Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongenaakbaar (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongenaakbaar
Afbeelding van OngenaakbaarToon afbeelding van titelpagina van Ongenaakbaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (11.38 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongenaakbaar

(1981)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

[VIII]

Toen hij een kind was, in dezelfde tijd waarin zich de gebeurtenis met de kleine vechtersbaas afspeelde, stuurde zijn moeder hem om slaolie naar de op de hoek gelegen winkel van de vana. De kranten stonden vol over de koude oorlog. Iedere dag konden de Russen uit de lucht komen, met tanks en kanonnen. Ze zouden hem wegvoeren van zijn ouders, heel Europa veranderde op slag in een hernieuwde volksverhuizing.

Met zijn levendige fantasie zag hij zich lopen, net als de joodse kinderen van wie hij foto's had gezien. Hij begreep niet waarom de wereld zo en niet anders in elkaar stak. Voordat zij werden weggevoerd heerste er schaarste. Het scheen dat je met grauwe erwten en die olie dan nog een heel eind kwam. Moeders stuurden eerst het ene kind en dan het andere, opdat de winkelier maar niet zou merken dat zij vier flessen olie op één dag bij hem inkochten. Maar natuurlijk wist de slimmerd het precies. Met zijn ervaring in de levensmiddelenbranche zag hij haarscherp hoe ver je met die slaolie kon komen: tot de wc, vanwege de buikloop.

Hij had weinig herinneringen aan de werkelijke oorlog, die zich niet alleen afspeelde in de geesten van de mensen, maar gewoon op straat. Zijn vader was handig met bonnen. Op geregelde tijden kwam hij thuis met een zij spek. En dat voor iemand uit de stad. Maar zijn vader had relaties.

[pagina 57]
[p. 57]

In de keuken stond zijn moeder bij het aanrecht en sneed voor hem een plakje van het vetspek af. Hij kon zich geen verrukkelijker traktatie wensen. Tot hij op een dag zijn maag omkeerde en voor de rest van zijn leven een walging had voor alles dat niet mager was.

Zijn vader had een schuilhol op de zolder, overdekt met antraciet. Hier moest hij zich verschuilen als de Duitsers kwamen. Als dat gebeurd was zou hij ze de weg gewezen hebben; niets vond hij leuker dan zijn vader in dat hok.

Hij was vier jaar, op de rand van de bevrijding.

Zijn moeder hamsterde ook suiker, en daarmee legde zij zonder dat zij zich daarvan bewust was een flinke verzameling muizen aan. Het was een geritsel van jewelste in de gangkast. Wist zij veel dat de Russen van die kleine helpers hadden. Als zij de werkelijkheid had begrepen, was zij vast nog veel banger geweest. Die Russen gingen weliswaar verkrachtend door Europa, de wetenschap dat zij zich van knaagdieren bedienden zou haar geringe hoop op de kentering der tijden voorgoed teniet hebben gedaan.

Hij groeide op. En overal was schaarste. Maar wie zoals hij een kind was, onbesmet door een persoonlijk waargenomen kommervol verleden, groeide op in veiligheid en zonder materieel begeren. Hij ging naar de middelbare school en voelde zich tevreden, precies tot aan de dag waarop de lichamelijke wanorde zijn intrede deed.

Als hij terugkeek was het water rimpelloos.

Hij ging studeren toen de tijd nog net een beetje zo was als de mensen dachten dat hij altijd was geweest. Corpsstudenten kwamen joelen bij de deur die toegang gaf tot de vereniging die hij had uitgekozen vanwege het begrip ‘progressief’ dat zij als slogan in het

[pagina 58]
[p. 58]

vaandel voerde. O ja, dit viel niet te ontkennen. In die dagen kon je al progressief zijn wanneer je traditie ontkende.

Maar hij moest verder, opgenomen in de roes die niemand kon verklaren. Progressiviteit betekende nu voor de meesten meehollen met de mode. Gitaarmuziek steeds op de achtergrond. Een moeizaam bijeengespaarde trip naar Londen. Iedereen riep gedachteloos dat alles kon.

Als hij vanuit het heden terugkeek op die tijd verwonderde hij zich over zijn naïveteit. Ook voelde hij sterk het verlangen naar die fase terug te gaan. Al op de middelbare school was hij begonnen te schrijven. Vlak voor het uiteenvallen van de Beatles publiceerde hij zijn eerste roman.

Een prachtig boek, alleen jammer dat het geen strip was.

Zijn veroudering ging verder. Iedere verjaardag begon hij beter te begrijpen dat hij opgezadeld zat met een verleden. Op een gegeven ogenblik had hij al binnen vier decennia geleefd. Op school veronderstelde hij dingen bekend waarvan zijn leerlingen nooit gehoord hadden. Bij nadere beschouwing vond hij in zijn eigen leven een hoop rimram.

Wat hij ten opzichte van zijn vader miste was een oorlog. Het was niet zo dat hij ernaar verlangde. Dat zou deze vaststelling opblazen tot onaanvaardbare proporties. Enerzijds moest hij er niet aan denken dat hij in een oorlog terechtkwam, aan de andere kant begreep hij maar al te goed hoe gemakkelijk die oorlog het aan sommige mensen had gemaakt de rest van hun leven een rechtvaardiging te geven gebaseerd op de kwellingen van het verleden. Natuurlijk waren die kwellingen bij velen zo groot geweest dat ze het leven

[pagina 59]
[p. 59]

dat nog volgde grotendeels verknoeiden. Anderen konden op hun oorlog terugzien als een spannende en leerzame ervaring, die ze als vanzelfsprekend uit de buurt had gehouden van vervetting en vervlakking.

Waarschijnlijk trouwens was deze opvatting ook te schematisch, ingegeven door het onbehagen dat zijn eigen toenemende welvaart bij hem deed binnensijpelen. Alsof het werkelijk zo was dat overvloedige materiële welstand de behoefte aan andere dan lichamelijke prikkels deed afnemen. Nu maakte hij zich soms nog even kwaad. Maar om hem heen zag hij dat al niet meer gebeuren. Tevredenheid en zachte popmuziek. En straks paniek als het iets minder ging.

Hij was in het eerste oorlogsjaar geboren. Vredig lag hij in zijn wiegje toen zijn vader er door de Duitsers was uitgepikt om wacht te lopen bij de spoorbaan. Zijn moeder maakte zich zorgen, zoals altijd, of hij wel terug zou komen. Hij speelde vredig in de box. Het sterkste beeld dat hem was bijgebleven stamde van bevrijdingsavond. In de straat dansten de mensen. Er waren lampions en vlaggen bij de vleet. Niet veel later dreven er vlotten gemaakt van biscuitblikken door de ringvaart. Met een gekleurde bril op ging hij met zijn oudere buurjongens naar een veldje waar iets in de lucht kon worden waargenomen dat hij nu vergeten was. Van de zojuist beëindigde oorlog herinnerde hij zich een paar momenten, opwinding die zijn kindertijd nauwelijks beïnvloed had.

Veel later kwam hij in contact met schrijvers van een oudere generatie. Zij hadden in illegale bladen geschreven. Na de bevrijding richtten zij nieuwe periodieken op, in het vooruitzicht van een beter georganiseerde wereld, al verschilden hun opvattingen nogal eens over de wijze waarop deze organisatie tot stand

[pagina 60]
[p. 60]

zou moeten worden gebracht. Terwijl zij furore maakten met de experimenteel genoemde verwoordingen van hun emoties, gleed hij door zijn jeugd heen. Tobde hoogstens over een onvoldoende voor Latijn. Schreef een verhandeling over ‘kussen’ voor een meisje, bij ontbreken van eigen praktijk.

Pas toen hij jeugd en de eerste stadia van de volwassenheid achter zich gelaten had, ontwikkelde er zich een begin van oorlog in hemzelf Maar nog altijd deed hij niet veel anders dan de minieme verstoringen van die jeugd beschrijven, hoeveel invloed die ook hadden uitgeoefend op hemzelf. Zo werkte hij aan een, toegegeven, kunstig geschakeerde kroniek van het leven van een burgerjongen uit een tolerant milieu. Maar ongemerkt verlegde hij de koers van zijn leven iedere dag een eindje verder. Ook als hij dat gewild had, kon hij dit niet tegenhouden. Misschien was Wereldvisie het verkeerde blad. Maar hij had genoeg van het in stilte wachten op een gunstige respons wanneer hij weer eens iets gepubliceerd had. De literaire salon was een huis zonder schuilkelder.

Zelf had hij geschreven over zijn dode vader, terwijl de man nota bene van zijn pensioen genoot en dagelijks zijn tuin van afgevallen bladeren ontdeed.

Les feuilles mortes: dat was nog iets uit zijn jeugd. De eigentijdse literatuur leek trouwens van onschuldige jeugdervaringen aan elkaar te hangen. Maar wie verlangde er ook naar de grote gooi, of een schokkende conceptie van een verbeeldingswereld, in een welvaartstijd? Mensen tegen wie een schrijver tekeerging stonden als eersten klaar om hem met zijn prestatie geluk te wensen. Het was vleiender dan ooit om agressief bejegend te worden door de garneerders van het gemakkelijke leven.

[pagina 61]
[p. 61]

Maar was kunst in zijn beste momenten niet evenzeer afhankelijk van menselijke ondergang en angst als religie? Waar vond je nog ontroering om het groteske verzet tegen de dood?

Hij moest zich rekenschap geven van de dingen die hij deed. De gebeurtenissen die Vlasman in gang had gezet vormden het uitvloeisel van zijn eigen behoefte zich te laten kennen, zijn nek uit te steken omdat hij eindelijk zo ver gekomen was dat hij niets anders meer te doen wist.

Niemand had hem ooit ernstiger genomen dan Vlasman.

Wat moest hij daarom met een aanklacht tegen hem bij de politie? Hij wilde de bedreiging liever bekend laten worden via de pers. Zo kwam het dat hij nog dezelfde dag, tussen de tientallen telefoontjes door, op de plaats des onheils zijn portret liet maken door een fotograaf, al moest hij dan ook op de foto met zijn verouderde reservebril.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken