Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 334]
[p. 334]

[LI]

Tegen zes uur ging Nila de hal van het hotel binnen. Ze had enige tijd in de buurt rondgelopen, was een platenzaak binnengegaan waar ze zonder belangstelling had rondgekeken, maar nu kon ze niet langer uit onder het weerzien met Ronnie.

Ze moest lang wachten tot de lift kwam. Daarna ging ze naar boven, wachtte even voor de deur van hun kamer en klopte aan.

Ronnie deed niet open.

Bij het weggaan hadden zij de sleutel afgegeven en misschien was Ronnie nog afwezig. Ze moest opnieuw op de lift wachten, zenuwachtiger dan daarnet. Door haar hoofd spookte de gedachte dat Ronnie zich iets had aangedaan, met een buis slaappillen in haar maag al uren op bed lag.

Ze overwoog weg te lopen. Even leek deze lafheid een aangenamer vooruitzicht dan de ellende die ze ging doormaken.

De sleutels hingen gewoon bij de receptie.

Toch was Ronnie op de kamer geweest, maar bij de eerste aanblik werd Nila duidelijk dat zij nu volledig was verdwenen. De kamer zag er keurig opgeruimd uit.

Er lag een brief op tafel, geschreven op hotelpapier.

 

Lieve Nila,

Ik ben naar Nederland terug.

Ik besef dat ik hals over kop handel en dat ik het je moeilijk maak. Maar als ik gebleven was, zou alles nog veel erger zijn geworden.

Maak je geen zorgen over mij. En neem me dit niet kwalijk.

Als je maar wel bedenkt dat ik mij deze dagen altijd zal blijven herinneren, en niet omdat ik nu weg ben gegaan.

Iedere keer brokkelt er iets van onze toekomst af en is het restant moeilijker te verdragen. Daarom zou ik liever anders afscheid van je nemen. Minder plotseling.

Maar ik weet geen andere manier.

Je begrijpt wel waarom ik dit zo doe.

Dag lieve Nila.

 

Ronnie

 

Zij zat op bed met de brief in haar handen en schaamde zich. Dat was de eerste opwelling. Ze wist niet of Ronnie aan dat effect had gedacht, of dat zij volkomen overstuur was weggerend. Wie wist

[pagina 335]
[p. 335]

trouwens of ze al weg was? Misschien zat ze op het Gare du Nord en kon geen trein meer krijgen.

Ze overwoog om Ronnie achterna te gaan en haar terug te halen. Maar van de toelichting bij de plaatsbewijzen wist ze dat Ronnie gemakkelijk de trein van omstreeks half vier gehaald kon hebben.

Al deze gedachten joegen in hoog tempo door haar hoofd. Ze moest koel blijven, of kalm worden. Ze dacht aan Ronnie en aan de dingen die zij tegen elkaar hadden gezegd. Het leek alsof zij zich niet meer kon herinneren wat haar eigen bijdrage aan de gesprekken was geweest. Dat ergerde haar. Ze wist dat alles wat zij gezegd had in haar geheugen lag opgeslagen en dat er alleen maar een klepje hoefde open te gaan om haar een overzicht van haar gedrag te geven. Om dat overzicht ging het. Maar op de plaatsen waar het in een nabij verschiet leek, werd zij door een onverklaarbare reden teruggehouden.

Zij dacht eraan hoe Ronnie nu het sombere Noordfranse landschap aan zich zag voorbij trekken. De medepassagiers die van haar wilden weten waarom ze alleen was. De beslissing die ze moest nemen als ze vanavond op een Nederlands station uitstapte. De reis naar huis, of naar haar moeder.

Ik heb het op mijn geweten, dacht ze, ik heb haar vooruitzichten kapot gemaakt.

Maar het idee dat dit waar zou zijn, stond haar niet aan. Zij was toch geen rotwijf Het was toch nooit haar bedoeling geweest om Ronnie af te slachten.

Maar ze was bang dat ze het gedaan had. En terwijl ze Ronnie huiswaarts zag rijden, leek het toch nog steeds alsof zij op het bed zat en haar behekste met een aandacht waaraan zij niet gewend was, die haar benauwde.

Zij stelde zich voor hoe ze in de trein in een van haar bladen probeerde te lezen. Ronnie las nooit iets anders dan bladen. Ronnie's kennis van de wereld was gelardeerd met kleurenfoto's. Maar dat had zij niet als een bezwaar gevoeld. En wie was zij zelf eigenlijk? Wat voor rare kronkels kolkten door haar geest, in de poging zich van schuldgevoelens te bevrijden.

Ze keek op haar horloge. Kwart over zes.

Zou ze Frits bellen?

Ze overwoog de nederlaag te accepteren en haar huisnummer

[pagina 336]
[p. 336]

te draaien. Maar als hij niet thuis was? Als ze zijn moeder kreeg of een van de kinderen?

En ze wilde hem niet spreken. Ze kon nu niet zo ver van hem een verhaal vertellen dat zij zelf nauwelijks kende.

Zij belde hetzelfde restaurant waar ze gisteren gegeten hadden. Nog nooit was ze een avond alleen in een stad geweest. Het vooruitzicht lokte haar niet aan.

Maar toen zij haar kleren had uitgetrokken en in het bad ging zitten, kwam er een gevoel van bevrijding over haar.

Voordat zij zich opmaakte om naar het restaurant te gaan, belde zij haar vader.

Buiten raasde het verkeer. Toen zij het bad verliet begon haar hoofd te bonken. Het was alsof al die duizenden auto's in één grote kettingbotsing verzeild raakten en door haar hoofd werden weggesleept naar een andere plaats binnenin haar. Zij kon zich er niet aan onttrekken. En het merkwaardige was dat Ronnie's stem bij vlagen duidelijk waarneembaar was, het gebrul van de motoren en het janken van staal op staal verdrong.

Maar Ronnie was veraf.

Zij ging op bed liggen, nadat zij een aspirine had genomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken