. Want het gaat erom wat ze te zeggen hebben en hoe ze het zeggen. Iemand die zijn belangwekkende mededelingen te lang uitspint, oogst verveling. Daarentegen kan iemand die op een leuke manier niets weet te vertellen, best heel boeiend zijn. Maar dat komt maar weinig voor. En Niets verveelt toch ook heel snel.

Daarom: iets en hoe.

Dat ‘iets’ leer je natuurlijk nooit op zo'n instituut. De inhoud van een toespraak (of van een geschrift) komt tot stand op basis van de algemene kennis van de spreker. En niet alleen op basis van zijn kennis, maar ook van zijn vermogen met die kennis iets te doen.

Les in spreken aan mensen die niets te vertellen hebben, zal altijd op een fiasco uitlopen, net als zwemles aan iemand zonder armen en benen. Toch proberen die instituten dat. Ze claimen dat ze iedereen ‘spreken in het openbaar’ kunnen leren, en daarbij gaan ze er voor het gemak van uit dat al hun cursisten in principe boeiende, originele persoonlijkheden zijn.

Die cursussen komen, doordat vorm en inhoud van elkaar gescheiden worden, neer op het aanleren van trucs om van je verlegenheid af te komen.

Helaas zal iemand die op zo'n instituut spreken heeft geleerd en niets te zeggen heeft, in een gezelschap van werkelijk spreekvaardigen onmiddellijk door de mand vallen. De volgende cursus die hij moet volgen is er een om de persoonlijkheid te versterken. De wielrenner Hennie Kuiper volgde zo'n cursus in de winter van 1978-1979, omdat hij een leider wilde worden.

Helaas was hij in de daarop volgende Tour de France minder een leider dan ooit.

Het is overigens bekend dat veel mensen spreekangst hebben. Zij voelen zich geremd in gezelschappen en houden daar dan ook hun mond gesloten. Cursussen waarin je wordt voorgespiegeld dat je een vlotte jongen of een brutaal meisje zult worden, helpen daar niet tegen. Spreekangst verdwijnt meestal wanneer mensen leren de situatie waarin zij zich bevinden aan

[pagina 16]
[p. 16]

te kunnen. Dat kan dus nooit in de nagebootste werkelijkheid waarin een aantal mensen bij elkaar zit die allemaal vlotte sprekers willen worden en daarbij bereid zijn elkaar optimaal te helpen. In de werkelijkheid willen mensen elkaar meestal helemaal niet helpen. Ze willen elkaar aftroeven, bewijzen dat ze sneller zijn dan een ander.

Bovendien: niemand leert spreken door het houden van kletspraatjes, zoals geen leerling op school zich behoorlijk in het openbaar leert te uiten door het houden van zo maar een spreekbeurt.

Vaak zie je mensen in een situatie verkeren waarin zij voor hun belangen moeten opkomen. Ze weten wat hun belangen zijn en dat hun kans voorbijgaat als ze hun mond niet opendoen. Ze moeten wel en uiten zich, zij het vaak onbeholpen. Maar als je het meer doet, gaat het al snel beter.

Als ik een instituut voor welsprekendheid opende, zou ik het ‘Instituut De Holle Vaten’ noemen.

Die klinken namelijk het hardst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken