Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het moet allemaal nog even wennen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen
Afbeelding van Het moet allemaal nog even wennenToon afbeelding van titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (4.98 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het moet allemaal nog even wennen

(1983)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

Privacy

Toen zij genoeg hadden van de flat in Buitenveldert en de kinderen hen steeds meer voor de voeten liepen, kochten Bert en Dorien een doorzonhuis in Het Gooi. Het lag dichtbij de hei en de sportvelden en bevatte een tuin van weliswaar overzichtelijke afmetingen, maar toch ruim genoeg voor ligstoelen en elke week maaien. Ook groeiden er fraaie bloemen en de vogels kwamen er hun jongen laten zien. Als je de deuren openzette en de zon scheen, dan was het net of je echt buiten woonde, in een land waar de huizen niet tegen elkaar aan werden gebouwd door knappe ingenieurs, die vaardig hadden berekend hoe je met zo min mogelijk kosten elkaar zoveel mogelijk overlast kon aandoen. Zo had men gezorgd voor tussenmuren zonder spouw, vloerconstructies die optimaal functioneerden als doorgeefluiken van contactgeluiden. Ook had men betonnen trappen tegen huiskamers gebouwd, terwijl ook binnen de huizen zelf niets was nagelaten om de rust te verstoren.

Bert en Dorien konden niet alleen heel nauwkeurig elkaars avonturen op het toilet in de gaten houden, na verloop van enige tijd wisten zij ook precies te onderscheiden welke buur zich met welk doel in de intimiteit had teruggetrokken en wat ie de vorige dag had gegeten.

[pagina 65]
[p. 65]

Zat iemand op zolder in een schrift te schrijven, dan dreunde het beneden mee.

Toen de kinderen klein waren, was het allemaal nog niet zo erg. Om zeven uur verdwenen dezen naar hun bedden en dan trad een korte, onbekommerde periode in waarin Bert en Dorien, slechts afgeluisterd door het hele huizenblok, zich met hun altijd jong elan aan elkaar konden overgeven.

Maar de kinderen werden groter. De oudste, een zoon, kreeg al op zeventienjarige leeftijd vaste verkering, waarna hij het huis verliet om te gaan samenwonen. De tweede was een dochter. Deze verliet de ouderlijke woning aan de hand van een benedenmoerdijkse variété-artiest. Dus daar viel heel wat te lachen.

Ten slotte hadden ze alleen de jongste. Tommy, over.

Tommy was altijd een aardige jongen geweest. Alleen groeide hij sneller dan God brood kan smeren. Zodoende was hij reeds op vijftienjarige leeftijd een gevreesde voorstopper in een plaatselijk voetbalelftal, hetgeen hem behalve aanbiedingen voor een profcontract ook een niet geringe stoet dames opleverde, die opbellend en met zogenaamd kapotte banden bij hem langs fietsend, probeerden van zijn spelinzicht te profiteren. Omdat Tommy de goedheid zelve was, liet hij menige vrouwelijke supporter tot zijn jongenskamer toe om met haar de problemen van het leven te bespreken.

Dit alles nu geschiedde precies boven Bert en Dorien hun hoofd.

[pagina 66]
[p. 66]

Hadden de oudste kinderen het wijselijk geoordeeld, op grond van de constructie van de woning, hun avonturen in de liefde elders te beleven. Tommy zat nog op school en hij had zijn moeder nodig om hem elke dag van stapels boterhammen te voorzien en zijn vader voor de bankbiljetten die hij weer inleverde in de disco.

Omdat hij de jongste was en dus meer mocht dan zijn broer en zuster samen, en omdat hij zijn vrouwelijke aanhang voornamelijk recruteerde uit nakomertjes met veel zorgen verwekkende zusters boven zich, die de opvoedingsdrang van de ouders volledig hadden uitgeput, kwam de dag al spoedig dat hij meedeelde dat Truus of Wil of Dinky bleef slapen.

Dorien hield van de liefde. Haar leven was er om zo te zeggen op gebaseerd. En nu kon ze meteen leuk meemaken hoe haar kinderen erover dachten. De buren aan wier slaapkamer de hunne grensde, deden het allang niet meer, waardoor het de laatste jaren rustig was als zij eindelijk insliep, maar nu ontwikkelde er zich in haar eigen huis, onder leiding van haar eigen zoon, die zij nog maar zo kort geleden zijn pap gevoerd had, een verkeer van jewelste.

Tommy kon een potje breken bij zijn ouders. Zo gebeurde het op een dag dat zich een lange, slungelige jongen aandiende, ook al voorzien van een modern gekleed meisje, wier persoonlijkheid bijna geheel in een enorme, van onderen smal toelopende bandplooibroek schuilging.

‘Dit is Fred,’ zei Tommy. Tred is er door zijn

[pagina 67]
[p. 67]

ouders uitgedonderd. En Molly hier ook. Kunnen die bij ons Wijven slapen?’

Die nacht kwamen de jeugdgeluiden niet alleen van boven maar ook van opzij, met een frequentie en een hevigheid die Dorien in staat van grote contemplatie brachten. Wat die daar uitspookten, dat kon zij ook.

Het beviel Fred en zijn Molly trouwens best in het bed dat zij voor één nacht mochten beslapen. En de verhouding met de wederzijdse ouders werd er de dag daarna niet beter op. Vandaar dat zij de volgende avond opnieuw zo tegen tienen kwamen opdagen, in gezelschap van Tommy en zijn gade, die op haar beurt vergezeld werd door haar zusje.

Met dit zusje was het de laatste tijd erg triest gelopen. Samenwonend met een principieel werkweigeraar, raakten zij slaags over de vraag wie de melkboer zou helpen, en daarna besloot zij het kraakpand te verlaten. Nog maar nauwelijks bekomen van de eerste emoties, ontmoette zij in de kroeg een oude schoolvriend, die de school trouwens nog steeds niet had weten te verlaten. Het was genegenheid op het hernieuwde eerste gezicht. Maar waar moesten ze slapen? Haar zuster wist dus raad.

Die nacht zou Dorien niet gauw vergeten. Overal in huis klonken gezellige geluiden. Ze klemde zich aan Bert vast en smeekte hem haar gelukkig te maken, zij was immers nog lang niet afgeschreven en het was haar eigen huis. Maar Bert legde zijn vinger op haar mond. Zij, volwassen mensen, konden daar toch niet een beetje als katten op een heet zinken

[pagina 68]
[p. 68]

dak aan de gang gaan. Wat moesten die kinderen ervan denken!

De kinderen dachten niet zozeer. Die hadden het te druk met het exploreren van de wortels van hun bestaan. Maar Dorien verlangde zo naar Bert.

Zo kwam het dat, midden in de nacht, het ouderpaar twee luchtbedden uit de schuur haalde en de trap afdaalde naar de kelder, die zij hadden laten aanleggen onder een uitbouw van hun perceel.

Daar, tussen de wijnrekken, onder het licht van een flakkerende kaars, terwijl de koude van het gewelf door hun botten trok, konden zij eindelijk dichtbij elkaar liggen, ongestoord door de kinderen, de buren en het moderne comfort.

Boven hun hoofd inmiddels klonk, voor hen onhoorbaar, luid gezang en even later geschreeuw en het verbreken van verbintenissen die zojuist voor het leven waren aangegaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken