Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een gedoodverfde winnaar (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een gedoodverfde winnaar
Afbeelding van Een gedoodverfde winnaarToon afbeelding van titelpagina van Een gedoodverfde winnaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (7.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een gedoodverfde winnaar

(1988)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 69]
[p. 69]

[XIV]

Toen ik was aangekomen, lichtelijk in de war van Alma's verschijning, had Hugo zich als een uitstekend gastheer gedragen, op een zure opmerking na over de wijze waarop ik met de wijn omsprong. Het leek alsof hij langzaam wakker werd en zich van mijn aanwezigheid bewust werd. Daarna had hem tot ik Olga's brief te voorschijn haalde niets meer in de weg gestaan zich ontspannen te gedragen.

Hoe stond het met mijn vorderingen bij het ordenen van mijn vaders archief?

De toon waarop hij de vraag stelde, gevoegd bij mijn opluchting om de veilige aankomst en de opwinding waarmee ik naar Alma keek, veroorzaakten een sterke ontroering bij mij. Ik begon te praten. Nadat hij mij een paar keer was bijgevallen en mij eenmaal had verbeterd, besefte ik dat wij herinneringen ophaalden aan de tijd waarin hij mijn vader voor het eerst had ontmoet.

Het was op een fraaie zomerdag. Mijn vader was bij uitzondering thuis en keek in de tuin rapporten door. Hugo en ik kwamen juist uit de stad. Ik had gebeld dat ik een logé meenam. Misschien had mijn vader enthousiaster gereageerd wanneer ik een aanstaande verloofde mee naar huis had gebracht.

‘Zo,’ zei mijn vader. ‘Jij studeert dus politiek.’

Ik kreeg onmiddellijk door dat dit misging, dat hij zijn verhalen ging vertellen, waarin de warme wind van het verleden de achterhaalde retoriek een nieuwe overtuigingskracht verleende. Ik werd woedend en schaamde mij voor mijn vader. Ik wilde hem tegelijkertijd uitschelden en ver-

[pagina 70]
[p. 70]

goelijken. Afschilderen als een malloot die verzeild was geraakt in een cultuurloze bende van geldjagers. Onder het mom van de verheffing van de arbeiders.

Als ik hem zag zitten nam ik hem het peil van de vara kwalijk, de verloedering van het socialisme. Ik dacht dat zijn gezicht zelfgenoegzaam stond en het ergerde mij dat ik zo ver van hem afstond en nooit in staat was hem tegenover wie dan ook te verdedigen.

‘Ik geloof niet dat ik voorlopig praktisch werk zal kunnen doen,’zei Hugo.

‘Alsof jullie daar ooit aan toe zouden komen,’ zei mijn vader meesmuilend.

Ik nam Hugo mee naar de keuken en zocht in de ijskast naar bier. Maar dat had mijn moeder niet in huis gehaald. Ik haalde mijn schouders op en wilde hem uitleggen dat mijn vader sinds kort cognac dronk. Hugo legde zijn hand op mijn arm.

‘Ik zou graag met hem willen praten,’ zei Hugo.

Dat lukte niet erg. Vanaf het eerste moment was er een zekere spanning tussen hen. Het leek erop alsof mijn vader zijn kans afwachtte de jonge politicoloog schaakmat te zetten, omdat hij het niet kon hebben dat iemand zich op een wetenschappelijk niveau bezighield met hetzelfde soort problemen als hij.

Later kon ik mijn vader beter begrijpen. Toen ik Hugo bij hem had geïntroduceerd, was juist de euforie losgebarsten, die ook mij niet onberoerd liet. Buiten de bescherming van de studie leek de Amsterdamse wereld een kakelbont slagveld, waarop de jeugd afrekende met het gezag. De wereld waar de idealen van mijn vader gedeeltelijk werden gerealiseerd, kon niet zonder openbare orde. Hij wantrouwde Hugo. Hij dacht dat hij achter zijn rug door hem werd uitgelachen.

[pagina 71]
[p. 71]

‘Het is jammer dat jouw scepsis heeft gewonnen,’ zei Hugo op een dag.

‘Scepsis wint altijd,’ antwoordde ik.

‘Ik houd niet van scepsis,’ zei Hugo. ‘Ik houd niet van veiligheid.’

Hij had zich in het gewoel gestort, terwijl ik een beetje op de achtergrond bleef. Iedere vergadering waarop de meningen in sterk vereenvoudigde vorm door de ruimte vlogen, maakte in mij herinneringen wakker. Alsof ik mijn vaders leven leefde. Een beetje anders natuurlijk, vrolijker en daarbij omgeven door een vaak al te oppervlakkig fanatisme, dat ik bij hem niet had gekend.

De universiteit was voor iedere actievoerder plotseling een begerenswaardig oord.

Toen het allemaal was afgelopen, maakte ik de balans voor mezelf op en probeerde erachter te komen wat ik geleerd had. Hugo zat bij de pakken neer. Hij praatte over kansen die voorbij waren gegaan en over de terugslag die hij overal voelde. Hij was iemand die erbij was geweest. En nu stond hij opnieuw buiten de deur.

Dit gebeurde natuurlijk geruime tijd nadat hij met mijn vader kennis had gemaakt. Toen hij bij ons binnenstapte was hij nog niet gepolitiseerd. Misschien voorvoelde mijn vader dat dit in de lucht hing, dat Hugo's opgewektheid de ene dag kon vastzitten aan een gitaar en de volgende ochtend aan het beginselprogramma van een politieke groepering. Of is dat overdreven? In de partij van mijn vader werd ook juist stevig tegen de zuilen geschopt die waren gebouwd op oude en beproefde fundamenten. Mijn vader moest niets van de nieuw-linksers hebben. Hijzelf had zijn opleiding gehad tijdens vormingsweekends, terwijl de jonge kameraden hun scholing hadden genoten op de universiteit. Alweer de universiteit. Ook ik studeerde daar en zonder beurs. Hij ver-

[pagina 72]
[p. 72]

wachtte van mij dat degenen die ik mee naar huis nam minstens de ernst uitstraalden waarmee hij voor mij elke maand zijn portefeuille trok.

Mijn vader vond Hugo een ‘modieus geval’.

Dit laatste had ik Hugo nooit verteld. Nu kon ik niet meer begrijpen waarom ik hem die uitspraak had onthouden.

Hugo glimlachte en zei dat hij mijn vader zou missen.

‘Wij hebben elkaar toch nog een beetje gewaardeerd,’ zei Hugo. ‘Maar het was altijd op een afstand. Hij kon het moeilijk hebben dat ik later stukjes schreef die hij goedvond. Die vond hij toch uitstekend?’

‘Hij vond ze wel aardig,’ antwoordde ik.

‘Hij vond zichzelf niet zo aardig,’ zei Hugo.

Wij keken elkaar aan en plotseling zag ik dat hij ouder was geworden en dat hij nu niet meer gemakkelijk het hoofdkantoor van de Universiteit zou bestormen. Nu zou hij lang aarzelen alvorens een geliefd filosoof te citeren. Zijn geheugen voor citaten ging trouwens sterk achteruit.

‘Je moeder zal het moeilijk krijgen,’ zei Hugo.

Mijn moeder was vanaf het begin op hem gesteld geweest. Ze vond het prettig als hij met mij meekwam, omdat gezelligheid haar verwarmde. Aanwezigheid was wat zij het meest miste. Ze kon 's avonds niet gaan slapen als de kat buiten was. Ze ging de tuin in en probeerde hem te paaien. Een paar blokken verder lag poesje krols op haar buik voor een kater.

‘Kijk eens wat ik voor je heb!’ riep mijn moeder. ‘Lekker visje.’

Kleinigheden: haar specialiteit. Juist die was Hugo niet gewend. Zijn vader was niet geïnteresseerd in aanwezigheid omdat hij ervan uitging dat hij er zelf al was. Zijn moeder probeerde haar verveling te verdrijven in het uvv. Zij was een vrouwelijke vrijwilligster in alles, behalve in de liefde.

[pagina 73]
[p. 73]

Mijn moeder bestond uit liefde. Dit vormde bij haar een mengeling van moederlijke trots en onbegrepen erotiek. Als ze een man was geweest, had ze haar geliefde geheel willen bedekken, zonder te streven naar een orgasme. Ze wilde samen met de mensen die haar aandacht kregen door het leven drijven, in een knusse binnenzee.

‘Ik heb een vergadering,’ zei mijn vader.

‘Je hebt zeker haast.’

‘Ik moet nog naar een paar mensen.’

‘Je eet zeker wel wat onderweg.’

Zij waren beiden onderweg: zij naar hem toe en hij naar de duizendjarige republiek van de eerlijke verdeling. Nou ja, duizend was misschien wat veel. Dan maar een vijfjarenplan. Of een loonronde volgend jaar. Een bijsturing over de laatste paar maanden. Een nabetaling: zijn latere leven.

Hugo kwam bij ons binnen en dacht dat mijn vader wel van sport zou houden. Zijn eigen vader hield er in het geheel niet van. Tegen mijn moeder begon hij een enthousiast betoog over muziek. Mijn moeder had geen verstand van muziek. Wel hield zij van ‘Bach en Beethoven’.

Toen begon hij over cabaret. Hij was juist geheel weg van een bepaalde groep en informeerde bij mijn vader of hij voor dat soort dingen ‘tijd kon vrijmaken’.

‘Pa is een vast nummer op ieder repertoire,’ zei ik.

Mijn vader gromde boven zijn bord.

‘Als ik die afschuwelijke mensen hoor, word ik nog veel meer trots op je vader!’ riep mijn moeder.

‘Zeur toch niet zo,’ zei mijn vader.

Dit laatste zei hij niet onwelwillend. Hij had alleen geen zin in het onderwerp. Humor vond hij een naargeestig bijprodukt van een hellende beschaving. Natuurlijk was er ‘echte, positieve humor’. Dat waren waarschijnlijk de grappen van Drees.

[pagina 74]
[p. 74]

‘Ik wou dat ze grappen over mij maakten,’ zei Hugo.

Mijn vader keek hem aan alsof hij zeggen wilde: zorg jij er eerst maar eens voor dat je wat wordt.

Hij ging er vanuit dat jeugdige personen nooit iets waren. Zelf was hij op weg geweest, tot hij strandde in de oorlog. Opgebroken weg. Hij nam de beslissing niet te wachten tot anderen die weer geplaveid hadden en begon, zij het behoedzaam, aan de oversteek. Hij ging ervan uit dat hij op een dag glorieus de overkant zou bereiken, waarna ze die oude weg wel eens even in hoog tempo zouden omleggen en vervolgens asfalteren. Van omleggen was na de oorlog geen sprake. Asfalteren, dat is wat ze deden.

‘Ze zullen hem missen, de oude ijzervreter,’ zei Hugo.

‘Ze zullen hem niet missen,’ antwoordde ik.

‘Je kon over de koppen lopen, bij de begrafenis.’

Een heleboel koppen, dacht ik, weinig gezichten.

‘Dat slag van hem is aan het verdwijnen,’ zei Hugo. ‘Het is gek als je bedenkt dat wij ervoor in de plaats komen.’

Ik wist wel zeker dat het niet zo was. Wij kwamen ergens anders.

De toekomst spreekt dit ene woord:

De mens is vrij!

hoor ik hem zeggen, terwijl ik dit schrijf.

‘Wat een optocht!’ riep hij jaren later, bij de bezetting van het Maagdenhuis. ‘Die vriend van je is er zeker ook bij?’

‘Hugo,’ zei ik. ‘Hij heet Hugo.’

‘Straks zitten ze toch weer met hun secretaresse op schoot,’ zei mijn vader.

‘De mens is vrij pa! Dat riep je toch altijd.’

‘Je hebt vrijheid en vrijheid,’ antwoordde mijn vader.

‘Weet jij het verschil?’

‘Als je het verschil niet weet,’ zei mijn vader. ‘Als je na al die jaren opvoeding het verschil nog niet weet...’ Hij keek mij aan. ‘Belazer je tante.’

[pagina 75]
[p. 75]

Hugo had ontzettend moeten lachen om de opmerking over de secretaresses.

Ik verbaasde mij er nu over dat hij ieder gevoel voor betrekkelijkheid was kwijtgeraakt. Ook maakte het mij, bij de herinnering aan vroeger, een beetje treurig dat hij zich terugtrok op de w.c. om een brief van zijn minnares te lezen. In deze brief kondigde Olga aan dat zij naar St. Cast zou komen, dat maar een paar kilometer van ons vandaan aan de zee lag. Ze had een hotel besproken. Op hetzelfde ogenblik dat Hugo met zijn broek op zijn enkels haar aankondiging las, ging Olga naar de trein. Ze schreef dat ze hem wilde verrassen. En dat zij wist dat hij de pijn van hun gedwongen scheiding niet langer dan vier dagen kon verdragen.

Dit terwijl hij voor vier weken had geboekt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken