Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 164]
[p. 164]

[XXX]

Wanneer Frits 's morgens om kwart over acht naar kantoor vertrok, was de gezinsverzorgster al gearriveerd. Nu deze morgen zou vertrekken, kon ze vaststellen dat hun contact vlekkeloos was verlopen. Ze had haar nauwelijks opgemerkt. Toen zij nog op Ibiza zat, had Frits haar komst geregeld. Het was allemaal chaotisch in z'n werk gegaan: wel een verzorgster, maar bij nader inzien een gehalveerd gezin. Eigenlijk kon dat niet. Maar het was toegestaan. Alleen werd daardoor de duur van haar verblijf bekort. Morgen nam Frits zijn moeder haar taak over.

Zij had gevraagd of het niet door kon gaan, maar Frits was onverbiddellijk geweest. Zij voelde zich te moe om het plan te verijdelen. Zij zat in bed en wachtte.

Het idee dat ze alleen in huis was gaf haar een gevoel van vrijheid. Zij kleedde zich uit met de bedoeling onder de douche te gaan. Maar door een plotselinge ingeving zette zij zich in de schommelstoel die naar de slaapkamer verbannen was en begon zich te bevredigen.

Gezeten naast de geopende balkondeuren, liet zij de altijd in een lichte treurigheid eindigende warmte over zich komen. Aan de overkant deden gemeentemannen hun werk. Als ze wilden konden ze haar zien zitten.

Waarom deed ze dat? Was ze dan toch langzaam gek aan het worden, eindigend in de fase waarin het totale exhibitionisme haar in zijn greep had?

Zij begreep de behoefte zich in het verborgene te tonen niet. Wanneer zij zichzelf beroerde, verschenen in haar geest voorstellingen waarin steeds minder mensen voorkwamen. Landschappen, vergezichten. Bovenop een berg zat zij, vlakbij een kabelbaan. In de verte de met sneeuw bedekte toppen. Maar daar beneden haar, in het dal, bijna onzichtbaar en toch gemakkelijk te volgen in iedere beweging, zaten haar ouders, zoals zij zich toonden aan de fotograaf Hand in hand, met de rug naar het bergmassief. Vanuit haar hoge positie keek zij neer op haar ouders, zoals zij zich opstelden aan het begin van de periode waarin zij verwekt zou worden. Haar vader dacht eraan, hij zon op mogelijkheden zijn vrouw op de rotsachtige bodem te omhelzen. Maar hij zag af van die onderneming omdat nog meer toeristen binnen zijn gezichtsveld verschenen, met dezelfde plannen, of gewoon genietend van het mooie weer en de frisse aanblik van de bergweiden, de dames huiverend voor

[pagina 165]
[p. 165]

de hoge toppen die hun mannen nooit zouden bestijgen. Hunkerend naar bergbeklimmers, met hun houwelen en touwen, schreeuwend naar elkaar, hangend aan de Noordwand van de Eiger; de wind stak op, de sneeuw dreigde, maar zij gingen voort. Wat een opwindende gedachten en hoe ver waren zij allen verwijderd van Nila, die een volgend plaatje uit haar geheugen zag verschijnen. Nu strekte zij zich languit en lui uit aan de oever van een rivier, waarboven de zon hing. De avond begon snel te vallen. Luider werd het gezoem van de muggen.

Haar vingers bewogen zich snel in een draaiende beweging rond haar clitoris.

De telefoon rinkelde.

Het kostte haar moeite zich los te maken uit het landschap waarin zij zich bevond en waaruit inmiddels de laatste mensen waren verdwenen.

Ze haalde diep adem en trok haar hand terug. Ze sloeg een duster over haar schouders en rende naar de studeerkamer.

Bij de telefoon aangekomen aarzelde ze. Nog niet al haar voorstellingen waren verdwenen. Zij voelde een opgeblazen gevoel in haar buik, alsof ze moest plassen. Ook het gevoel niet bevredigd te zijn, bleef hangen.

Ze nam de hoorn van de haak en bracht hem met tegenzin naar haar oor.

‘Hallo.’

‘Mevrouw Toussaint?’

Ze knikte. Hernam zich:

‘Ja.’

De man aan de andere kant van de lijn wachtte even.

‘Mevrouw Toussaint,’ zei hij even later, pratend op gejaagde toon.‘Neemt u mij niet kwalijk dat ik u stoor. Maar de kwestie is, wat zal ik zeggen, belangwekkend genoeg.’

Hij aarzelde opnieuw. Nila wachtte. Ze wist niet wat ze moest zeggen, het kon haar ook niet schelen.

‘Mevrouw Toussaint, de zaak is deze,’ vervolgde de man.‘U hebt waarschijnlijk van uw man gehoord over de heer Levi.’

‘Ik ken geen meneer Levi,’ zei Nila.

‘De heer Levi is de getuige uit Israël die door de officier van justitie is opgeroepen in de zaak tegen Melgers. Ik vertel u daar toch niets nieuws mee, neem ik aan!’

[pagina 166]
[p. 166]

‘Ik herinner het me nu ja.’

‘Voor uw man is dat niet leuk.’

Nila zweeg.

‘Hallo,’ zei de man.‘Mevrouw Toussaint. U bent er toch nog?’

Nila liet zich behoedzaam op de stoel zakken die half onder het bureau verscholen had gestaan.

‘Wat wilt u van mij?’

‘Neemt u mij nogmaals niet kwalijk,’ zei de man. ‘Ik begrijp dat u denkt dat de zaken van uw man op zijn kantoor thuis horen.’

‘Dat is ook zo.’

‘Het punt is,’ vervolgde de ander. ‘Hoe moet ik het uitleggen? Er is iets met de heer Levi; enfin, laat ik tot de kern van de zaak komen: een zo sterke getuigenis tegen de cliënt van uw man zal de positie van de verdediger in deze zaak geen goed doen. Ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel.’

‘Ik begrijp u nog steeds niet.’

De man zuchtte duidelijk hoorbaar.

‘Het probleem is,’ zei hij,‘dat ik door de telefoon niet volstrekt duidelijk kan zijn. Om allerlei redenen. Begrijpt u mij, mevrouw Toussaint?’

‘Ik begrijp u helemaal niet,’ zei Nila moeizaam.‘Waarom regelt u dit niet met mijn man? Ik heb niets met de zaak te maken.’

‘Dat meent u niet,’ zei de stem aan de andere kant.

Maar ze had gelijk. De zaak Melgers stond buiten haar. Zij wist niet meer dan een krantelezer. Haar man was de verdediger. Zij wist iets over haar man. Weinig over de verdediger.

Zij keek aan tegen de buitenkant van de dingen die Frits bezighielden.

‘Hoort u mij nog?’ informeerde de ander ongeduldig.

‘Ja,’ zei ze.‘Ik versta u.’

‘Begrijpt u, mevrouw Toussaint, waarom ik over een precaire zaak als deze niet geheel open kan zijn over de telefoon?’

‘Waarom belt u mijn man niet voor een afspraak?’

‘Omdat het om u gaat,’ zei de man. ‘Het gaat mij om u. Ik kan dat niet door de telefoon uitleggen. Maar het is belangrijk. Het is belangrijk voor uw man. Voor u en uw man. U zult wel een vermoeden hebben. Maar ik wil u graag persoonlijk spreken.’

‘Ik kan niet met u spreken,’ zei ze snel.‘Ik ben overspannen. Ik wil dat u mijn man belt. Of geeft u mij uw naam. Dan komt hij

[pagina 167]
[p. 167]

desnoods naar u toe.’

Alles wilde ze doen om zo snel mogelijk van het gesprek af te komen. Niet langer naar hem luisteren. Als een lawine golfde angst van haar hoofd door haar lichaam.

‘Belt u mijn man!’

‘Ik beschik over gegevens,’ zei de man. En daarna, met stemverheffing: ‘Gelooft u mij toch, dit is belangrijk. Ik ben betrouwbaar. Luistert u nu alstublieft naar mij. Ik moet u spreken. U kunt belangrijk werk verrichten. U houdt toch van uw man?’

‘Ja,’ zei ze, in een opwelling. En meteen erachteraan:‘Wie bent u. Zegt u alstublieft uw naam.’

‘Dat doet er nu niet toe.’

‘Dat doet er alles toe!’

‘Jansen.’

‘Is dat zo?’

‘Wat kan het u schelen,’ zei de man. ‘Ik kan ook een dubbele naam opgeven, waarna u mij eerder zult geloven. Maar die kan evenzogoed vals zijn. Neemt u mij serieus. Ik heb het beste met u voor. Dit is een verschrikkelijke zaak. Dat weet u. Er komen hier dingen ter sprake waarover mensen, sommige mensen, niet meer kunnen spreken of ze maken...’ Hij aarzelde.

Nila zweeg.

‘Begrijpt u mij?’ vroeg de man.

Het kostte haar moeite zijn stem nog te horen.

Plotseling kwam er een ander gesprek tussen. Twee vrouwen die elkaar opgewonden te woord stonden.

‘We kunnen niet meer praten,’ zei de man na een pauze. ‘Ik wil u spreken. Vanmiddag als het kan. Op een neutrale plaats. Denkt u niet dat ik te veel detectives heb gelezen. Ik ben volkomen ernstig. Ik wil graag dat u naar de stad komt.’

‘Daar is geen sprake van!’

‘Doet u het toch,’ zei de man.‘Ik zeg dit met klem: komt u naar de stad. Om half drie. Gaat u zitten in het café van Americain. Ik zal naar u toekomen.’

‘Kent u mij?’ vroeg ze onwillekeurig.

‘Ik weet u te vinden. Gelooft u mij. Daar is niets mysterieus’ aan.

‘Ik let wel op.’

Ze wilde vragen waarom hij met haar wilde praten. Of hij niet concreet kon zijn.

[pagina 168]
[p. 168]

‘Ik kan niets beloven,’ zei ze.

‘Ik wacht op u.’

Daarna verbrak hij de verbinding.

 

Zij ging zich aankleden. Terwijl ze voor de kast stond, aarzelend wat ze zou aantrekken, werd ze zich opnieuw de pijn in haar buik gewaar. Beneden betrad haar schoonmoeder het huis. Even leek de nog steeds in haar doorwerkende paniek tot een rukwind uit te dijen. Maar ze bleef staan. Klemde haar kiezen op elkaar. Ze moest nadenken. Ze moest over deze krankzinnige situatie nadenken.

Ze griste een rok en een blouse uit de kast en ging terug naar de studeerkamer. Daar pakte zij een stuk papier en noteerde wat haar was bijgebleven van het telefoongesprek. Toen ze niets meer wist te verzinnen ging zij naar beneden en begroette haar schoonmoeder.

‘Lekker een beetje uitgeslapen kind?’

‘Dat gaat wel,’ zei ze.‘Ik was een beetje moe.’

‘Waarom ga je er niet nog even in?’

Ze glimlachte en zei dat ze koffie ging zetten.

‘Houd jij je nu volkomen kalm,’ zei haar schoonmoeder.‘Dat doe ik wel.’

‘Ik doe het,’ zei Nila.

Ze ging naar boven en zette het bad aan.

Terwijl zij onder een te dik uitgevallen laag schuim in het behaaglijk warme water zat, dacht zij na over het telefoongesprek. Hoe had de stem geklonken? Was hij opgewonden, gespannen, zeker van zichzelf? Waarom wilde de man haar spreken? Werd hij achtervolgd? Klonk hij als iemand die achtervolgd werd? Maar wie moest hem achtervolgen? Ze was toch niet zo gek naar de stad te gaan om aan de gril van een fantast tegemoet te komen!

Maar als er van dat laatste eens geen sprake was?

En wat kon haar overkomen in een openbare gelegenheid?

Zij sloot haar ogen en probeerde de opwinding die het gesprek had veroorzaakt te verdrijven door een andere. De dagdroom terughalen. Terugkeren naar het donzen gebied tussen slapen en waken. De droom afmaken door hem een beetje in de gewenste richting te duwen.

Zij bracht het water in beweging en zag de schuimvlokken op het water deinen. Zij duwde haar schaamlippen uiteen en drukte

[pagina 169]
[p. 169]

zacht haar vinger tegen haar clitoris. Waar was haar droom gestopt? Zij stelde zich voor dat zij aan de oever van een rivier lag. Dan stond zij op en liep in de richting van de zee, die je vandaar kon horen. Het strand waarboven regenwolken hingen. Een verrukkelijk kortstondig gevoel van angst voor een stortbui. Maar ze was al doorweekt. Ze liet zich tot haar kin in het water zakken en voelde de emotie omhoog komen. Ze drukte haar knieën tegen de randen van het bad en merkte onmiddellijk na het wegstromen van de spanning hoe de lege velden, die zij uit haar voorstellingen probeerde te bannen, haar overmeesterden, in zich opnamen en verkleinden tot een nietig poppetje.

Zij moest koffie zetten. Haar houvast bestond erin dat zij in ieder geval de kleine dingen alweer onder controle had.

Zij was er zeker van dat de fluitketel al op het gas stond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken