Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Van hier, die twist en tweedracht voedt]

 
Allen:
 
Van hier, die twist en tweedracht voedt
 
en die den evennaasten,
 
door haat en nijd ontsteken, doet
 
elkanders dood verhaasten!
 
Van hier, vaart ver van hier: 't en geldt
 
geen' winnaar nu, geen' oorlogsheld,
 
maar hem, die 't lieve leven,
 
ontworsteld aan de wreede dood,
 
die woekerde in den moederschoot,
 
heeft duizenden gegeven!
 
't Verhaal:
 
Hij zat en zocht, bij nacht en dag,
 
bij 't kranke bed, daar lijdend lag
 
het moederlijk verlangen;
 
hij pijnde en poogde, rusteloos,
 
daar valschheid hem te volgen koos,
 
en in heur' strik te vangen.
[pagina 219]
[p. 219]
 
Hij dacht en doolde menigmaal;
 
hij bad tot God, om zegepraal,
 
en, eindlijk, eens ... 't gebeurde
 
dat, heel ontroerd, hij henenbrak
 
door 't duistre dat hem tegenstak,
 
en ... dat de nevel scheurde!
 
 
 
‘Gevonden!’ riep zijn' stemme alsdan:
 
hebt dank, hebt dank, o God, ervan;
 
nu mochte ik geren sterven;
 
want, hopelooze moeder, gij
 
zult leven, en, of doodde 't mij,
 
gij zult het leven erven!
 
Mannen:
 
Waar doolt gij, onbekend, alleen,
 
ter ballingschap gedwongen, grijze vader?
 
Uw moederstad, is die te kleen?
 
Is daar noch huis noch thuis voor u, den dader
 
van 't schellemstuk, o schande groot,
 
dat, door uw' vroede hand, de keten loste,
 
de keten van de grimme dood,
 
die honderd duizenden het leven kostte?
 
Waar doolt, waar gaat gij heen? Ach, blijft
 
bij ons, o vrome ziel, o vroede helper!
 
Om God, komt weêr terug, en wrijft
 
die schande van ons hoofd, o wondenstelper!
 
Kind:
 
Wie is dat, Moeder, die daar staat
 
en schijnt als een die spoedig gaat
 
en draagt iet wonders? Wie zou 't zijn?
 
Is, Moeder, is dat Jan Palfyn?
[pagina 220]
[p. 220]
 
Moeder:
 
Ja, kind, dat is het afbeeld van
 
een' grooten, braven man,
 
dien Kortrijk won; die, een uit al,
 
een' wereld won en winnen zal!
 
Kind:
 
o Moeder, zegt mij meer nog iet,
 
waarom dat hij zoo zorglijk ziet:
 
is 't droefheid, liefde, die hem drukt,
 
of heeft hem iets verongelukt?
 
Moeder:
 
Zijne eigen' bate en zocht hij nooit,
 
maar eindloos heeft hij goed gestrooid
 
op Kortrijk en Gods wereld heel:
 
hij zocht en vond het beste deel!
 
Kind:
 
o Moeder, waarom weent gij dan,
 
wanneer gij ziet zoo braven man
 
daar staan, die, zegt gij, vroomgezind,
 
het menschdom heeft zoo zeer bemind?
 
Moeder:
 
Bemind, o ja, gediend heeft hij
 
het menschdom, meer als wie dat 't zij;
 
want, zonder hem, o wonder groot,
 
waart gij, en ware uw' Moeder dood!
[pagina 221]
[p. 221]
 
Kind:
 
En weent dan, Moeder, niet, en groet
 
dien man met mij, die, vroom en goed
 
ons 't leven gaf, naast God, weêrom:
 
heet, Moeder, heet hem willekom!
 
Allen:
 
Bazuint alom en roept eenpaar,
 
o Kortrijks volk: De dag is daar,
 
die, lang verbeid,
 
die, lang bereid,
 
eerst Jan Palfyn heeft dank gezeid!
 
o Vlaamsche man, God loont alreê?
 
uw edel hert, dat 't moederwee
 
kwam troosten; dat, de wereld rond,
 
voor wanhoop, hope en liefde vond!
 
 
 
Hij leve, hij die 't leven schank
 
aan duizenden: hij leve lang;
 
in 't beeld alleen niet, dat daar throont,
 
maar daar, waar 't Leven zelv' hem loont!
 
 
 
(Zingenschap Jan Palfyn ter eere)
 
10-5-1889


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken