Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 300]
[p. 300]

[XXXXVI]

Twee avonden voordat zij met Ronnie naar Parijs vertrok, had ze bij Frits een ouderwetse scène veroorzaakt en het had er even op geleken alsof zij zich over een uitgestrekt stiltegebied een weg terug naar huis schreeuwde. Maar bij de voordeur bleef haar stem steken en binnen kon het leven ongestoord doorgaan.

Ze had Frits uitgescholden met als enige doel hem te raken. Ze verweet hem dat hij niets om haar gaf, dat hij haar zo maar liet vertrekken. Zij wist ook wel dat hij een ander achter de hand had, die de opengevallen plaats onmiddellijk zou innemen. Zij wist alles. En toen ze hem haar beledigingen in het gezicht schreeuwde, leek het ook haarzelf dat zij hem met de waarheid confronteerde. Ze was woedend op hem, omdat hij haar liet gaan, niet op zijn knieën voor haar viel, geen leger psychiaters liet binnenmarcheren die haar gingen bewijzen dat zij niet lesbisch was. Maar zij had die lui niet nodig. Zij had altijd naar een vrouw verlangd. Het botte feit dat hij dat nooit gemerkt had, stempelde hem tot een lui.

Eerst had Frits zich rustig gehouden. Daardoor nam haar woede toe. Maar het eindigde ermee dat hij haar een klap in haar gezicht gaf en net zo tegen haar schreeuwde als zij tegen hem. Toen ging zij in een andere kamer slapen. Zij kroop bij Ellen in bed, daarna ging zij naar Frankje, zat op de rand van zijn bed en keek naar hem, huilde geluidloos en legde haar hand op zijn voorhoofd.

Frits kwam de kamer van haar zoon binnen en onmiddellijk had zij begrepen dat hij in deze ruimte, waar niet geschreeuwd mocht worden, een laatste poging zou wagen om haar klein te krijgen.

Maar Frits fluisterde alleen: ‘Serpent.’

En hij verliet de kamer.

Zo had hij haar alleen gelaten met een benaming die niet bij haar paste. En die hij nooit eerder had geuit. Een woord dat misschien het einde aangaf van zijn mogelijkheden haar te kwetsen. Tegen wie had hij dat eerder gezegd? Wie had hem dat woord geleerd?

Zij had naar haar eigen bed gewild, tegen hem aan willen liggen, met hem praten over de dingen die haar dwarszaten. Tegen zichzelf zei ze deze dagen: ik ga nu naar Parijs. En wat dan nog? Ik kan toch altijd weer besluiten dat ik bij Frits terugkeer.

Ronnie had gebeld en zelfs van verre hoorde zij de opwinding in haar stem en de stilte die viel nadat Ronnie haar had meegedeeld dat ze bij Henk was vertrokken.

‘De dingen gaan nu heel snel,’ had Ronnie gezegd.

[pagina 301]
[p. 301]

Henk wilde ook niet meer met haar onder één dak wonen.

‘Jij moet je er niets van aantrekken,’ vervolgde Ronnie. ‘Ik ben niet bij Henk weggegaan om jou onder druk te zetten, maar omdat ik zijn aanwezigheid niet langer verdraag. Hij werd trouwens steeds vulgairder. Ik zou die dingen niet eens durven herhalen.’

Ronnie giechelde.

‘Ik dacht dat hij ook niet meer met jou wilde wonen?’

‘Het is wederzijds,’ zei Ronnie.

Zij logeerde bij haar moeder. De kinderen waren bij Henk. Toen Nila naar hen vroeg, wilde Ronnie niet over ze praten.

En Nila vroeg niet verder. Daarover had zij zich na het telefoongesprek kwaad gemaakt, alsof zij Ronnie niet belangrijk genoeg vond om haar door te vragen over de werkelijk belangrijke dingen.

Het beeld van Ronnie op haar meisjeskamer liet haar niet los. Het was net of Ronnie spijkers voor zich uit strooide, terwijl zij begon te lopen.

Inmiddels had ze haar eigen koffer al half gepakt, een pak maandverband niet vergeten. Trut op vakantie.

Ze huiverde - maar het vooruitzicht wond haar op.

 

Door de schreeuwpartij had het er de volgende ochtend toch op geleken dat Frits en zij ten opzichte van elkaar weer menselijk waren geworden.

Plotseling had ze aan het telefoontje gedacht.

Het was alsof ze zich bewust werd van een pijnlijke leegte: ze ging weg uit haar leven, stapte opzij, keek naar de kinderen en naar Frits in het besef dat zij misschien niet meer zou terugkeren om de draad op te nemen. De gebeurtenissen van de laatste dagen schoten door haar heen, en daarbij was het telefoongesprek, waren haar tochtjes naar Amsterdam, het angstige wachten in de Bijenkorf, de schrikreactie telkens als de telefoon rinkelde, het besef dat er geen opluchting gevolgd was toen zij Frits over de dwingende man had verteld.

Het was verdwenen. Nooit geweest. Hoewel zij er zeker van was dat haar hersens wel degelijk goed gereageerd hadden en het gesprek had plaatsgevonden, nam het belang ervan af: een incident.

Zij verlangde ernaar weg te gaan, het huis en de laan te verlaten, impulsen te krijgen die haar visie op haar leven zouden intensiveren.

[pagina 302]
[p. 302]

Zij dacht aan het telefoongesprek en in het verlengde daarvan aan de gesprekken met de huisdokter, die haar sussend toesprak en haar vroeg hoe zij over een bezoek aan een psychiater dacht. Zij knikte, zij herinnerde zich zo duidelijk dat zij geknikt had en naar de blozende man tegenover haar glimlachte. Hij rookte een pijp; zij was zijn laatste patiënte. Als hij aan iets behoefte had dan wel die pijp.

‘Mijn man wil dat ik naar een psychiater ga,’ zei ze, als bij ingeving.

‘Ik heb een ander idee van uw man,’ had de dokter gezegd. ‘Ik had juist het idee dat hij van mening is dat het zonder psychiater ook heel goed kan. Nou, hij kent u het beste. En als we dit soort ingrepen kunnen vermijden, houden we de zaken liever onder ons.’

Plotseling veroorzaakte de bijna volgepakte koffer een onaangenaam gevoel bij haar. Was dit nu een teken dat de beslissingen definitief waren? Zou zij nooit meer bij Frits slapen? Of zou hij haar toch nog willen aanraken? Maakte hij er een demonstratie van: dit is het afscheid; stort je maar in de armen van je vriendin, kijk eens hoe snel alles is gegaan - alles heel pathetisch en zoals het niet kan. Zoals het dus altijd gaat.

Ze verlangde naar Ronnie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken