Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëzie en proza (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëzie en proza
Afbeelding van Poëzie en prozaToon afbeelding van titelpagina van Poëzie en proza

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

Scans (12.84 MB)

ebook (3.90 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeurs

Piet Couttenier

An De Vos



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëzie en proza

(2002)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

O lieden van te landeaant.

 
O lieden van te lande, vrienden al,
 
die 'k heel mijn leven lang beminnen zal,
 
omdat ik u het leven en
 
zoo menig dingen schuldig ben,
 
die niemand prijst dan hij die weet
 
wat edele giften God den armen landman geeft!
 
o Lieden van te lande, aan u mijn lied
 
en 't herte waar 't uit henenschiet;
 
aan u, die 's winters, als de drijfsnee' gaat,
 
het kind vergeefs voor uwe deur niet zingen laat
 
van 't Kindtje dat, ons allen lief,
 
eens mensch geworden, ons tot God verhief;
 
die zegt: ‘Komt hier
 
bij 't blakend vier!’
 
en dan uw hand uitsteekt,
 
terwijl een edele trane leekt,
 
die, met een aalmoes, in den schoot van 't kind
 
gevallen, u en het maakt welgezind!
 
Aan u mijn lied, die, op Gregorisdag,
 
de zingende hoop kinderen niet voorbij en mag,
 
geheiligd' halve deure en nederig dak,
 
waartoe men nooit vergeefs een bevend hand uitstak;
 
waarvooren, leutig schoolgetier,
 
ge ontvangt de milde vrucht van 't kezend kakeldier,
 
scholieren, en, terwijl gij lustig henengaat,
 
meugt hooren: ‘Tot den naasten jare, als God ons 't leven laat.’
 
Aan u mijn zang, wier hert en al
 
een zang is en een blij geschal
 
van liefden, eer de dag opstaat,
 
tot dat hij 's navens slapen gaat.
 
Aan u mijn lied,
 
verstoot het niet,
 
al is 't een beter dat u 't herte kweelt,
 
't onschuldig herte, waar God zelve op speelt;
 
aan u, mijn broederen in de vlaamsche taal,
 
in de oude en onbedorven vlaamsche zeden altemaal,
 
en, hoort gij mij zoo geren niet
[pagina 71]
[p. 71]
 
als 't altijd schoone Nachtegaal- en 't Leeuwerklied,
 
vraagt dat ik eens - aan God den Heer-
 
eens hemelwaards gerezen, eenen blijden keer,
 
daar blijve en niet meer neêr en daal'
 
om vlaamsch noch om welk andere taal,
 
te weten in dat land waar ik en gij
 
op weg naar zijn! - God groet u! - bidt voor mij!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Gedichten, gezangen en gebeden. Een schetsboek voor Vlaemsche studenten