Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verliefdheid is een raar gevoel (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verliefdheid is een raar gevoel
Afbeelding van Verliefdheid is een raar gevoelToon afbeelding van titelpagina van Verliefdheid is een raar gevoel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (4.57 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verliefdheid is een raar gevoel

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

Koning Joop

Er was eens een slechte koning. Die heette Joop. En er was eens een goede koning: die heette Jasper.

 

Het jongetje dat deze tekst eens opschreef, heet toevallig Jasper. Hij is mijn zoon en hij schreef dit wel zeer korte verhaal toen hij zes jaar oud was.

Als hij niet een klein jongetje was geweest, zou het verhaal wat ijdel overkomen: die goede koning immers heet precies als hij. Maar zo ijdel is het verhaal helemaal niet. Binnen Jaspers droomwereld was (en is) hij een held. De rest bestaat uit helpers en schurken.

Toen Jasper zijn verhaal wilde schrijven ging hij voor een stuk leeg papier zitten en schreef de hierboven afgedrukte tekst, die hoe dan ook een bepaald effect bij de lezer teweegbrengt. Er was eens een slechte koning.

Dat is een klassiek begin van een sprookje. Toen hij het verhaaltje schreef kende hij al heel wat sprookjes. Hij imiteerde dus in zijn eigen verhaal de sprookjesstijl zoals hij die zonder dat iemand hem daarop wees, geleerd had.

Na die eerste zin komt er iets dat de lezer aan het lachen maakt. Waarom? Om het onverwachte ervan. Er was eens een slechte koning. Die heette Joop.

Nu weten wij dat koningen zelden Joop heten. Koningen heten Arthur of Boudewijn. Nooit Joop. Joop is meer de naam voor een Nederlandse minister-president, net als Dries of Piet. Joop is niet verheven genoeg voor een koning.

Als je die koning dan toch Joop noemt, streef je een bepaald effect na. Dat wil zeggen: als je het bewust doet. In Jaspers geval was daarvan geen sprake. Hij was nog veel te klein om bewust effecten na te streven. Hij wist gewoon nog niet hoe

[pagina 13]
[p. 13]

koningen behoren te heten in verhalen. Die van hem noemde hij dus Joop. En wij glimlachen om de naïveteit van zo'n jongetje. Zou een volwassen schrijver voor zo'n effect hebben gezorgd, dan had hij dat bewust gedaan, met het doel bij voorbeeld zijn lezers aan het lachen te maken.

Schrijvers streven vaak bepaalde effecten na. Of hun teksten die effecten ook zullen opleveren, weten zij nooit zeker. En nu komt het volgende in het verhaaltje van mijn zoon. Het paste helemaal in zijn droomwereld om die goede koning naar zichzelf te vernoemen. Misschien deed Al Capone het net andersom. Maar dat weten wij niet.

Toch is Jasper ook hier weer bezig als een schrijver: zijn goede koning noemt hij Jasper, als verlengstuk van zijn droomwereld. Hij verstopt zichzelf in een van zijn figuren. En zo gaat dat, maar alweer op een geraffineerde manier, met bijna alle schrijvers. Hoe zou het anders kunnen? Een schrijver zit achter zijn bureau en schrijft een verhaal waarin een aantal figuren voorkomt. Die figuren moeten ergens vandaan komen. Familieleden, vooral vrouwen van schrijvers, denken altijd dat zij precies zo als de schrijver hen ziet, in zijn verhalen voorkomen. Maar zo gaat het meestal niet. Natuurlijk komen die figuren uit de schrijver zelf. En die schrijver kan niet anders dan de dingen gebruiken die hij in zijn leven heeft meegemaakt. Dus hij gebruikt ook zijn vrouw, en zijn moeder, en misschien de slager. Maar van die vrouw, die moeder en die slager vormt hij dan een nieuwe figuur. Misschien lijkt die nieuwe figuur wel eens op de vrouw van de schrijver, maar toch nooit helemaal. Er is trouwens een goede kans dat die door de schrijver samengestelde figuur het meest op hem zelf lijkt, al denkt zijn vrouw dat zij het is. Ingewikkeld nietwaar? Zoals het er staat, lijkt het allemaal een beetje schematisch. Alsof een schrijver een figuur uit onderdelen zit samen te stellen. Zo gaat het niet. Die figuur in zijn geest komt meestal voor een groot deel onbewust tot stand.

Iedere schrijver heeft in zijn werk goede en slechte koningen. En iedere koning bestaat uit een waar ratjetoe van indrukken die de schrijver heeft opgedaan. Als we nu met een goede schrijver te maken hebben, dan denken wij bij het lezen van zijn boek: het zijn net echte mensen. Die mensen zouden gewoon bij ons kunnen aanbellen.

[pagina 14]
[p. 14]

Het verhaaltje van mijn zoon is natuurlijk wel heel kort uitgevallen. Wij krijgen over de koningen niets anders te horen dan dat zij slecht respectievelijk goed zijn. De schrijver verschaft hen verder geen inhoud. Hij vertelt ons niets over hun achtergronden.

In sprookjes vernemen wij van slechtaards nog wel eens waarom ze zo genoemd worden. Maar de goeden zijn goed zonder meer. Daar hoef je niets bij te vertellen. Goed is goed. Persoonlijk weet ik niet zo maar wat goed is.

Of begrijp ik het eigenlijk best als ik een sprookje lees? Mijn zoon had er kennelijk op zijn zesde jaar geen moeite mee. Hij schreef een verhaal, en in dat verhaal paste een snoodaard. Wie weet wat er boven water was gekomen als hij iets meer over die schurk van een Joop verteld had. Misschien sloeg hij zijn zusje. Of pikte hij koekjes. At zijn bord niet leeg. Gaf zijn vader, de oude slechterik, een grote mond.

Misschien dus had de slechte Joop wel op dat deel van Jasper geleken dat soms een pak op de broek verdiende.

En verder had die Joop natuurlijk trekken van Jaspers zusje Roefke vertoond. Arme Joop.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken