Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een gedoodverfde winnaar (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een gedoodverfde winnaar
Afbeelding van Een gedoodverfde winnaarToon afbeelding van titelpagina van Een gedoodverfde winnaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (7.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een gedoodverfde winnaar

(1988)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 136]
[p. 136]

[XXVI]

‘Waar heb je gezeten?’ vroeg Alma. ‘Heb je een vrouw ontmoet?’

‘Een man,’ antwoordde ik. ‘Als dat je geruststelt.’

‘Ik heb geen oog dichtgedaan,’ zei Alma.

‘Dank je voor het compliment.’

‘Ik weet niet wat dat is met jullie,’ zei ze. ‘Het lijkt alsof jullie weer jongetjes worden.’

‘Wij zijn jongetjes gebleven.’

 

Hugo wilde weten of ik Olga had gezien. Hij had op het punt gestaan om mij te gaan zoeken toen ik maar niet thuiskwam. Wat dat betreft verwisselde hij mij wat al te gemakkelijk met Fritsje. Die was trouwens de gehele nacht een beetje ziek geweest. Had zijn bed ondergespuugd en zat nu witjes op een keukenstoel met een stuk brood van gisteren.

‘Ze was toch wel alleen?’ vroeg Hugo.

Hij had zich kwaad gemaakt op Alma. Haar gewezen op de plezierigheden van mijn leven. Ik kon gaan en staan waar ik wilde. Toevallig had ik genoeg van het staan. Maar verder zag alles er heel kleurig uit. Wegrijden en doen als vroeger. De wilde jaren gaan voorbij maar de behoefte ze nog eens over te doen komt terug met golfbewegingen. Waren we maar jongetjes!

Ik moest er niet aan denken.

 

‘Hij heeft de hele avond zitten draaien op zijn stoel. En hij verweet mij dat ik niet in Amsterdam zat met het kind. Was kennelijk zijn naam vergeten. Hij vloekte het hele huis bij

[pagina 137]
[p. 137]

elkaar toen Fritsje ging kotsen. Vroeger regelde hij die dingen soms in zijn eentje. Ik heb het idee dat hij dat nog kan doen. Als hij rustig is geworden. Waarom leert hij dat niet van jou?’

‘Voor rust ben je bij mij niet aan het juiste adres.’

‘O jawel,’ zei Alma. ‘De manier waarop je naar mij kijkt en me in de gaten houdt als ik probeer om niets te laten merken.’

‘Wat wil je hem niet laten merken?’

‘Dat ik soms net zo jaloers op je ben als hij.’

 

Ik legde mijn handen op het stuur en wachtte tot zij was ingestapt.

‘We gaan hoor!’ riep Alma door het raampje in de richting van de keuken.

Hugo verscheen in de vensteropening.

‘En wat doe ik als hij godverdomme weer beroerd wordt?’

‘Leg hem in zijn bedje,’ riep Alma. ‘Zeg hem maar dat ik zo terugkom.’

Onder het rijden legde ik mijn hand op haar dij.

‘Ik zal je maar niet zeggen dat je voor je op de weg moet kijken,’ zei Alma.

 

Terwijl ik met haar door de straten van St. Cast reed, keek ik goed om mij heen, in de hoop dat ik Olga zou zien lopen, of Asquit. Ik zou hen aan Alma voorstellen en we konden gevieren iets drinken. We zouden over de zonnige vakantie praten en over de Engelse economie. We konden hen uitnodigen voor 's avonds en het op een drinken zetten, terwijl Hugo natuurlijk goed oplette of Fritsje niet om hem riep. Daarna konden we in het donker de weg oplopen, het land in. Asquit zou vertellen over zijn moeder, die zijn gedachten niet kende. En dan vertelde ik over mijn vader, die verliefd was

[pagina 138]
[p. 138]

geweest zonder dat hij het zelf beseft had en wiens naam ze van de loonlijst hadden geschrapt en deels uit het pensioenfonds. De dingen die ons raakten en die van ons afgleden. Ik keek opzij naar Alma en besloot te doen alsof ik Asquit niet zag. En ook Olga zou zij nooit ontmoeten door mijn toedoen. Zo bleef zij buiten het leven van haar echtgenoot, die zo'n behoefte had om te bewijzen dat hij was veranderd door de geschiedenisfeiten buiten hem.

‘Er is met jou iets aan de gang,’ zei Alma plotseling. ‘En ik ben bang dat ik daarbuiten sta. Het is een voorgevoel. Ik denk dat je me in de steek laat.’

‘Ik sta toch altijd achter je.’

‘Je staat achter me. En soms sta je voor me. Het is maar wat de opwinding je ingeeft. Ik wou dat iemand mij eens als een mens zag.’

‘Wanneer mag ik je weer als een vrouw zien?’

Zij lachte niet.

‘Als ik eraan denk met wat voor belangrijke dingen jullie god! Waarschijnlijk krijg je de wereld het snelst aan je voeten als je zulk soort gelul uitstoot!’

‘Ik zou je moeilijk kunnen missen. Ook dat nog.’

‘Je bent al net zo hypocriet als Hugo.’

Ik streelde haar even over haar voorhoofd.

‘Tegen elkaar kunnen we alles zeggen,’ zei ik. ‘Maar nooit tegen Hugo.’

‘Hij zou woedend zijn.’

‘Terecht!’

‘Ik weet het niet,’ zei Alma.‘Het maakt me soms moedeloos dat wij hebben besloten op deze manier te leven. Misschien moet ik wel net als Laura in een praatgroep gaan.’

‘Voor je het weet zit je in de Tweede Kamer.’

‘Natuurlijk,’ zei Alma. ‘Voor jullie geldt uitsluitend het uitzonderlijke.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken