Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongenaakbaar (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongenaakbaar
Afbeelding van OngenaakbaarToon afbeelding van titelpagina van Ongenaakbaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (11.38 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongenaakbaar

(1981)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 245]
[p. 245]

[XXXVIII]

Voordat Alkowski's huis een definitieve vorm voor hem had kunnen krijgen, zat hij alweer in de auto, op weg naar Amsterdam.

De ochtend na hun bezoek aan het aquaduct was Karen zijn kamer binnengekomen. Zij bracht hem een ontbijt en vroeg of zij hem een ogenblik gezelschap mocht houden. Het was tien uur. Hij had aan een stuk door geslapen, zonder dromen.

Haar vader zou die dag zijn kamer niet verlaten. Hij had een onrustige nacht doorgebracht. Het gesprek van de vorige dag, de inspanning van het luisteren, hadden hem afgemat.

Zij verzocht hem Henri naar Fontvieille te brengen, waar hij een aantal manuscripten wilde kopiëren die hij mee zou nemen naar Amsterdam.

Toen hij zag hoe vermoeid zij er zelf uitzag, begreep hij dat het bezoek spoedig zou eindigen. Karen leek al even breekbaar als haar vader. Zij verzekerde hem dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Momenten van uitputting had haar vader de laatste jaren meer gekend.

Tijdens het tochtje naar Fontvieille bracht de dokter een bezoek aan Alkowski en schreef hem volledige rust voor. Aan Karen liet hij de beslissing over of haar gasten zouden blijven.

Op die manier bracht zij de woorden van de dokter aan hen over. Het was beter hun koffers te pakken en het huis te verlaten, tenzij zij haar van dienst konden

[pagina 246]
[p. 246]

zijn. Maar Karen zei dat ze de verzorging van haar vader zonder problemen alleen af kon. Zij was duidelijk geheel op hem gericht, gedroeg zich afwezig en liet Philip met geen woord merken dat zij de intimiteit die tussen hen was ontstaan zelfs maar herinnerde.

Maar toen hij de koffers naar de auto bracht en het oliepeil controleerde, kwam zij plotseling naar hem toe. Zij lachte lief tegen hem en zonder dat zij daarover hoefden te spreken, wandelden zij de tuin in, waar de tinten groen feller en sprekender leken dan de dag ervoor, nu het 's nachts flink had geregend.

‘Het is goed dat je weggaat Philip,’ zei ze. ‘Na gisteren zou het me pijn doen dat ik geen aandacht aan je kan besteden. Ik heb vannacht naar je verlangd. Ik heb er zelfs over gedacht naar je toe te komen en bij je te slapen. Voel je niet belast dat ik dat zeg. Want ik wist dat het beter was het na te laten. Ik werd bang voor de kuil waarin ik zou vallen als je terugging naar het leven waar ik niets van weet. Als ik je ernaar gevraagd had, zouden wij anders tegenover elkaar hebben gestaan. Maar ik verdraag het nu niet dat mensen die iets voor mij betekenen mij inlichten over hun verleden.’

Zij legde haar hoofd tegen zijn arm, maar trok het snel weer terug, alsof zij schrok.

‘Ik ben bang dat vader spoedig zal sterven,’ zei ze. ‘Ik ben zo lang met hem alleen geweest dat ik niemand om mij heen verdraag. Misschien zou het met jou anders zijn. Ik weet niet hoe ik mij zal houden.’

Hij bleef staan en overzag de tuin. Hij trok een blad van een struik en verpulverde dat tussen zijn vingers.

‘Waarom doe je dat?’

‘Ik weet het niet. Om iets te doen te hebben, denk ik.’

[pagina 247]
[p. 247]

Zij pakte zijn vingers en maakte ze schoon in haar hand.

‘Het is een zo alles overheersende gedachte dat mijn vaders leven binnen afzienbare tijd zal eindigen,’ zei ze. ‘Ik voel me opgelucht en loodzwaar tegelijk. Ik probeer over die tegenstrijdigheid na te denken. Ik begrijp het niet Philip.’

Hij dacht even na.

‘Wie weet hoe vlug we waren uitgekeken op onszelf,’ zei hij bedachtzaam. ‘Misschien zijn tegenstrijdigheden onze redding.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken