Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 170]
[p. 170]

[XXXI]

Zij wist dat haar schoonmoeder haar scherper bekeek dan zij de laatste dagen gewend was. Uiterlijk onbewogen liep Nila door het huis, hielp met opruimen, probeerde een indruk van rust en overleg te vestigen. Intuïtief begreep haar schoonmoeder dat er iets aan de hand was. Maar waar precies zat de knoop waarop het ogenschijnlijk soepele gedrag zou vastlopen?

‘Ik wil nog even met je praten over gisteren,’ zei haar schoonmoeder, bij het tweede kop koffie. ‘Ik ben ontzettend blij dat alles goed is afgelopen.’

‘Wat bedoelt u?’

Haar schoonmoeder bracht het kopje naar haar mond, hoewel zij zojuist een slok had gedronken.

‘Denk eens na.’

Misschien was het moeilijk een oud-onderwijzeres te verslaan als het erom ging uitstel te krijgen. Maar ook het snelle drinken was een uiting van onzekerheid.

‘Wat wilt u me zeggen moeder?’ vroeg Nila.

‘Ik bedoel je tochtje naar Amsterdam. Je had het toch even aan me kunnen vertellen.’

‘Dan had ik u moeten opbellen!’

‘Ik denk dat het beter was geweest.’

‘En dan had u god weet wat in het werk gesteld om me thuis te houden.’

‘Ik kan je niet vastbinden.’

‘Kom nou moeder. Misschien niet letterlijk. Maar u zou toch minstens Frits hebben gebeld. En die de dokter. En voor je het weet zitten we met ons allen om de tafel om te bespreken waarom ik naar de stad wou.’

‘Je wou toch niet zo maar!’

‘Misschien juist wel.’

Haar schoonmoeder keek haar aan. Haalde haar schouders op.

‘Als je niet wilt antwoorden moet je het maar nalaten.’

‘Dan merk ik het zeker later wel op mijn rapport?’

En daar stond haar schoonmoeder, teruggeplaatst in de tijd van genade: jong en aanbiddelijk, een meisje nog. En alsof de tijd in een plat vlak kon worden uitgetekend, ontmoette zij in het midden van het plaatje de oom van een van haar leerlingen, die zij bezocht omdat hij t.b.c. had. Rekensommen afgewisseld met verliefde gedachten. De lichte opwinding die heviger werd naarmate het uur

[pagina 171]
[p. 171]

waarop de bel rinkelde in zicht kwam. Lome achtermiddagen, de balkondeuren van haar kamer geopend, een pak schriften op tafel. Hard doorwerken omdat straks de geliefde zou komen en de schriften in de war maken. Zuchten van welbehagen, de gedachte aan het langzaam onbeladen worden van het begrip kuisheid. Een witte wereld, waarin zij sneeuwballen gooide in een bos vol sparren. Leek dit niet op de besloten wereld van de boekjes die ze haar leerlingen voorlas? De rampen daar die zich van de werkelijkheid onderscheidden, omdat het definitieve karakter eraan ontbrak? Ventielen van het eeuwige geluk. Verdwalen was de aanleiding tot een verhaal, nooit het gevolg van een manier van leven.

‘Mag ik je iets over Frits vertellen?’ vroeg haar schoonmoeder opeens.‘Ik vind dat hij zich de laatste tijd bijzonder kranig houdt.’

Voor zijn moeder bleef hij het jongetje. Petje op, jasje in dezelfde kleur. Mamma zal haar lieveling die zo onvoordelig jarig is, wel bijwerken voor de tweede klas.

‘Hoe bedoelt u?’

‘Hij heeft het erg moeilijk op zijn werk. Ik geef het je te doen: een oorlogsmisdadiger verdedigen.’

‘Je kunt net zo goed proberen de zee leeg te drinken.’

‘Wat zeg je nou?’

Fritsje dronk zijn melk met kleine slokjes. En toch spuugde hij af en toe.

‘Laat maar zitten moeder.’

‘Ik wou je dus dit zeggen: ondanks de spanningen van zijn werk is hij ontzettend met je bezig. Alleen al het feit dat hij je alleen op vakantie liet gaan, terwijl hij er zo van houdt.’

‘En dat allemaal voor zo'n smeerlap als die Melgers.’

Haar schoonmoeder wist niet of ze dit ernstig moest nemen. Ze pakte haar lege kopje van het schoteltje, keek erin. Suikerresten op de bodem. Bruine aanslag.

‘Nog een kopje?’ vroeg Nila.

‘Nee zeg, ik ben aan mijn tax!’

Ze zette het kopje weer neer.

‘Ik kan er niets aan doen dat,’ Nila aarzelde,‘dat het met mij gebeurde,’ vervolgde ze zacht.

‘Ik weet dat Frits veel van je houdt,’ zei haar schoonmoeder.‘Hij zal nooit naar een andere vrouw kijken. Neem dat van mij aan. Als het niet bijna idioot zou klinken, durfde ik te zeggen: hij vereert

[pagina 172]
[p. 172]

jou. Jij bent het beste wat hem in zijn leven overkomen is. Dat zei hij gisteren tegen mij. Ik weet niet of ik je dat mag vertellen. Maar hij is dol op je. En daarom moet je er niet meer vandoor gaan. Want dan...’ Zij dacht na. Wat was het gevolg van er vandoor gaan?

Nila wist een antwoord: dan ging hij naar andere vrouwen kijken. En dan nam de verering een beetje af Gek eigenlijk, als je dat zo hoorde. Van die verering had zij overigens de laatste paar jaar niets gemerkt. Misschien vond hij datgene wat hem overkomen was, zo goed dat hij het niet nodig vond er verder aandacht aan te besteden. Het volmaakte houdt zichzelf in stand. De Mona Lisa van Frits, Net als de echte in het Louvre opgeborgen achter spiegelglas. Wat een vooruitzicht Het beste kon zij naar de dokter gaan en vragen of hij een plastic maagdenvlies kon inzetten.

Schoonmoeder Gods besloot toch nog maar een kopje te gebruiken.

‘Een mens is tenslotte niet van steen kind.’

‘Nee moeder.’

‘Nila,’ zei haar schoonmoeder even later op ernstige toon:‘Beloof je dat je niet meer zonder mij te waarschuwen naar de stad gaat?’

‘En als ik u wel waarschuw?’

‘Dan gaan we gezellig samen!’

‘Het is juist goed als ik weer leer alleen dingen te doen,’ zei Nila. ‘Gisteren ging het uitstekend Het was echt een opluchting. Kunt u zich dat voorstellen?’

‘Toen ik zwanger was van Frits,’ zei haar schoonmoeder, ‘had ik ook van die gevoelens. Ik wilde soms alleen de stad in. Vlak voor de geboorte nog. Mijn man vond het niet goed. Die wou het liefste dat ik naast de telefoon ging zitten wachten tot het kind zich aankondigde. Maar ik ging winkelen. En weet je wat er toen gebeurde? Ik kreeg mijn eerste wee bij Vroom & Dreesmann. Op de lampenafdeling. Ik zie dat nog voor me. Ik wou een mooie romantische lamp kopen voor het kamertje van de baby. En toen kwam die wee. Ik naar huis, met de tram. Nou ja, er was niets aan de hand. Ik kreeg een tweede wee in de tram, en daarna duurde het nog uren voor Frits werd geboren.’

‘En verder?’ informeerde Nila.

‘Nou ja, het was natuurlijk onverstandig de stad in te gaan. Maar ik deed het.’

[pagina 173]
[p. 173]

‘Ziet u wel?’

‘Ziet u wel! Het was onverstandig.’

‘Ik ben niet zwanger.’

‘Het is een kwestie van verantwoordelijkheid,’ zei haar schoonmoeder. ‘Jij bent verantwoordelijk voor jezelf, maar ook voor Frits en de kindertjes. Jij bent overspannen en wij proberen je beter te maken. Daar doen wij allemaal ons best voor. Maar je moet meewerken. Kleine oorzaken hebben grote gevolgen. Ik heb nooit vergeten dat ik Frits bijna in lijn negen heb gekregen. Ik wilde alles keurig voor elkaar hebben en daar heb ik naartoe gewerkt. Maar die ene keer ging er iets bij me op de loop en had de conducteur me bijna moeten bijstaan. Dat is toch idioot.’

‘Ik ben ook idioot.’

‘Stel je niet aan.’

Haar schoonmoeder ging staan.

‘Stel je niet aan,’ zei ze nog een keer met grote nadruk.‘Jij bent een normaal mens die uit het gareel is geraakt. En daar gaan wij wat aan doen. Wie niet leeft met een bepaald doel voor ogen, die gaat voor de bijl. Zo is het altijd gegaan. Kijk, kijk naar die Melgers.’

‘Die had een doel voor ogen moeder.’

‘Wat voor doel dan?’

Haar schoonmoeder sloeg een hoge toon aan. Niet meer in staat haar emoties terug te dringen naar de neutraliteit. Onwillekeurig stond ze plotseling voor Nila met een fluitje in haar hand en een pet op.

‘Zon man was er toch alleen op uit om te moorden!’

‘Natuurlijk. Dat was zijn doel. En als hij ze allemaal vermoord had, dan had hij misschien wel het idee dat hij de baas van de wereld was.’

‘Ben je nou helemaal gek. Die man moordde in het wilde weg. Dat is juist zo erg. Daar zit Frits zo mee in zijn maag. Hoe moet je zo iemand verdedigen? Hoe moet je een pleidooi opbouwen wanneer er geen lijn zit in iemands daden. Wanneer hij als een dolle hond tekeer is gegaan zonder dat er aanwijzingen zijn van noodzaak?’

‘En als die er wel waren? Kon hij hem dan wel verdedigen?’

‘Als er logica in zat wel ja. Dan kreeg hij ook wel levenslang, maar dan kon je het tenminste begrijpen.’

Nila voelde zich plotseling moe. Het gesprek met haar schoon-

[pagina 174]
[p. 174]

moeder had een ogenblik haar gedachten afgeleid van het telefoongesprek. Het beste was als ze op bed ging liggen. Kon ze maar slapen en het hele krankzinnige gesprek vergeten.

Haar schoonmoeder was nog bij Melgers, bij Frits en bij Melgers, bij de geschiedenis waarin geen lijn ontdekt kon worden, zodat Frits niet in staat was een verhaal te maken waarin alles zijn plaats kreeg, in elkaar geschopte hoofden, afgesneden geslachtsdelen, honger, de winterse kou en de mannen die de nacht vertegenwoordigden.

‘We zullen er wel voor zorgen dat alles weer goed komt,’ zei haar schoonmoeder. ‘En ik vind het ondanks alles wel heel flink dat je weer probeert hoe het gaat, in je eentje.’

Misschien ging het de laatste tijd wel te veel in m'n eentje, dacht Nila. En als ze haar vroegen wat het doel was in haar leven, wist ze het ook niet.

Ze ging naar haar schoonmoeder en kuste haar op de wang.

Geruststellen ging voor alles.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken