Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dwars door 't leven (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dwars door 't leven
Afbeelding van Dwars door 't levenToon afbeelding van titelpagina van Dwars door 't leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.65 MB)

Scans (507.12 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dwars door 't leven

(1887)–Edmond de Geest–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Hoofdstuk XV.
Hoe Alfred, in stede van advokaat, baas uit de ‘Sailor's Home’ wordt.

Het is ongeveer een jaar geleden, dat Alfred en Kaatje Gent verlieten om zich naar Londen te begeven. Wij lieten het verliefde paar in het fransch ‘Hotel de la Paix’ High street Borough, achter. De eerste dagen hunner aankomst in Engeland verhopen in genot en vreugde. Net als pas gehuwden, die op speelreis hunne wittebroodsweken beginnen, doorkruisen zij de gansche stad, bezoeken schouwburgen, dansplaatsen, museums, kerken; kortom alles wat de stad den vreemdeling ter bewondering aanbiedt.

Na eenige dagen vindt Alfred nochtans, dat het tijd is om naar het een of ander bedrijf, naar de eene of andere bezigheid uit te zien. Immer geld verteren kan niet blijven duren en men moet trachten iets, hoe weinig ook, te winnen. Hier doet zich echter eene groote moeielijkheid voor: hunne onbekendheid met de Engelsche taal, waaraan de Engelschman stelselmatig houdt. Zelfs hij, die in Engeland met het Fransch, Duitsch, of eenige andere taal bekend is, spreekt en gebruikt die slechts in den nood. In den huiselijken kring, in den dagelijkschen omgang met het volk, in den handel spreekt men, uit nationaal gevoel, slechts Engelsch. Dagen verhopen dus zonder eenigen uitslag, dagen van gedwongene werkeloosheid. Wel let men op alle berichten, doorsnuffelt met aandacht de advertentiën en aanbiedingen van over te nemen handels-

[pagina 96]
[p. 96]

zaakjes, maar niets schijnt voor hen geschikt, want voor elke bediening, voor iedere zaak, doet zich telkens de hoofdvereischte voor: de kennis der taal.

Ook zijn de meeste over te nemen zaken te groot en te uitgebreid voor Alfred's vermogen. Kaatje is er altijd op gezet om een koffiehuis te openen. Een koffiehuis echter, een wel ingericht koffiehuis, dat kost geld en daarbij Alfred heeft een tegenzin voor dergelijk bedrijf. Alfred voelt zich wellicht min of meer vernederd bij de ge lachte baas uit een koffiehuis te worden, en daarbij is hij niet jaloersch? Zou hij wel kunnen dulden, dat zijn aanbeden Kaatje in aanraking moet komen met den eersten den besten, die in zijn huis voor de waarde van eenige pence drank zoo komen verbruiken? Neen, die gedachte ergert hem! Ik stem toe in alles wat gij wilt, zegt hij, maar een koffiehuis houden, neen, dat nooit! Schoon heeft zij er op aan te dringen, dat men toch iets beginnen moet, Alfred blijft tot nog toe onwrikbaar bij zijn besluit.

Eindelijk geraakt hij in betrekking op het kantoor van eenen wijnhandelaar, die er wellicht op gesteld is een franschsprekend bediende te hebben, om daardoor den oorsprong zijner wijnen, als echt fransche voortbrengselen, meer waarschijnlijkheid bij te zetten.

De wijnkoopman ‘Preatson’ woont in de nabijheid der dokken en stapelplaatsen en heeft zijne magazijnen in de entrepôts. Alfred en Kaatje zijn dus genoodzaakt, een kwartier in dat gedeelte der stad te huren. Het is een zonderling, eigenaardig kwartier van Londen. Honderden schepen uit alle gewesten der wereld liggen voortdurend in de doks en worden daar geladen of gelost bij middel van stoommachines en waterpersen, die er hun zuchtend en snorrend en krijschend geluid met het piepen der ongesmeerde katrollen vermengen Eene onaangename geur van teer en pek, huilen en vet, hoorn en beenderen, guano en hennep, kortom van alle uitheemsche producten, heerscht er het gansche jaar door. Wagens en karren, tot

[pagina 97]
[p. 97]

brekens toe geladen, door reuzensterke paarden getrokken, rollen er krakend en rammelend van 's morgends vroeg tot 's avonds laat op en neer. Een vreemde uitheemsche bevolking, bruingebrande Europeanen uit alle landen, Maleiers, Negers, Chineezen, slenteren in de zonderlingste kleedij den ganschen dag het kwartier rond en door. De gansche buurt bestaat uit winkels van scheepsbenoodigdheden, drankslijterijen en met zeilen overtrokken kraampjes van oude vrouwen, waar men aan goedkoopen prijs mossels, pork and bean, blue points, paardenworst en andere lekkernijen staande kan verorberen. Hier verkoopt men gepekte zuidwesters, groote zware kaplaarzen, matrozenkielen, banden en riemen, waterdichte kapmantels, hemden, baaien lijfrokken; daar, gepekte touwen en zeilgoed, verder zeeinstrumenten, nog verder ontwaart men de smederij waar aangehitste vuren blaken en snorren, den ganschen dag gehamerd wordt en een aantal groote ankers voor den ingang liggen. Kortom dit kwartier der stad met zijne afzichtelijke huizen ziet er zoo vuil, zoo morsig, zoo ouderwetsch uit, als ware het pas herrezen na eeuwen lang ten gevolge eener aardomwenteling in den schoot der aarde bedolven te zijn geweest.

In zulke buurt op eene kamer te wonen kan moeielijk zijn; er een afzonderlijk huisje huren, daaraan valt niet te denken, want daar het kwartier bedrijvig is zijn de huishuren te duur, ten ware men nochtans er den eenen of anderen kleinhandel dreef.

Het is dan ook tot dit laatste voornemen, dat Alfred en Kaatje besluiten. Maar, wat handel zal men aanvatten, waar zal men een daartoe geschikt huisje te huur vinden? Dat is de zaak! Juist is het verliefde paar dit belangrijk punt druk aan 't overleggen, als Alfred toevallig zijn oog op eene krant laat vallen, waarin een huisje aangeboden wordt, gelegen op den hoek der ‘Slug-Lane’ en der ‘Anchor-Street.’ De huurwaarde en de zaak schijnen hem op aannemelijke voorwaarden verkrijgbaar.

[pagina 98]
[p. 98]

Jammer maar, het is alweder eene drankslijterij!

De hoek der ‘Slug-Lane’ en der ‘Anchor-Street’ is echter zoo nabij de dokken en Alfred's bureel, het is er altijd zóó druk, zóó druk, dat de ligging eene waarborg is voor het welgelukken van den handel, die er in gedreven wordt. Ook schijnt Alfred's afkeer voor eene drankslijterij aan 't wankelen.

- Let eens, pleit Kaatje, om Alfred gansch te overtuigen, let eens op de bijzondere voordeelen van de onderneming. Voerlieden, werkvolk en bazen, die van 's morgens vroeg tot laat in den avond in mist en in stof, in koude en in warmte werken en wroeten, zijn natuurlijk dorstig; de matrozen, meest altijd op zee, verteren hunnen laatsten stuiver aan wal, al die lui hebben geld in overvloed en waar moeten zij er mee henen? O, geloof me, de zaak is zeker! wij moeten er naar uitzien. Met goeden drank en vriendelijkheid jegens de klanten wint men in zulk een huis goud in staven.

Het is juist de vrees voor Kaatjes al te groote vriendelijkheid jegens de klanten, die Alfred weêrhoudt. Toch wankelt hij, te meer daar hij de noodzakelijkheid inziet ergens te wonen waar geldgewin mogelijk is. Hij eindigt dan ook met te beloven, dat hij eens over de zaak ernstig zal nadenken.

Het hoekhuisje speelt Alfred den volgenden nacht voor den geest. Wanneer Kaatje hem des morgens vraagt, welk besluit hij genomen heeft, antwoordt hij, doch eenigszins morrend, dat zij het huisje eens zullen gaan zien en trachten tot een akkoord te komen. Kort nadien gaan Alfred en Kaatje samen het huisje bezichtigen. Het is uiterst klein en heeft beneden slechts twee plaatsjes, ieder met een raam en een uitgang in elk der straten op wier hoek het gelegen is. In de voorplaats langs de Anchor-Street is de tapperij, hoofdzakelijk samengesteld uit eenen toog, voorzien van blinkende pompen met koperen kranen en groote porseleinen krukken, alles in eenen volmaakten

[pagina 99]
[p. 99]

staat van reinheid. Al het overige, de glazen uitgezonderd, ziet er min of meer morsig uit en steekt zeer bij de reinheid der pompen af. De gansche boedel van het voorvertrek bestaat uit vier of vijf half versleten stoelen, een vuurpot, eene groote hoeveelheid glazen, flesschen met allerhande fraaie merkbriefjes en eene menigte bokalen met geestrijke dranken van alle kleur, waarin allerlei vruchten, voornamelijk krieken en abrikozen, ingelegd zijn. Ook de beide ramen zijn met flesschen en bokalen uitgestald.

Voor den lezer, die met de Engelsche gebruiken niet bekend is, dient gezegd, dat het beperkt getal stoelen in de kleine gelagkamer hieruit voortspruit, dat men in Engeland doorgaans over den toog drinkt en betaalt. De verbruikers verwijlen niet in de tapperij: Time is money.

De drankhandel schijnt in het huisje goed te gaan. De. bewoners, twee oude kinderlooze lieden, verlaten het slechts, doordien zij nog al eene aanzienlijke erfenis bekwamen. Dit gevoegd bij een net sommetje, dat zij zelf vergaarden, stelt hun in staat hunne oude dagen in rust en genot door te brengen.

De loffelijke engelsche gewoonte om den drank voor den toog, staande en zonder verwijl te gebruiken, valt bijzonder in Alfred's smaak. Jaloersch als hij is zou de gedachte, dat anderen gedurende zijne afwezigheid bij Kaatje zouden komen lachen en praten, hem bitter kwellen en een groot beletsel zijn om zulk eene zaak te beginnen.

Nu vindt hij er eigenlijk minder bezwaar in. Na alles goed te hebben afgezien komt hij met den baas overeen om de zaak, met de meubelen die weinig waarde hebben, voor de som van vier honderd guinjes, nagenoeg tien duizend vier honderd franken, over te nemen.

De notaris of attorney wordt ontboden, de akte opgesteld en na voorlezing door beide partijen geteekend.

Alfred betaalt de koopsom en is eenige dagen later, in stede van advokaat, baas uit de ‘Sailor's Home’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken