Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het moet allemaal nog even wennen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen
Afbeelding van Het moet allemaal nog even wennenToon afbeelding van titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (4.98 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het moet allemaal nog even wennen

(1983)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

Ver van huis

Gisteren kwam Jan bij ons eten. In wat ongeordender jaren schuimden wij dagelijks de stad af. Maar als ik daar nu over nadenk was ‘schuimen’ niet de juiste benaming voor de hijgende activiteit die wij tentoonspreidden. Waar wij opdoken bestond slechts de illusie van schuim. Verlegen als wij waren, nestelden wij ons in een hoekje van de Lucky Star en zagen de beroemde schrijvers binnenkomen, rondspiedend of er nog een meid viel te versieren. O hoe graag zouden wij ons in hun plaats willen stellen, maar omdat wij nog slechts beginnelingen waren, vermochten wij ons uitsluitend enig air te verschaffen bij het verlaten van het etablissement, wanneer wij de portier als echte heren een kwartje overhandigden.

Jan zou later een beroemd filmer worden en ik zijn scenarioschrijver. De filmsterren deelden wij samen.

Door toedoen van een vage kennis kwamen wij in contact met de nog veel vagere opschepper W., die ook op zoek naar roem en filmsterren was. Even later zaten Jan en ik aan een bureau, terwijl W. onze public relations verzorgde.

Het scenario dat wij vervaardigden, gaven wij in bewaring bij een bevriende notaris. Daar zal het blijven liggen tot het eind der dagen.

[pagina 29]
[p. 29]

(W. overigens bedacht later, toen hij weer op eigen benen stond, een film over een Surinaams meisje dat voor het eerst in Amsterdam de straten wit van sneeuw zag. Daar W. met zijn geheel eigen optimisme de opnamen in augustus had gepland en het ook in de winter daaropvolgend niet wilde sneeuwen, zit het meisje nu nog steeds te wachten. De subsidie voor kunstsneeuw die W. bij grm aanvroeg, arriveerde op de dag dat de wereld geheel wit was. W. had juist die dag bestemd voor het draaien op lokatie van een reclamefilmpje aan het strand waarin de nieuwe badmode getoond werd.)

Na ons mislukte filmavontuur zonnen wij op andere middelen om de liefde te manipuleren. Maar waar Jan en ik verschenen, trokken alle mogelijkheden op dit gebied zich terug onder hun opklapbedden. In een café kwamen wij op een avond in contact met het meisje José, dat ons introduceerde bij de leider van een jeugdhonk in Hoorn. Dit honk had eerdaags iets te vieren en de leider wenste deze viering te besluiten met echt cabaret. Het bleek José al spoedig dat Jan en ik zoiets uitstekend konden schrijven. Daartoe kregen wij de beschikking over een studentenzomerhuis in het Zeeuws-Vlaamse gehucht St. Anna ter Muiden, waar het vreselijk koud was toen wij arriveerden en vreselijk leeg. Het artiestenleven kent zo zijn ontberingen. Het was winter. Tot overmaat van rampspoed bleek al bij de eerste sessie dat Jan weliswaar bijzonder humoristisch uit de hoek kon komen, maar dat het maken van cabaretteksten nu niet bepaald tot zijn vele ga-

[pagina 30]
[p. 30]

ven behoorde. Bovendien stond zijn hoofd er niet naar. Het kale landschap zonder meisjes; de dagelijkse visite van de dorpsdokter, die het omgaan met echte intellectuelen en kunstenaars al lang ontwend was en zijn dochter in de torenkamer had verborgen; de voortdurend hoog oplaaiende honger naar voedsel, drank en verpleegsters, - dit alles noopte Jan ertoe zich slechts onledig te houden met het hoog opstoken van de potkachel en het heen en weer reizen tussen ons verbanningsoord en de enkele kilometers verderop gelegen drankwinkel. Dit alles om mij met warme voeten en gesmeerde ziel enige inspiratie te laten opdoen.

In voortdurende dronkenschap leek het erop alsof onze teksten van een uitzonderlijke grappigheid waren geworden. Een ging er over een idioot van een dokter, een ander over een hoog oplaaiende potkachel (‘Wie is er weer zo heet, dat is de pot, dat is de pot, dat is de potkachel’), drie over geheelonthouders en allemaal over ons verlangen dit oord der verdoemden te verlaten, opdat wij naar Amsterdam konden teruggaan, waar onder hun twijfelaars de wonderlijke bloemen wachtten die zich in onze cabaretteske dromen reeds openden.

José was heel blij met de teksten.

Omdat het feest nog even op zich liet wachten, gaven we ze in bewaring bij een bevriende notaris, waar ze bleven liggen tot het eind der dagen. En onze onkostenrekening werd gehalveerd.

Met Jan is het later nog heel goed gekomen. Na de filmacademie werkte hij een tijdje mee aan alle

[pagina 31]
[p. 31]

belangrijke Nederlandse films. Hierna trad hij in dienst bij de omroep, waar hij als regisseur enige prachtige series kon maken. Toen wij, niet langer laveloos, maar voorzichtig nippend aan onze glazen, het verleden overdachten, vertelde hij dat hij van de zomer twee maanden naar Groenland ging. Daar moest hij, in opdracht, een film maken over de jongensdroom van een ontdekkingsreiziger. In ieder geval iets met veel ontberingen erin. Zelf ging hij ook veel ontberen. Zijn vriendin moest thuisblijven. Twee maanden met alleen maar kerels. Heel veel kou. Wat het eten betreft: niet meer dan pap met sterke drank. Het zou een prachtige film worden die hij daar ging maken. Die leider van dat inmiddels in een opiumkit annex jongensbordeel veranderde jeugdhonk, zou er ongetwijfeld van opkijken!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken