Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloedmadonna (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloedmadonna
Afbeelding van BloedmadonnaToon afbeelding van titelpagina van Bloedmadonna

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (12.46 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloedmadonna

(1998)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dies irae

Pastoor Rog had de ochtend voor zichzelf gereserveerd. Hoewel hij zich ervan bewust was dat hij zich hiermee conformeerde aan een vooroordeel over pastoors, had hij zich voorgenomen een deel van de vrije tijd door te brengen in de kelder van de pastorie, om die uit te mesten en de wijnvoorraad op te nemen. De pastoor was een kenner; het verhaal over de bruiloft te Kana, waar Jezus water in wijn veranderde, had hij altijd met enige scepsis bekeken. Niet dat hij er geen geloof aan hechtte. Wat in de bijbel stond was waar; alleen boeken die door en door betrouwbaar waren, maakten na zoveel eeuwen nog altijd furore. Wel had de pastoor gerede twijfel over de kwaliteit van de wijn; wijn maken was nog steeds niet het sterkste punt van Israëli's.

De pastoor ging het boek zoeken waarin hij zijn aankopen noteerde. Er stonden heel wat strepen in. Slechts weinig herinnerde hem op een even indringende manier aan de vergankelijkheid van het aardse als zijn eigen voorraadboek.

Met dit boek in de hand wilde hij op weg gaan naar de kelder. Toen hij een blik uit het raam wierp, zag hij Agnes Verhallen, de dochter van de garagehouder. De laatste tijd, sinds de dood van haar moeder een jaar geleden, had hij haar niet meer in de kerk gezien. In zijn geheugen stond zij scherp getekend, als het mooiste bruidje dat hij ter communie had zien gaan. Agnes liep het pad op naar de kerk.

Het aanschouwen van het meisje mobiliseerde de aandacht van de pastoor, op een wijze waarover hij vaak had nagedacht. Hij begreep die aandacht nu precies, maar wist dat die nergens toe zou leiden. Zo goed kende hij zichzelf. Dat Agnes, na zo lange tijd, zelfs op weg ging naar de kerk, daaraan had hij vaak

[pagina 23]
[p. 23]

genoeg gedacht; de ontmoeting bij het altaar, haar tong waarop hij de ouwel mocht leggen, het parfum dat door het schot het biechthokje binnendrong. Het wijnboek lag met de rug omhoog op de grond.

Bij het verlaten van de kamer stootte hij zijn dijbeen pijnlijk tegen een hoek van het bureau. De pijn verbijtend ging hij zo snel mogelijk naar de voordeur, wachtte daar vol ongeduld, om haar de kans te geven rustig de kerk te betreden en stak daarna het pad over naar de ingang van de kerk.

Bij het binnenkomen van de kerk zag hij Agnes op haar knieën liggen, binnen de beschutting van een kerkbank maar wel zo dicht mogelijk bij het beeld van de Maagd, dat de pastoor een doorn in het oog was. Twintig jaar geleden, in een hang naar zuiverheid die uitliep op kaalslag, had het kerkbestuur alle mooie beelden buiten de deur gezet. Hoe hadden hun opvolgers het in hun hoofd gehaald dit onding terug te kopen? Zelfs het blauw van Maria's jurk deed pijn aan zijn ogen.

Even bleef hij naar het meisje staan kijken. Het vroeger lange blonde haar had zij tot een rattenkopje laten knippen. Misschien heette dit kapsel alweer anders. Nieuwe ontwikkelingen in de haarmode hield hij niet bij. Emilie Schillemans, zijn huishoudster, had ongewassen piekhaar; een jaar geleden had hij gedroomd dat zij naakt in zijn kamer stond. Omdat hij er zelfs niet zeker van was dat hij dit droomde, had hij zijn ogen stijf dichtgeknepen en in straf tempo het dies irae opgezegd.

Het had hem niet verwonderd dat het meisje de biecht had verzaakt. Omstreeks hun zestiende raakte de loop er meestal uit. Als zij getrouwd waren, kwamen ze meestal terug. Soms genoot hij van de spanning; als hun geheimen door de tralies sijpelden, hield hij onwillekeurig de adem in.

Agnes had haar moeder verloren, aan de slopende ziekte die het merendeel van zijn parochianen niet bij de naam durfde noemen.

Toen hij achter haar stond aarzelde Rog. Tegen zijn zin, maar buiten zijn wil om, bleef zijn adem steken in zijn keel. ‘Agnes,’ zei hij schor. Hij legde een hand op de schouder van het geknielde meisje. En opeens wist hij het met een al zijn weerstand

[pagina 24]
[p. 24]

verterende kracht: eens was zij zijn lieveling geweest, de dochter die hem in werkelijkheid niet vergund was. ‘Ik dank God dat ik je op deze manier terugzie.’

Nog steeds in geknielde houding keerde zij zich naar hem om. ‘Wilt u mij de biecht afnemen?’

Juist op dat moment kwam een parochielid de kerk binnenrennen, luid roepend over het in het huis van de familie Coumans ontdekte wonder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken