Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De magere heilige (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van De magere heilige
Afbeelding van De magere heiligeToon afbeelding van titelpagina van De magere heilige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

Scans (12.36 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De magere heilige

(1963)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

de afbraak

‘Je bent gek,’ zei Ellen toen hij haar ergens tussen de rotsen ontmoette. ‘Waar is ze nu?’

‘Ze wilde nadenken,’ zei hij behoedzaam.

‘Jaja.’

‘Wat is dat: Jaja?’

‘Je liegt jezelf nog harder voor dan ik,’ zei ze.

‘Wat dan?’ Hij werd lichtelijk bang voor haar schelle overslaande stem.

‘Je liegt,’ zei ze. ‘Niets bijzonders. Ik ben verliefd op je.’ Zij was opeens weer zeer rustig geworden.

‘O god,’ zei hij. ‘Van mij hoeft dat niet.’

Ze lachte. ‘Ik meen het.’

‘Maar je hoeft er verdomme toch niet om te lachen,’ zei hij. ‘Je moet niet denken dat ik het geloof. Je denkt niet eens dat ik het ooit zal geloven. Daarom lach je. Maar verdomme, maak jezelf belachelijk, laat mij er buiten.’ ‘Ach’, zei ze. ‘Ik wil je niet van Katinka afhouden. Alles wat ik nu zeg zal je kunnen omdraaien. Ik ben echt verliefd op je. Neem het me kwalijk.’

‘Zeker,’ antwoordde hij. ‘Ik neem je alles kwalijk.’ Hij wachtte een ogenblik. ‘Het kan me niets schelen ook,’ zei hij, en begon te lachen. Welke aanstellerij! Het klaarde de situatie; zij wilde niet opnieuw beginnen. Hij lachte.

‘Je moet niet denken dat je verzinsels werkelijkheid zijn,’ begon ze echter. Hij keek haar scherp aan.

‘Ze zijn het,’ zei hij hard.

[pagina 121]
[p. 121]

‘Hoe weet je dat?’

‘Ik voel het. Ik weet het zeker.’

‘O,’ riep ze en ze omhelsde hem. ‘Voel je dat? Elk gevoel kan onjuist zijn!’

‘Dan ben je ook niet op mij verliefd,’ zei hij, en dacht, laat ik met haar meespelen.

Zij draaide zich om. ‘Ja,’ zei ze, ‘ja, dat is wel zo.’

‘Waarom zou ik dan ongelijk hebben?’ vroeg hij.

Hij besefte dat het haar ernst was. Dan maar ernst. Hij deed er niet aan mee. Maar hij had het alweer gevraagd. Hij haalde zijn schouders op. Zij bukte zich om een sigaret aan te steken in de beschutting van de rots.

‘Je hebt ongelijk, ik meen het. Ik houd van je, Paul, ik begrijp alles van je. Ik was net zo, en daarom ben ik geworden zoals ik nu ben. Er was een man, ik dacht net zo over hem als jij nu over haar. Maar hij ging weg, hij was niets. Ik ontdekte dat na een jaar. En daarna maakte ik dat verhaal dat zij de mannen, toen ik dat hoorde - dat meisje, weet je - Ach, je lacht je rot na een tijd. Zo Ellen, zo Ellen, en iemand wil je altijd wel hebben.’

‘Maar omdat Katinka niet zo is,’ zei hij, ‘heb je haar alle mannen laten doden, om zo jouw bitterheid een draaglijke vorm te geven. Denkend dat iedereen hetzelfde is als jij. Je hebt haar alles laten wegwerpen door haar beschermers te laten doden en te denken: zij heeft het gedaan, zij heeft dat ook meegemaakt, datzelfde van mij, zij heeft een reden; want als je dat niet zou denken kon je jezelf wel laten ophangen omdat je faalde.’

‘Ik faalde niet.’ Haar stem klonk scherp.

‘Omdat jij dat niet bereikte, omdat jij alles had afgeleerd.’

[pagina 122]
[p. 122]

‘Nee,’ zei ze zachter.

‘En dat briefje dan?’ Hij haalde het te voorschijn. ‘Rufus weet het dus ook, als hij het geschreven heeft, dat weet ik niet eens zeker. En die andere twee.’

‘Een verhaaltje.’ Zij sprak nu bijna onhoorbaar.

‘Ik ga hem zoeken,’ zei hij vastberaden. ‘Hij zal het me zeggen.’

Hij liep weg. Zij huilde. Er bestond geen reden voor. Zij hield van hem. Maar er bestond geen reden voor. Hij had haar ontmaskerd. En zij hield van hem omdat hij dat gedaan had, tenminste - eigenlijk alles - haar begrepen had zonder al te grote woede. Maar om te huilen bestond geen reden. Of toch, omdat zij van hem hield en hem wilde behoeden? Welk een opoffering!

Hij had haar overtuigd. Zijn gelijk was onaantastbaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken