Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloedmadonna (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloedmadonna
Afbeelding van BloedmadonnaToon afbeelding van titelpagina van Bloedmadonna

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (12.46 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloedmadonna

(1998)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kevertje

Na een lange omweg stapte Gregorius in zijn auto. Zin om naar het klooster te gaan had hij niet. Zijn hoofd was tot rust gekomen. Hij liet de auto staan en legde de weinige stappen af naar de pastorie.

‘Hoe later op de avond...’ begon de pastoor.

Gregorius onderbrak hem door zijn hand op te steken.

Rog wees op de fles wijn die naast zijn stoel stond en waar nog een staartje inzat.

‘Ik doe meestal twee dagen met een fles,’ loog hij.

‘Het is nogal benauwd in dat klooster.’

‘Ik ken het,’ beaamde Rog. ‘Een absolute ouderwetse roomsigheid. Wat denkt u? Zal ik nog een lekker flesje openmaken?’ Voor de zekerheid bewaarde hij een handvoorraad op kamertemperatuur in zijn werkvertrek. Hij stond op en slofte, een beetje slaperig, de kamer uit.

Gregorius legde zijn hoofd in zijn nek en staarde naar het plafond. Zijn bloed ruiste sterker dan een beek in de Ardennen. Soms maakte wijn de geest Gods los, dan weer de duivel; vandaag wist hij het nog niet, maar het kwam hem voor dat de schaduw van een duivel over het plafond schoof. Wat was er met zijn bloed? Als een waterval donderde het door de steilten in zijn

[pagina 93]
[p. 93]

geest. Eens had hij gewandeld, door boomgaarden, eindeloze boomgaarden. Hij wist het weer, het was tijdens een congres in een uitgestrekt klooster, of net na afloop ervan. Het was heerlijk dat hij uit het sombere gebouw kon weglopen, onder het mom van contemplatie. Een jonge monnik liep met hem mee, zij waren al die dagen onafscheidelijk, spraken over poëzie en over de bereiding van de smakelijke streekjam. Het water liep hem in de mond; hij dacht aan zijn grootmoeder, aan de pannenkoeken die zij bakte. Op een stil plekje gingen zij zitten. Nooit eerder had Gregorius iemand uit liefde gekust; de jongen had een stevige tong, waarschijnlijk minder week dan die van een vrouw.

‘Laten we samen naar Afrika gaan,’ zei de jongen. ‘Dan doen we dit iedere avond.’

Nooit had hij gedacht dat hij nog eens een andere man zou betasten. De monnikspij had hij omhooggeschoven, tot ver over de knieën van zijn jonge metgezel. Gregorius hoorde zijn bloed suizen. Met niemand had hij eerder een zo grote intimiteit aangedurfd; ook later had hij geen mens meer ontmoet zo zinsbegoochelend als deze jonge monnik; hij heette Hans.

‘Hanse franse kevertje,’ zong het pesterig in hem, op de wijze van het Gregoriaans.

Rog was in de weer met de kurkentrekker. Gregorius streek met een hand door zijn weinige haar. Hij zweette op zijn hoofd. ‘Is die achterlijke jongen wel gelovig?’

‘Gelovig,’ herhaalde de pastoor. ‘Wat heet bij zo'n schepsel gelovig?’

Die middag in het verleden had Gregorius menen te begrijpen wat geloof inhield; later stelde hij vast dat hij een overspannen betekenis hechtte aan het meest natuurlijke dat een mens kon overkomen. Aan de avondmaaltijd had hij, temidden van de broeders en de opklinkende gebeden, de zwaarte van zijn verlangen gevoeld. Schuin tegenover hem zat Hans, druk in gesprek met een onsmakelijke broeder met een zwarte baard, die licht bloosde tijdens het gesprek dat Gregorius vanaf die afstand niet kon volgen.

Zo leerde hij op een en dezelfde dag zowel de liefde als de jaloezie kennen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken