Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 218]
[p. 218]

[XXXVI]

Zij bracht Ronnie naar de taxi en kuste haar. Ze wist niet wat ze moest zeggen, of ze haar moest vragen met Henk op bezoek te komen. Terwijl ze die gedachte overwoog, stelde ze zich voor hoe Frits op Henk zou reageren en ze voorzag de verveling die hem na een uur zou overvallen en de ruzie die hij na het vertrek der gasten probeerde in te houden, in de bijna opluchtende zekerheid dat dit niet zou lukken.

‘Zullen we hier maar niet te lang blijven staan?’ zei Ronnie.

Ze probeerde een opgewekte toon in haar woorden te leggen.

Toch vervulde het Nila met opluchting dat Ronnie wegging. Ze moest er niet aan denken dat ze straks tegenover haar had gezeten aan tafel, terwijl Frits, die nu een extra vrouw aan tafel had, zijn best deed haar te behagen. De oude succesnummers uit zijn trommel. Beleefd meelachen, met achter haar ogen de strelingen geprojecteerd die zij had ondergaan en evenzeer had teruggeven. Het haastige aankleden toen ze haar schoonmoeder het huis hoorde betreden. Ronnie die onderdrukt giechelend zei: ‘Maar dàt is wel het laatste wat ze zal denken.’

‘Dag,’ zei ze. ‘We bellen wel.’

‘We bellen,’ zei Ronnie. Ze wachtte even. ‘Nila,’ zei ze. ‘Lieve Nila.’

Nila aaide haar vluchtig over haar hoofd.

‘Doe de groeten.’

Ze schaamde zich dat ze niets anders kon bedenken dan een frase.

Ronnie verdween in de taxi.

Ze zwaaiden naar elkaar.

 

Ze vond het prettig dat zij niet voor het eten hoefde te zorgen. Ze verschool zich achter de krant en probeerde te lezen. Dekte zich in tegen de verwarring die over haar kwam. Maar bij nader inzien bleek die mee te vallen. Zij overdacht Ronnie's bezoek en vroeg zich af in hoeverre zij het op een liaison had aangestuurd. Toen werd zij kwaad op zichzelf. Zij maakte zichzelf tot een slachtoffer, alsof zij niet zelf net zo goed aanleiding had gegeven tot wat er tussen hen gebeurd was en dat zij geen naam kon geven. Hoe moest ze het omschrijven? Waren ze naar bed geweest, hadden ze elkaar gestreeld, bevredigd, bemind? Was er tussen hen iets gebeurd, een contact dat prettig was en toch niet volkomen, waaraan ondanks hun orgasmes iets ontbrak. Wat betekenden ‘aansturen’ en ‘aanlei-

[pagina 219]
[p. 219]

ding geven’? Dat plaatste de verhouding tussen Ronnie en haar in de sfeer van de schuld.

Zij dacht aan Ronnie, bracht haar lichaam in haar geest naar voren, betastte haar tepels, liet haar vingers over haar buik gaan, in haar navel verdwijnen. Daarna wilden haar gedachten wegglijden van het volgende, maar zij dwong zichzelf verder te gaan: haar vingers gingen tussen Ronnie's benen, gleden haar geslacht binnen, werden nat en warm. Ronnie begon zacht en snel tegen haar te praten, woorden die zij zich herinnerde maar die zij niet terug wilde horen.

Zij voelde zich vertrouwd bij Ronnie. Hoe was het mogelijk dat zoiets gebeurde als je elkaar amper kende? Of leerde je iemand in bed in een versneld tempo kennen? Ze dacht van niet, ze had altijd gedacht van niet. Het was zo partieel. Het kon een vluchtigheid bezitten die de gebeurtenissen spoedig uit het geheugen deed verdwijnen. Maar was dat zo? Dat had zij gelezen, niet zelf meegemaakt. Hoeveel van haar ervaringen waren tweedehands, kwamen uit boeken? De laatste tijd trouwens werd de markt overspoeld met boeken over vrouwen en wat zij voor elkaar moesten voelen en door opvoeding en situatie vaak niet voelden. Die boeken had zij niet gelezen, maar wel uittreksels ervan in weekbladen en een paar had ze gekocht en met een lichte verwondering doorgekeken. Wat een aanstellerij. En toch: wat was ze het ermee eens. Ze was het zo eens met de analyses dat ze zich niet kon voorstellen dat het in werkelijkheid ook zo ging. Het klopte allemaal. Als ze naar Frits keek, kon ze hem zo invullen tussen de regels van haar lectuur, als voorbeeld. Maar ze hield van Frits (wat betekende dat?) en ze herinnerde zich zoveel dingen die ze niet in die boeken tegenkwam. En bovendien: ze hoefde die ook niet tegen te komen. Ze kon haar leven zelf wel vormgeven.

Nu besefte ze dat ze wel degelijk beïnvloed was. Beïnvloed en beïnvloedbaar. Maar dat was geen nieuwtje. Ze werd zich alleen op dit moment bewust van iets dat haar hele leven al een rol had gespeeld.

Frits belde op dat hij een half uur later thuiskwam.

Wat attent van hem dat hij belde. Paste dat ook weer in de nieuwe aanpak die ze al bij haar schoonmoeder had waargenomen?

Als hij in plaats van later eerder was gekomen, had hij Ronnie kunnen zien. Hij wist niets over Ronnie. Zij had hem verteld over

[pagina 220]
[p. 220]

het echtpaar met wie zij omging en dat haar had opgevangen. Hij had er niet verder naar geïnformeerd.

Ronnie bestond buiten hem, vormde een aanhangsel van haar leven dat in een buitensporig hoog tempo gegroeid was. Ze kon hem toch niet onkundig laten van Ronnie's bezoek? Maar dat was ook helemaal niet nodig. Dat Ronnie was gekomen zou hij aardig van haar vinden.

Zo begon het gelieg. Alleen maar aardig. Naakte vrouwen op een bed. Zogenaamd kleren passen. Bij het eerste verdachte geluid opspringen als schoolkinderen en zich giechelend beginnen aan te kleden.

‘Heb jij mijn broekje niet aan?’

‘Dat merkt ie toch niet.’

Een rood hoofd - zo frivool waren zij.

‘Wie was er aan de telefoon?’ wilde haar schoonmoeder weten.

‘Niets bijzonders,’ zei ze. ‘Frits.’

‘Zal ik de aardappels nog maar niet opzetten?’

‘Ik laat het aan u over. Hij komt een half uur later.’

‘Een aardig vrouwtje, die Ronnie. En een leuk figuurtje.’

‘O ja.’

‘Je liet haar zeker het huis zien toen ik terugkwam van boodschappen doen?’

‘Ze paste dat bloesje even dat ik gekocht had.’

‘Ze is toch veel forser gebouwd dan jij.’

‘Dat valt wel mee,’ zei Nila.

‘Vond ze het huis leuk?’

‘Vooral de slaapkamer,’ antwoordde Nila. ‘Gek, die wil ik zelf steeds veranderen.’

‘Ieder zijn smaak,’ meende haar schoonmoeder.

Ze ging tegenover haar zitten en pakte de krant die Nila had neergelegd. Ze zocht onmiddellijk de pagina met overlijdensadvertenties.

‘Wie is er nu weer dood?’ vroeg Nila.

Haar schoonmoeder bloosde.

‘Niemand die ik ken.’

‘Gelukkig maar.’ (Of jammer eigenlijk?)

‘Als ik ze kende zou ik het wel op een andere manier hebben gehoord,’ zei haar schoonmoeder.

‘Dan hadden ze gebeld.’

[pagina 221]
[p. 221]

‘Dat gebeurt zo vaak.’ Ze aarzelde. ‘Steeds vaker.’

‘Waarom kijkt u dan in de krant?’

‘Nou gewoon,’ zei haar schoonmoeder. (Om er geen te missen.)

Ook haar eigen moeder had die gewoonte. Ze werd er altijd kwaad over als ze het zag. Als kind kon ze niet verdragen dat iemand zich zonder directe noodzaak met de dood bezighield. Zelf had ze toen geen ervaring met het sterven van bekenden. Haar afkeer was intuïtief, misschien al ingegeven door een grote en naïeve levensdrift. Nu vond ze dat dagelijkse loeren naar advertenties alleen maar belachelijk. Het maakte haar niet meer kwaad.

Haar gedachten kwamen terug bij Ronnie.

Ze had tijdens hun wandeling met haar gepraat. Drie kwartier om elkaar te vertellen wat er met hen was gebeurd, voorzichtig, om zich niet al te veel bloot te geven.

Ze dacht na over de discrepantie tussen situaties, de verandering die plaatsvond eigenlijk binnen het uur. En ook de omslag daarna, het afscheid dat zoveel leek op een gewone, vluchtige groet.

Hadden ze ergens gefaald in hun contact? Of lag in hun lichamelijke vereniging zoveel besloten dat het tijdelijk afscheid er niet meer toe deed?

Zij vroeg zich af of ze naar Ronnie verlangde.

Ze verlangde naar de thuiskomst van Frits.

Ze besefte dat ze Ronnie over haar tocht naar Amsterdam had verteld, maar niet over het telefoontje.

Alsof ze Ronnie niet vertrouwde, het gemakkelijker was met haar te vrijen dan haar te zeggen dat ze bang was. Waaraan lag dat? Aan haar opvoeding? Aan de strenge discipline die haar moeder in haar had ontwikkeld, uitmondend in het huwelijk met Frits? Of was die hele geschiedenis met de opbellende man en haar tocht naar de stad een gebeurtenis waarvoor zij zich schaamde, vanuit de nog niet tot haar volle bewustzijn doorgedrongen zekerheid dat zij dit hoe dan ook zelf had verzonnen.

In dat geval was de vraag waarom. Toch niet om spanningen te ondergaan op kosten van het werk van Frits?

Maar juist die laatste gedachte liet haar opeens niet meer los. Want het kon toch zijn dat zij zich via een dergelijke inbeelding de wereld van Frits trachtte eigen te maken. En opnieuw besefte zij, los van het antwoord op die vraag, dat zij ergens deel aan wilde hebben, dat zij haar leven niet genoeg waardevol vond, ondanks

[pagina 222]
[p. 222]

haar kinderen en de welstand die haar toestond er iets van te maken.

Zij wilde zich ergens bij aansluiten en zelf een richting uitzetten.

Wat er met Ronnie gebeurt, dacht Nila, zou ik een maand geleden voor even onmogelijk hebben gehouden als het feit dat ik mij afvraag of een telefoontje echt heeft plaatsgevonden. Maar toch gebeurt het. En daarvan weet ik tenminste zeker dat het werkelijkheid is.

Wat wist zij zeker?

Was zij in het proces van zich ontwikkelende en veranderende relaties niet een deelneemster tegen wil en dank, iemand die zich liet meeslepen, die niet zelf de beslissingen nam die de ontwikkelingen stuurden?

Toen Frits thuiskwam vertelde ze hem over het bezoek van Ronnie, en opeens bleek dat hij zich uitstekend herinnerde wat zij verteld had over de Volnaars.

‘Ze vallen dus niet tegen?’

‘Ik heb vooral contact gehad met Ronnie.’

‘En die man? Zou ik het een avond met hem uithouden?’

‘Ik weet wel zeker van niet.’

‘Weet je het echt zeker?’

‘Je zult hem afschuwelijk vinden. Een zakenman die zijn roeping is misgelopen.’

‘Wat is zijn roeping?’ informeerde Frits.

‘De ULO afmaken.’

‘Ach werkelijk?’

Hij liep naar de kast en pakte de whiskyfles.

‘Aardig dat je vraagt wat ik wil drinken,’ zei Nila.

Frits ging naar de keuken en haalde de sherryfles uit de ijskast. Ze had helemaal geen trek in sherry. Het maakte haar razend dat hij zonder meer de drank aanbood waarmee de vrouwen van zijn collega's hun tanden poetsten.

Zelf dronk ze bijna nooit iets anders.

Maar niet altijd, dacht Nila. Godverdomme niet altijd. Ik ben toch geen automaat!

Opeens voelde ze zich doodmoe.

‘De ULO dus,’ zei Frits. ‘Dat kunnen heel verstandige mensen zijn. Bovendien kun je niet helemaal stellen dat iemands schoolopleiding altijd bepalend is voor zijn culturele belangstelling.’

‘Ik moet je teleurstellen,’ zei Nila. ‘Culturele belangstelling heeft

[pagina 223]
[p. 223]

hij ook niet.’

‘Misschien drinkt hij een flinke borrel.’

‘En is gek op wijven.’

‘Zie je nou wel dat hij geschikt kan zijn!’

Hij kwam naar haar toe en legde zijn arm om haar heen.

‘Ik denk dat je ze moet uitnodigen,’ zei Frits. ‘Ik denk dat we dat toch minstens aan ze verplicht zijn.’

‘Zou ik dat wel aankunnen?’

Hij liet haar los, keek haar aan.

‘Ik denk dat je het kan,’ zei hij. ‘En anders laten we eten komen.’

In gedachten deed ze haar schortje aan.

‘Het gaat heel goed met jou,’ zei Frits tevreden. ‘Vraag of ze zaterdag komen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken