Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongenaakbaar (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongenaakbaar
Afbeelding van OngenaakbaarToon afbeelding van titelpagina van Ongenaakbaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (11.38 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongenaakbaar

(1981)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 112]
[p. 112]

[XVIII]

Zij liepen door de warme avond, onder de zacht ruisende bomen, nu de wind bijna geheel was gaan liggen en het landschap zich geleidelijk aan toesloot voor de nacht. Het hotel waar zij verbleven lag een aantal kilometers van het dichtstbijzijnde plaatsje, vlak bij de rivier, die ook op deze plaats nog ver beneden hen in lussen door het dal kronkelde.

‘Zou je eeuwig willen leven?’ vroeg Philip, ‘als je tenminste in je huidige conditie kon blijven.’

‘Ik heb er nooit over nagedacht,’ antwoordde Helen.

‘Als je heel fit bleef en in een stemming als deze?’

‘Weet je in wat voor stemming ik ben?’

Hij kneep even in haar hand.

‘Zal ik eens raden?’

‘Doe maar,’ zei ze.

Hij bleef staan bij het begin van het pad dat naar de rivier omlaag leidde. Het was te smal en veel te steil om af te lopen nu het donker werd. Ze hadden er ook te zwaar voor gegeten.

‘Ik denk dat je moe bent,’ zei hij. ‘En rozig. Ik kan bijna niet wachten tot ik naast je lig.’

‘Jij denkt nooit aan wat anders.’

‘Zou je dat willen?’ vroeg hij.

‘Je verandert uit je zelf wel weer.’

‘Wat is dat voor opmerking!’

‘Je kunt je beter indekken voor wanneer alles minder wordt.’

[pagina 113]
[p. 113]

‘Alles is een heleboel.’

‘Ik zou altijd van je willen houden,’ zei Helen. ‘Ik hoop dat je dat nooit vergeet.’

Hij moest lachen. Opeens voelde hij zich vrolijk. Soms voelde hij zich in haar nabijheid van terughoudendheid bevrijd op een wijze die hij nooit voor mogelijk gehouden had. Zelfs op de momenten van de grootste opwinding had hij bij Alice een zekere schroom behouden. Alsof er dingen zweefden tussen hemel en aarde waarover hij met niemand kon praten. Hij wist om en nabij wel wat die dingen waren. Bij Helen werd hij ze ook steeds meer in woorden bewust.

Alice had hij op een hartstochtelijke manier bemind, en toch had zij hem na afloop nooit het gevoel gegeven dat hij leeg was, op een natuurlijke manier overgegaan van opwinding naar een gebied van tederheid waar niets de intimiteit kon verstoren. Altijd was er een rudiment van afzondering in hem gebleven, het begrip dat hij naast iemand lag van wie de dromen langs de zijne gleden.

Voor Helen was hij ook nooit bang geweest. Haar woede-uitbarstingen waren incidenten, met een vastgelegd besluit. Bij Alice ging de onvrede altijd door. Vanuit de ene fout die zij bij hem signaleerde, volgde razernij om een andere. Ook daarom was hij altijd op zijn hoede, de oorzaak van een steeds groeiende zwijgzaamheid.

‘Ik heb het een beetje koud,’ zei Helen.

Hoeveel keer meer hadden vrouwen dat tegen hem gezegd? Toch niet zo bijzonder vaak. Maar hij kon er zich beelden bij voorstellen. Een meisje in zijn kindertijd, met wie hij bramen zocht in de duinen. Alice, de eerste avond in hun huis, toen hij een half uur op zijn

[pagina 114]
[p. 114]

buik voor de verwarmingsketel had gelegen om met een veel te korte lucifer het vlammetje te doen ontbranden. En ook Helen, anderhalve maand geleden, rillend van de koorts naast hem onder de dekens. Hij herinnerde zich zijn plotselinge angst dat hij haar zou verliezen.

Hij legde zijn armen om haar heen en masseerde haar rug. Hij wilde haar zo graag beschermen dat hij op haar losging als een fysiotherapeut. Zij dreef hem tot uitzonderlijke dingen, liet hem alles in het groot doen. Maakte het kind in hem los, gevangen in een volwassen lichaam met de noden van een sinds lang volgroeide man.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken