Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloedmadonna (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloedmadonna
Afbeelding van BloedmadonnaToon afbeelding van titelpagina van Bloedmadonna

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (12.46 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloedmadonna

(1998)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De druppel

Het tweede bloeden was begonnen onmiddellijk nadat Thieu het beeldje uit de grot naar binnen had gebracht. Op het moment waarop hij het beeld op het dressoir zette, begon het oog van de madonna te werken. Mevrouw Coumans ontdekte het wonder als eerste. Zij zag een druppel vuurrood bloed.

Toen Hanna de kamer binnenkwam, hield de pastoor de handen van mevrouw Coumans in de zijne. Evenmin als de burgemeester kon hij zich onttrekken aan een persoonlijke verwarring, die hij slechts met de grootste moeite kon terugdringen. Hardop vroeg hij zich af of hij de secretaris van de bisschop moest bellen. Hij voegde daar iets aan toe dat niet bestemd was voor de krant, waardoor hij zich afhankelijk maakte van de journaliste die toevallig aanwezig was in de kamer. De pastoor sprak over kantoorklerken, die niet begrepen wat wonderen voor gelovige mensen betekenden.

Geloofde hij zelf in het wonder? Hij was anders dan Hanna hem die morgen had gezien. Ingetogener. Als zij er toch een woord voor moest vinden. Misschien zelfs enigszins bedroefd.

‘Heilige Maria,’ bad mevrouw Coumans hardop, en de verza-

[pagina 54]
[p. 54]

melde buurvrouwen herhaalden het. ‘Heilige Maria, moeder der smarten, hoe groot moet uw liefde voor ons zijn.’

Dit loste het raadsel niet op.

De madonna bloedde uit een oog zoals haar zoon ooit bloedde uit zijn wonden; de Romeinse soldaat stak een spies in het goddelijke lichaam; er liep water uit de zijde, en ook dat bestond uit tranen, hoewel geen theoloog dit dodenvocht ooit als zodanig had bestempeld.

De burgemeester had de pastoor apart genomen in een hoek van de kamer.

‘Hoe gaan wij dit aanpakken?’

Als hoofd van de politie had de burgemeester wel vaker bloed gezien. Maar misschien omdat het in dit geval niet om een mens ging, voelde hij zich ongemakkelijk. Alsof het beeldje het lijden van echte slachtoffers bespotte. Hij haalde een zakdoek uit zijn zak en snoot zijn neus.

Op dat moment gebeurde het volgende wonder.

Eigenlijk behoorde het niet op die manier te gaan. De journalist moet wachten tot het feit zich voordoet en zich vervolgens ter plaatse op de hoogte stellen. Maar Hanna kon er weinig aan doen dat zij er met haar neus bovenop stond, dit was werkelijk een bijzonder geval van participerende journalistiek; alsof het beeldje zich van haar meest uitzonderlijke kant toonde in de wetenschap dat de pers paraat was. Nog op een andere manier gebeurde hier iets uitzonderlijks; onder de aanwezigen was Hanna de enige die op het moment suprême haar ogen op het beeldje gericht hield. Later kon zij met recht volhouden dat zij het bloed letterlijk uit de buik van de madonna zag breken, hoewel het om niet meer dan een druppel ging, maar die nam zij dan ook zelf waar. Bolde het porselein even op, onder de spanning van het bloed dat naar buiten wilde?

Omdat de gebeurtenissen tot nu toe nog enigszins kleinschalig waren, hadden politie en gemeente nog geen maatregelen getroffen om de pers het werken te bemoeilijken. Vanuit haar plaats in de kamer had Hanna zowel uitstekend zicht op degenen die zich het hart uit het lijf baden als op de vertegenwoordigers van het gezag. Onopvallend trok zij het blocnootje uit haar zak,

[pagina 55]
[p. 55]

trok haar jack naar voren en tastte in de zijzak naar een ballpoint.

Toen zij opkeek zag zij het verschijnsel. Het bloed kwam uit de buik, onder de navel, waar de navel had gezeten als zij niet een beeld was maar een mens. De madonna bloedde door haar kleren heen, het lichtblauw van haar kleed kleurde rood. Onwillekeurig slaakte Hanna een kreet, waarover zij zich schaamde; later stelde zij zich voor dat Smeets en Wolffers naar haar keken, nadat zij hadden moeten constateren dat zij de proef niet had doorstaan. Het was ook niet een woord dat zij riep; slechts een kreet van verbazing; haar tong raakte minuten lang verlamd, zij trilde op haar benen. Hanna geloofde niet in God; zij was hierheen gestuurd voor een ironisch verslag. Als zij er echt iets moois van maakte, kon haar artikel misschien op de vrouwenpagina, om vooral die lezeressen onder de kin te kietelen die het Gelijk met ouderwetse passie uitdroegen. Zij voelde zich echter niet in staat ook maar één aantekening te maken.

Allen keken in de richting van het beeldje. ‘Lieve God, ons madonneke is groot meisje geworden,’ riep Thieu in zijn verbouwereerdheid.

‘Godslaster niet,’ beet de pastoor hem toe, niet minder van zijn stuk.

Een druppel bloed. Onder de navel, zo ver naar onderen dat over de plaats van herkomst geen misverstand kon ontstaan. Nu niet, nooit. Dat begrepen de aanwezigen. De burgemeester wendde zich zelfs verlegen af; hij was het soort man dat zou weigeren maandverband voor zijn vrouw mee te nemen, mocht hij ooit boodschappen doen in de supermarkt.

Mathilde Coumans, die de grens van het begeren lang geleden gepasseerd was, en niet alleen zij maar ook de andere oude, versleten vrouwen in de kamer - zij die wisten wat er in de madonna moest omgaan, zij waren degenen die om deze kleine opening in de zware muren rond het paradijs het luidste weenden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken