Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloedmadonna (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloedmadonna
Afbeelding van BloedmadonnaToon afbeelding van titelpagina van Bloedmadonna

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (12.46 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloedmadonna

(1998)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sterke vingers

Halverwege de middag hield Wadman een persconferentie in het gemeentehuis. Hij gaf een nietszeggend résumé van de gebeurtenissen.

Na het sluiten van de garage had Agnes boodschappen gedaan in de supermarkt. Daarna ging zij naar huis, gelegen in dezelfde straat. In de magnetron had zij pizza's opgewarmd en die samen met haar vader gegeten. Het gesprek ging over zaken, herinner-

[pagina 166]
[p. 166]

de Verhallen zich. 's Middags had Nuchelmans iets langer dan een uur op het kantoortje boven de garage gezeten in verband met het opstellen van de belastingaangifte. De accountant had niets opvallends aan Agnes gezien. Tegen acht uur vertrok Agnes naar aerobics. Verhallen hoorde het aanslaan van de scooter; dat was ongeveer op het moment waarop het journaal begon.

De aerobicsles vond wekelijks plaats in Elchem, in het gymnastieklokaal van de plaatselijke basisschool. Agnes was er anderhalf uur gebleven. Daarna was zij met twee eveneens gemotoriseerde vriendinnen naar de Sjanzibar gegaan. Daar was haar gedrag niet opgevallen. Zij dronk nooit sterke drank. De barman kon zijn hand ervoor in het vuur steken. De disco was die avond niet vol. Hoogstens twintig mensen, merendeels van Agnes' leeftijd, hadden er rondgehangen. Agnes had zich onthouden van dansen. Tegen half twaalf, misschien zelfs nog een paar minuten eerder, was zij vertrokken. Een ooggetuige zag haar rustig wegrijden; Agnes stak nog een hand naar haar op; dat was de laatste keer dat iemand haar zag groeten. Sinds de opening, veertien maanden geleden, was Agnes een regelmatige bezoekster geweest van de Sjanzibar, waar zich veel jongeren uit de omstreken verzamelden.

Dit was alles wat Wadman op de persbijeenkomst bereid was te vertellen. Op verdere vragen van de pers had hij geen antwoord. Hoogstens wilde hij bevestigen dat het lichaam geen sporen van geweld vertoonde, behalve in de hals. Een mogelijk verband tussen de moord en de bloedende madonna woof hij weg als een toevallige samenloop van omstandigheden. Het was altijd mogelijk dat de dader, na een bezoek aan de madonna, tot de moord besloten had. Onopvallend, en zonder dat Thieu het wist, hield een rechercheur de bezoekersstroom in de gaten. Die kennis hield Wadman voor zichzelf. Ook gaf hij geen uitsluitsel over de gegevens die de bevraging van de dorpsbevolking hem had opgeleverd. Hieruit kwam Agnes naar voren als een meisje dat iedereen kende. Maar zij ging met niemand van de dorpsgenoten om. Veelvuldig werd gemeld dat zij vaak in opvallende kleding door het dorp liep. Nadere ondervraging nuanceerde deze observatie. Agnes ging niet opvallender gekleed dan andere

[pagina 167]
[p. 167]

meisjes. Dit accentueerde het gegeven dat zij in het geheugen van haar dorpsgenoten negatief ontvangen werd. In tegenstelling daarmee had de pastoor gewezen op de vroegere godsvrucht van de dode.

Behalve vage verdachtmakingen over promiscuïteit leverden de ondervraging van de Uffelse bevolking niets op. Toch trof het Wadman dat de mensen zich opvallend op de vlakte hielden, maar dat kwam waarschijnlijk omdat hun negatieve meningen over het meisje vaag waren en niet ondersteund werden door feiten. Slechts één mannelijke inwoner had gezegd ‘Zij vroeg erom.’ Terwijl de politieman deze opmerking opschreef, informeerde hij terloops: ‘Waar dan om?’ De man, in dienst bij de bakker die de Verhallens tot klant had, antwoordde: ‘Dat hoef ik u niet te vertellen.’ De rechercheur dacht niet dat de man het erom deed. Hij had gevraagd: ‘Kunt u zo precies mogelijk zeggen wat u bedoelt?’ De bakkersbediende aarzelde en zei: ‘Zij had van die ogen.’ De rechercheur forceerde een conclusie. ‘U bedoelt dat mannen haar begeerden als zij naar hen keek.’ De bakker ging meteen in de verdediging. ‘Ik niet,’ zei hij. ‘Ik kan wel iets beters krijgen.’

De hypocrisie van de dorpsbewoners bracht bij Wadman een postume sympathie voor het meisje teweeg. Hij zwoer zichzelf dat hij de dader zou vinden. Drie keer eerder had hij de leiding gehad bij het onderzoek naar een moord. Twee van die zaken had hij opgelost. In beide gevallen had zich tijdens het onderzoek stukjes bij beetjes een beeld bij hem gevormd dat tot de dader leidde. Eerst was er niets, daarna ontstonden contouren. Vermetele hypotheses het hij in zijn hoofd toe, met opzet, opdat hij ze zo snel mogelijk kon verwerpen. Op die manier damde hij het gebied in waarbinnen hij het onderzoek moest concentreren. Ergens in het landschap van veronderstellingen en verwijzingen liep de dader.

In de zaak Agnes, maar dat was hem eerder overkomen, heerste een totale duisternis.

Ook forensisch onderzoek in het pathologisch laboratorium had weinig aan het licht gebracht. De vingerafdrukken op de scooter waren van haarzelf. Een plastic tas bevatte een natte bad-

[pagina 168]
[p. 168]

handdoek. Na de aerobicsles was zij onder de douche geweest, alsof zij zich, zoals hem cynisch inviel, klaarmaakte voor de grote gebeurtenis van haar dood. Alle gegevens die haar lichaam, haar kleding en het onderzoek van de omgeving opleverden, wezen op een tot aan het moment van de moord normaal verlopen avond. Zij was naar huis gereden; even voor het dorp had zij de scooter tot stilstand gebracht. Die was door haar of door de moordenaar waarschijnlijk rustig op de grond gelegd. Daarna hadden sterke vingers haar keel dichtgedrukt, tot zij stikte.

Wadman dacht aan haar laatste momenten, de worsteling die geen worsteling was. Tegen de moordenaar was zij kansloos. Wat dacht iemand die op zo'n manier moest sterven, die wist dat dit moment het laatste was?

In de avond en tijdens het weekend zouden rechercheurs van de Sjanzibar hun werkterrein maken.

Wadman had Uffel na de persconferentie verlaten. Hij ging naar huis en kreeg een telefoontje dat het bloeden van de madonna weer begonnen was. Hij dacht na over de vreemde samenloop van omstandigheden in het verstilde dorp tussen de groene weiden, die vlek tussen de heuvels waar hij in zijn schaarse vrije tijd zo dikwijls op zijn racefiets omhoog was gezwoegd. Daarna reed hij terug naar Uffel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken