Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongenaakbaar (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongenaakbaar
Afbeelding van OngenaakbaarToon afbeelding van titelpagina van Ongenaakbaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (11.38 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongenaakbaar

(1981)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

[XVII]

Zijn vader was geen liefhebber geweest van een gevaarlijk leven. Op vijfentwintigjarige leeftijd ontmoette hij het eerste meisje dat hij durfde vragen. Zij was jong en voortvarend; na het in voorzichtige bewoordingen gestelde aanzoek, voelde zij zich voor de rest van haar leven geborgen. Niet lang na de voltrekking van het huwelijk zette zijn vader zich aan het verwekken van een kind. Toen Philip twee jaar later in de wieg lag bracht hij zijn vrouw bonbons en bloemen en zakte vervolgens tevreden terug in zijn gemakkelijke stoel.

Zo was het gegaan in de verhalen van de zoon.

In werkelijkheid school er achter zijn vader natuurlijk een veel minder karikaturale man. Hij groeide op in een dorp op de grens van Overijssel en Gelderland, liep de mulo af, waarna zijn moeder voor hem solliciteerde bij een klein handelskantoor. Na een korte loopbaan als loopjongen van de in het vak vergrijsde firmanten, koos hij voor de opwinding van een grote bank. Daar werkte hij zich gestadig op. Hij was een zorgvuldig mens. Niet iemand die zijn jas ergens liet hangen. Wie hem bezig zag zijn zaken te ordenen, stelde onmiddellijk vertrouwen in hem. Maar toen Philip ouder werd kon hij zich steeds minder aan de gedachte onttrekken dat het leven van zijn vader gebaseerd was op angst.

Vanaf dat moment begreep hij dat hij van hem hield.

[pagina 108]
[p. 108]

Philip had in de verhouding tot zijn ouders alle geijkte stadia doorlopen. Hij vond hen burgerlijk, toen hij in de veronderstelling verkeerde dat híj het niet was. Daarna dacht hij dat er geen saaiere mensen bestonden, toen hij voor het eerst radeloos rondzwierf nadat hij zijn vriendinnetje was kwijtgeraakt. Zo vond hij in het psychologische vlak bijna iedere week opnieuw het wiel uit.

Weer later verheugde hij zich erop zijn ouders te zien. Met ingehouden trots en een volmaakte achteloosheid overhandigde hij ieder van hen een exemplaar van zijn eerste roman en zag er goedkeurend op toe hoe zijn vader erin bladerde, net zolang tot hij er een naar zijn oordeel smerig woord in aantrof Hierna legde zijn vader het boek opzij en wijdde er nooit meer een woord aan, totdat een van zijn cliënten, een tachtigjarige oud-lerares Frans hem complimenteerde met zijn zo geslaagde zoon. Hij beloofde Philip ook diens tweede roman te proberen.

Allemaal drukte om niets, een meningsverschil tussen twee mensen die niet buiten elkaar konden.

Hij werd ouder en zag zich naar zijn vader toegroeien. En opeens merkte hij bij zichzelf dat ook hij begon te hechten aan traditie, vanuit het toenemend begrip dat hij niet uit het niets was ontstaan. Zijn vader had hem gestimuleerd de universiteit te bezoeken. Hij was gegaan, hoewel hij nooit met iets anders bezig was dan schrijven. Later zag hij de juistheid van zijn vaders wens.

Pas na afloop van zijn huwelijk met Alice had hij ingezien wat hem werkelijk van zijn vader scheidde. Niet de opvattingen over politiek, morele waarden en de oorzaken van schommelingen binnen het geldverkeer. Het werkelijke verschil lag in zijn behoefte aan

[pagina 109]
[p. 109]

gevaarlijk leven. Dit laatste mocht trouwens niet worden overdreven. Maar het bestond, eerst nog in rudiment, later duidelijker. Toch bouwde hij ook daarin voort op wat zijn vader hem had voorgedaan. Hij wilde de stilstand laten verkeren in beweging. Maar waar zijn vader die beweging wist te leiden, gaf hij er zich ongebreideld aan over, vergetend dat hij misschien allereerst zichzelf schade aandeed. Hij werd ouder en voelde het rumoer in zijn hoofd bij ieder optreden sterker. Hij liep naar de veertig en dacht: straks ben ik dood. Hij moest ervoor zorgen dat hij zichzelf niet hijgend ging voorbijlopen. Maar hij kon niet buiten die beweging. Het lag al te zeer voor de hand dat hij zich langzamerhand terugtrok binnen zijn betrekkelijke welstand. Maar hij stak liever zijn nek uit dan dat hij zich verschanste binnen een bastion dat hij had volgestouwd met aangename attributen.

Van zijn vader had hij het elan zich op de voorgrond te plaatsen geërfd. Toen hij zo ver naar voren was gekomen dat de redactie van Wereldvisie naar zijn medewerking dong, begon hij mensen uit te dagen. Die behoefte was in het tweede stuk alweer groter dan toen hij zijn eerste bijdrage schreef. Nu hij meer afstand had genomen, begreep hij nog beter dan eerst waarom hij Vlasman niet met rust gelaten had. In de laatste jaren van zijn studie had hij zich niet alleen laf en afstandelijk gedragen, als het zo uitkwam had hij tegenstanders zelfs geprezen om hun idealen. Hij had idioten aan de gang gezien en er zich niet tegen verzet. Hij had zichzelf wijs gemaakt dat dit nu eenmaal de weeën waren van een overgangsfase. Maar hij wilde helemaal niet naar iets anders toe worden gedwongen! Toen hij had moeten toezien hoe het geschreeuw om democratisering binnen de kortst mogelijke tijd een

[pagina 110]
[p. 110]

leuze zonder inhoud was geworden, maakte hij zich nog steeds niet op zich te verzetten. Hij hobbelde mee in raden, waarin hij als kandidaat-assistent werd gekozen, en hield zijn mond wanneer hij het niet met de meerderheid eens was. Hij had mensen huilend collegezalen zien verlaten, na een grondige evaluatie, waarbij mededogen werd vervangen door de plagen van Egypte. Hij had nooit één van die zelfgenoegzame semi-marxisten in de tang durven nemen, hoewel hij het wel had gekund. Hij had zichzelf van alles wijsgemaakt, uit schaamte over zijn eigen geringe ambitie om zich voor zijn medemensen in te spannen. Hij had zijn egoïsme voor zich uit gehouden als een schild. Dat deed hij heel handig. Omdat hij zichzelf een gebrek aan belangstelling en inzet aanpraatte, had hij een geldig excuus de anderen hun gang te laten gaan. Want zij hadden het uiteindelijk goed voor met hun medestudenten en docenten. En wat deed hij? Hij deed niets. Hij studeerde langzaam. En schreef. Dat was het voornaamste. Hij had met al die onzin niets te maken. Hij was een afstandelijke, sjieke schrijver, een observator, niet iemand die meedeed.

Maar hij haatte al die nieuwe baasjes. Een afkeer van gezag en dwang. Had hij dat ook niet van zijn vader?

Hoe kwam het dat hij zo veranderd was? Opeens uit zijn cocon te voorschijn trad en op hooghartige wijze blijk gaf van zijn afkeuring?

Het begon al voor zijn scheiding van Alice.

Hij schepte er een kinderlijk genoegen in zich als een dandy te gedragen. Vooral ook wanneer zij het niet met hem eens was. Als hij tekeerging tegen het gebrek aan stijl en de vervlakking hoorde hij zijn vader. Maar juist over die dingen had zijn vader zich

[pagina 111]
[p. 111]

nooit uitgelaten. Hem ging het er allereerst om een wereld in stand te houden waarvan hij geleerd had dat het de enig juiste was. Hoe zag die wereld er dan uit? Had de oorlog geen roet in het eten gegooid? Uiteindelijk leek het toch van niet. Langzaam was hij in zijn oude doen geraakt. De waarden die zijn moeder onderkend had, waren wat hem betreft in stand gebleven. Zo aanvaardde hij Philips scheiding niet. Maar omdat hij ook flexibiliteit als uitgangspunt hanteerde, legde hij zich morrend bij de feiten neer.

Philips toegenomen weerbarstigheid was het gevolg van een proces. Toevallig was hij getuige geweest van een van die momenten in de geschiedenis waarop mensen vol begeestering riepen dat zij iets nieuws wilden. Daarom moest het oude verdwijnen. Zij forceerden een breuk en dachten dat ze meteen bevrijd waren van de ballast der cultuur, die ze over het algemeen niet kenden.

Wie durfde te erkennen dat de roep om vernieuwing, van Provo tot aan de universiteit, op gang was gezet door een mengeling van warhoofden en intelligente avonturiers, die werden opgevolgd door een tweede generatie die uitsluitend uitblonk in het humorloos navolgen?

Hij had gemakkelijk praten, hij had zich aan de revolutie onttrokken en stond steevast aan de kant om zijn kleine ironische kanttekeningen te plaatsen.

Hij was daarop uitgekeken. Het leek alsof het aantal malloten alleen maar toenam, sinds iedere Nederlander die zichzelf respecteerde bezig leek de anderen te emanciperen.

Het was een kortzichtige visie. Maar hij genoot ervan. Hij daagde zijn lezers uit tot een reactie. Die van Vlasman had hij daarbij niet voorzien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken