Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 222]
[p. 222]

Herfstmaand

 
De pikke slaat het kooren af
 
den stam en zet, beneden,
 
den dorren grond vol pennen, vol
 
gebekte uitwendigheden.
 
 
 
De pikke slaat het kooren en
 
het valt in losse hoopen,
 
daar nu en dan nog groenigheid
 
en blommen tusschen loopen.
 
 
 
Daar zingezangt het; staal en steen,
 
ze zijn malkaar aan 't zoeten;
 
en 't bootallaam de pikke zit
 
heur' botheid af te boeten.
 
 
 
De hinnen zijn zoo hoorendoof,
 
't en helpt noch hei- noch huwen;
 
laat kezen nu dat kezen wilt:
 
't en kan geen een ze schuwen.
 
 
 
't Is lastig werk: de zonne bijt,
 
't en wilt geen windtje waaien;
 
en 't zwoegen doet den akkerman
 
zijn zweet in de eerde zaaien.
 
 
 
Bringt lavenisse, o blonde jeugd,
 
in 't zand die zit en spelen;
 
laat staan die blommen: lavenisse,
 
en lescht de dorre kelen!
 
 
 
Den hals omhooge en 't herte blij,
 
wat doet gij mij verheugen,
 
o akkerman, in 't meêgenot,
 
en 't weldoen uwer teugen!
[pagina 223]
[p. 223]
 
De zonne boomt, het droogt dat 't sperkt,
 
waarom gewacht tot morgen?
 
Vandage nog, zoo 't God belieft,
 
den zwaren oest geborgen!
 
 
 
De binders beuren 't kooren op,
 
meêdoogende; en hun' handen
 
omvangen 't, daar 't gevallen lag,
 
en bunselen 't in banden.
 
 
 
De scherpgetande vorke vat
 
de schooven, en de wagen,
 
gepeerd met al dat trekken kan,
 
rijdt weg en weêr de slagen.
 
 
 
De schure is vol, de schelven zijn
 
gedekt; en langs de bane,
 
begroet men al, gelint, gepint,
 
den preuschen strooien hane.
 
 
 
Kerjoel, kerjoel! ‘Voldoeninge’ is 't:
 
gebierd nu op de schooven!
 
Kerjoel, kerjoel! Den derscherdeun
 
gedanst, dat de ooren dooven!
 
1893(?)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken