Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëzie en proza (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëzie en proza
Afbeelding van Poëzie en prozaToon afbeelding van titelpagina van Poëzie en proza

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

Scans (12.84 MB)

ebook (3.90 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeurs

Piet Couttenier

An De Vos



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëzie en proza

(2002)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 309]
[p. 309]

De flieflodderaant.

5Na het lam is het zeker van den flieflodderGa naar voetnoot* dat men te Paaschen spreken 6moet; immers daar is iets zo wonderlijks in het leven en herleven van den 7flieflodder dat hij als met opzet gemaakt schijnt, en van over ouds aangeno-8men is geweest, tot beeld van de onsterfelijkheid en van de verrijzenis die 9ons allen bestemd is. De flieflodder is eerst een ei, een zaad, zou men zeggen, 10van kleente, dat juist daar geleid is waar het, op gestelden dag en ure, moet 11ontkenen en een worm worden. Is dan al drie levens: 1o het leven van 12't ongelegde ei, 2o het leven van het vrijgelaten ei, 3o het leven van den krui-13penden worm, van die worms namelijk, die, voorzien van pooten in groot 14getal, somtijds hair, en dat wonderschoon en zacht, zulke eene vervaarlijke 15schade kunnen veroorzaken aan de jonge groente, waarmeê zij geboren 16worden en waarop zij meestendeels leven. Op gestelden tijd staakt de worm 17zijn gulzig eten, hij vast en hij gaat een ander vierde leven in.

18Hoe wonderlijk is dat toch!

19Pooten, hair, wijde mond, sterke bijters, 't is al weg, uitgedroogd, ver-20gaan, maar 't wezen, 't leven, het lijf bestaat en ligt in eene schelpe, gelij-21kende aan eene Egyptische momie of lijkschrijne.

22Ziet gij die gekokerde puppe daar hangen, aan een draadjen, in eenen 23droogen hoek, uit den wind en de beweginge? Daar hangt de worm in be-24graven, daaruit zal hij, op dag en ure, verrijzen, en van duister, groef, zwaar, 25die fijne subtile flieflodder worden, waarvooren de tale geen liefelijke woor-26den genoeg en heeft om hem te namen.

27Hij is daar: de regenboge heeft hem bedauwd met zijne fijnste verwen; 28hij beweegt en hij wimpelt onbelet, door de lichte lucht, al waar 't een onge-29stadig kindergedacht. En roert hem niet, believe 't u, of gij schendt hem: 30blomme zelve, zoo leeft hij op, en in de blommen, hij geneert hem met den 31asem, den geur en den dauw van de blommen, hij sterft met de blommen:

[pagina 310]
[p. 310]


illustratie
Uitstap in de Waranda


26maar, eer hij gestorven is, is hij weder geboren, en zijn sterfbedde heeft hij, 27eiers leggend, de wiege gemaakt van wezens gelijk hij, die, ontelbaar, met de 28naaste zomer zoelte, krielend zullen voor den dag kruipen.

29En de mensch en zou niet herleven, het wonderwerk van Gods hand!

30Neen! sterven is herboren worden en een beter leven ingaan, op de voet-31schreden diens eerstgeboren, die vandage de dood verdestrueerd heeft, en, 32verrijzend, het leven verbeterd en vermaakt.

33Amen! Hallelu-jah.

34Men vindt dikwijls den flieflodder op christen grafsteden in de oudheid, 35en op vele oudvlaamsche koperzerken, als ge wel wilt toezien, zult gij, tus-36schen de ranken en de bladeren, de onsterfelijke ziele door dat wonder dier-37ken verbeeld vinden.

38De flieflodders op de prente zijn 1, de zwaluwsteert, papilio Machaon; 392, de keizer, Apatura Iris; 3, de geluwe Argus, Hipparchia Megaera; 4, de 40Vanessa Polychloros; 5, de Vanessa Urticae; 6, de roode Admiraal, Vanessa 41Atalante, 7 de Pauwooge, Vanessa Iris.

voetnoot*
't Woord houde ik voor afkomstig van vlieg-vlodder even als jof-frouw van jong-vrouw, en voor nauw verwant met 't latijnsche Papilio, papiliunculus. 't Is wonder hoe dit diertje verschillig is van namen. Zoo bijvoorbeeld, Noordsch: sommerfugl; Duitsch: pfeifholder, fifolter, tagfalter, lichtmotte, schmetterling; Engelsch: butterfly, moth, bij plekken barbowler; Italiaansch: farfalla; 't Vlaamsch zegt: fliefflouder, fifoutere, flieffoutere, beuterschite; Kiliaan geeft ons: vlieghwoutere, vyfwoutere, pepele, botervlieghe, en somer-voghel; te Brugge zegt men: motte; in de kempen flikketeer; al 't Rousselaarsche: uwele, ulege, ugele, uleke; van Poperinghe komt de hellekapelle, en uit Holland het nederige schoenlappertje met den statigen, bij onze vlaamsche schrijvers alleenheerschenden - vlinder.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken