Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 228]
[p. 228]

[Hebt gij nog geluisterd]

 
Hebt gij nog geluisterd
 
naar den merelaan,
 
's avonds, als het duistert,
 
als de sterren staan?
 
 
 
Op den hoogen sperel,
 
daar hij verre ziet,
 
luide zingt de merel
 
nu zijn avondlied.
 
 
 
Hoort zijn' kele galmen
 
haal en wederhaal:
 
't zijn lijk Davids psalmen
 
't is lijk orgeltaal.
 
 
 
Kout hij met de blâren
 
van den boom, misschien;
 
die, al slapenvaren,
 
hem goên avond biên?
 
 
 
Kijft hij op de winden,
 
die, voorbijgegaan,
 
hem, den blijgezinden
 
vogel, 't zwijgen raên?
 
 
 
Wenkt hij naar een' sterre,
 
die hij ginder ziet
 
blinken, hooge en verre?
 
Ai, 'k en wete 't niet!
 
 
 
Een alleene het wijs is,
 
wat de vogel zingt,
 
weer het luide of lijze is
 
dat zijn' tale klinkt.
[pagina 229]
[p. 229]
 
Hoort zijn' kele galmen
 
haal en wederhaal:
 
't zijn lijk Davids psalmen,
 
't is lijk orgeltaal.
 
 
 
Somtijds, in de kerke,
 
hoore ik stemmen aan,
 
lijk die lieve en sterke
 
van den merelaan.
 
 
 
Als 't, te zeker' stonden,
 
sursum corda klinkt;
 
en 't, uit de orgelmonden,
 
zingt en wederzingt.
 
 
 
Rijzen doet mijn herte
 
naar den hemel, dan;
 
lijde ik pijne en smerte,
 
't leed verlicht ervan.
 
 
 
Al met eens, hij schettert,
 
tiert en tureluit;
 
‘Vier slaat’ hij dat 't spettert:
 
en ... 't is uitgefluit!
 
1880-81(?)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken