Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een gedoodverfde winnaar (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een gedoodverfde winnaar
Afbeelding van Een gedoodverfde winnaarToon afbeelding van titelpagina van Een gedoodverfde winnaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (7.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een gedoodverfde winnaar

(1988)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

[XX]

De volgende ochtend lag er een zekere spanning over het ontbijt, zonder dat de oorzaak daarvan werd besproken. Alma reageerde kribbig op de eetgewoonten van Fritsje, terwijl Hugo zich gedroeg alsof hij hoofdpijn had. Ook ik voelde mij geenszins monter. Ik had die nacht slecht geslapen en telkens geluisterd of er geschreeuw kwam uit de slaapkamer waar ik zelf zo graag wilde zijn, zij het dan zonder de aanwezigheid van Hugo. Ik had bij wijze van spreken mijn sokken al aangetrokken en op de rand van mijn bed zitten wachten tot Alma overstuur de gang op zou komen rennen, waarna ik haar had kunnen troosten. Ik stelde mij voor hoe Laura de nacht had doorgebracht, onkundig van mijn gewetensvolle nachtwacht om mijn vrienden in hun zorgen bij te staan. De gedachte dat Laura zich wellicht ophield in de armen van een nog niet ontdekte Claudia Cardinale bracht mij in een krijgslustige stemming. Maar er was niemand op wie ik die kon botvieren. Wat dat betreft was het eigenlijk uiterst plezierig dat Laura mij dikwijls zodanig irriteerde dat ik bijna wellustig van woede op haar insprong.

Het leek wel eens alsof er in haar geest een wissel verkeerd ging. Dan overviel zij mij met een stemming vol dreiging en in het wilde weg geuite beschuldigingen. Op die momenten verweet zij mij dat ik haar had ontmoet. En dat ik, voor zover ik dat kon overzien, van haar had gehouden. Vooral 's ochtends probeerde ik dit soort stemmingen te sussen. Een enkele keer gaf ik haar een machteloze klap in haar gezicht. Zij leek vaak op een schroef die zich steeds dieper vastdraaide in haar onbehagen, waarvan zij de herkomst meestal niet

[pagina 105]
[p. 105]

kon uitleggen. Een vage onrust, het voorgevoel dat een ongeneeslijke ziekte zich aandiende. Een behoefte aan troost, die zij probeerde weg te redeneren, waarna zij mij begon te verwijten dat ik weinig aandacht voor haar had.

Na perioden van onrust was zij soms een maand lang gelijkmatig en vrolijk. Wat dat betreft verschilde zij erg van Alma. Ook die veroorzaakte ruzies waarvan plafonds konden scheuren. Maar na die uitbarstingen gaf zij zich gewoonlijk met welbehagen over aan de stilte, waarin het onheil was verdreven door kleine, tedere dingen. Dat probleemloze leven duurde meestal kort. De oogstrelende vormen die het genot in haar geest aannam, veranderden bij voorbeeld in Fritsje. Ze wilde hem in haar armen sluiten om hem te betrekken in haar liefde, maar dan begon hij weerstand te bieden of hij riep de weinige onaangenaam klinkende woorden die hij kende. Alma raakte daar van in verwarring. Zij had het gevoel alsof zij niets anders deed dan het uitdelen van liefdevolle geschenken. Ze overzag de wereld in een totaalbeeld van warmte en geborgenheid. Zij spreidde haar armen en benen om zich volledig over te geven aan haar minnaar. Maar al tijdens het liefdesspel begon zij te ontdekken dat hij op Hugo leek. Dat was een vertrouwd moment, en tegelijk betekende het de ontmanteling van de lusthof waarin niemand haar kon kwetsen en iedereen haar spel meespeelde. Niemand had haast en ieder gebaar was gericht op het bereiken van verrukking die eigenlijk altijd moest aanhouden. Het volgende moment was ze in staat in te zien dat ze niet erg reëel aan de gang was en sloofde zij zich uit haar werkelijkheid zakelijk te ordenen. Ze pakte Hugo 's betaalcheques en ging de stad in om iets voor zichzelf te kopen, 's Avonds luisterde ze belangstellend en ingetogen wanneer Hugo een klagelijk verhaal deed over zijn financiële situatie. Zij stelde hem gerust. Zei dat zijn maatschappelijke positie een faillis-

[pagina 106]
[p. 106]

sement uiterst onwaarschijnlijk maakte. Ze praatte met hem over buiten wonen en liet zich voorrekenen hoeveel hun dat per maand zou gaan kosten. Hugo tobde naar haar smaak te veel. Ze was er zeker van dat zij hun huishouden op een inflatie bezwerende wijze zou kunnen besturen. Op hetzelfde ogenblik bekroop haar de spijt dat Hugo niet wat enthousiaster op haar reageerde. Dat hij haar niet in zijn armen nam om haar terug te brengen naar haar lustslot. Het maakte haar kwaad dat hij haar niet serieus nam, maar toen hij zich overspannen begon te gedragen zette zij de fata morgana's opzij en stak haar handen uit de mouwen om hem te verzorgen.

‘Wat zou Hugo zeggen als hij mij uitjouw slaapkamer zag komen?’ vroeg ik haar eens, nadat wij ons enige tijd onbezorgd met elkaar hadden beziggehouden.

‘Hoe zou jij het vinden als Hugo bij Laura vandaan kwam?’ vroeg Alma.

Ik kon het me moeilijk voorstellen. Hugo en Laura waren aardig voor elkaar, maar formeel.

Ik streelde haar over haar borsten. Dat vond ze opwindend, maar even later klaagde ze erover dat ze mij ‘zo lichamelijk’ vond.

‘Ik houd erg veel van Hugo,’ zei Alma. ‘Dat moet je natuurlijk niet vergeten.’

Ze kwam gezellig dicht tegen mij aanzitten. Hugo zat boven op zijn kamer en typte aan een stuk.

‘Ik vind je wel eens oppervlakkig,’ zei Alma. ‘In het bijzonder tegen mij. Ik denk wel eens dat je me alleen ziet als een lichaam, Paul. Dat kan ik niet goed begrijpen.’

Ik legde mijn hand op haar bovenbeen en keek haar aan. Haar ogen kregen gedurende een kort ogenblik iets glazigs, alsof zij zich voorstelde hoe wij elkaar hevig beminden, in de verrukkelijke warmte van de oppervlakte, waar de pijnlijke verlatenheid van haar gereformeerde voorouders geen rol speelde.

[pagina 107]
[p. 107]

Hugo kwam de trap af. Zij legde haar hand op mijn pols en kneep er zacht in. Daarna stond zij snel op om elders in de kamer haar sigaretten te gaan pakken.

 

Ik voelde haar deze afgelopen nacht dicht tegen mij aan. Maar ook de post die Olga voor mij uit Amsterdam had meegebracht had mij klaar wakker gehouden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken