Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het moet allemaal nog even wennen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen
Afbeelding van Het moet allemaal nog even wennenToon afbeelding van titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (4.98 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het moet allemaal nog even wennen

(1983)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

IJdel

‘Neem maar mee die dingen,’ zei mijn moeder. ‘Ik weet niet wat ik ermee moet doen.’

Om mijn geliefde zuster voor te zijn, die ongetwijfeld eerstdaags voor een tweede keer de dozen met foto's kwam plunderen, zette ik mij aan een zorgvuldige bestudering van de partjes verleden die mij werden voorgeschoteld.

Wat moest ik ermee doen?

Zo te zien was ik in mijn allervroegste jeugd een bijzonder lieftallig kereltje, een beetje mollig, ruim voorzien van allerhande krulwerk en steeds gekleed in een merkwaardig broekje, waarop bloemen, de restanten van een jurk die mijn moeder in de vooroorlogse jaren had gedragen.

Na deze eerste tijd van geknuffelde vrolijkheid brak er in mijn leven een meer duistere periode aan. De fotografieën uit deze tijd, stuk voor stuk van de hand van mijn vader, vertonen menigvuldig gebibber. Dit kan niet alleen de schuld geweest zijn van het boxje waarmee ze zijn genomen, maar is ongetwijfeld mede te wijten aan de schrik die mijn vader beving wanneer hij door de zoeker waarnam hoe zijn zoon er uitzag.

Een bril droeg ik. En niet een prachtige modieuze van Hans Winkel. Het was een onbreekbare bril. De onbreekbaarste bril van de wereld. Alles wat er-

[pagina 73]
[p. 73]

aan zat was erop berekend lederen voetballen tegen te houden. Ook onder een tram zou deze bril het niet hebben begeven. Behalve gepantserd was hij van een afmeting die er doorheen kijken bijna onmogelijk maakte.

En toch, toch had ik dat zelf niet goed door. Vele foto's zijn genomen op het strand van Noordwijk. In mijn te lange korte broek, met een alweer zelfgebreide pullover, duik ik naar voorzetten die mijn vader gaf, waarna hij vliegensvlug de camera moest grijpen om het resultaat van mijn keepvaardigheid te vereeuwigen.

De periode die hierna aanbrak is zo mogelijk nog zwaarmoediger. Brillen deden hun intrede gemodelleerd door een gek met een hevige passie voor vlinders. Zwarte, sombere monturen, passend bij mijn duistere gedachten, die geenszins gepaard gingen, helaas, met een al even duistere levenswandel.

(Mensen die werkelijk niet meer te redden zijn hebben misschien vaak wel een heel optimistische kijk op het leven, te vergelijken met de mevrouw die ik zag op de schrijversmarkt van de Bijenkorf te Rotterdam. Bij het uitdelen van lichamelijke schoonheid had zij niet zozeer achteraan gestaan, zij was te laat gekomen. Behalve de bril, die al onmiddellijk mijn compassie opriep, vertoonde haar uiterlijk nog meer eigenaardigheden die een algehele treurnis moesten opwekken bij degenen die niet op de hoogte waren van haar goede, opofferende karakter. Daar stond zij en in zichzelf gekeerd hield zij een boek tegen haar borst geklemd: De droomkoningin.)

[pagina 74]
[p. 74]

Veel in deze wereld zou ons bespaard moeten blijven, hetgeen wij gelukkig soms pas later merken. Met mijn eigen eerste camera heeft mijn broer een foto genomen in het hooggebergte, dat door een verkeerde belichting uiterst wazig is geworden. En wat zie ik daar? Ik heb lange, slanke benen, maar ik draag een korte broek. Het is geen gezicht. Meer dan drieduizend meter hoog en nog een korte broek. En het is niet zo maar een korte broek, nee, dit is de meest ellendig gesneden, mislukte, kakikleurige, hoog boven de navel bijeengesnoerde broek die mijn moeder voor mij kon bedenken.

Daarboven mijn hoofd. Ben ik dat? Hallo daar! Zeker tochtig in dat knollenveld! Bleven daarom al mijn liefdes onbeantwoord? Daar is een kapper aan de gang geweest die zich ten doel heeft gesteld God belachelijk te maken, gezien het feit dat wij zijn geschapen naar zijn evenbeeld. Beëlzebub met een tondeuse.

Daaronder, ik aarzel het te zeggen, mijn eerste echte geslepen zonnebril met zwarte glazen. Nu nog een rood-witte stok. Dat mijn moeder daar zo rustig naast staat. Zij hield van mij. Ik weet het zeker. En trouwens nog steeds. Daarom en daarom alleen mag ik die foto's meenemen. Opdat zij ze nooit meer hoeft te aanschouwen. ‘Jammer,’ zegt mijn moeder peinzend, ‘dat je oma haar foto's heeft vernietigd. Daar zaten zulke aardige bij. Maar ze zei altijd: “Ik wil niet dat ze op de markt terechtkomen en dat iemand ze dan voor een kwartje koopt”. En toen heeft ze ze verscheurd.’

[pagina 75]
[p. 75]

Zo bestaan mijn oma's foto's nog slechts in het geheugen van mijn moeder - puntjes van een ijsberg, gedoemd te verdwijnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken