Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen
Afbeelding van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangenToon afbeelding van titelpagina van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.31 MB)

ebook (59.64 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen

(1686)–Hendrik Ghijsen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Den xxxix. Psalm.

 
IK sprak, gelijk ik tot mijn ziel noch seg,
 
Ik wil gaan letten op mijn weg,
 
Op dat ik niet mijn tong misbruik tot sond':
 
Ik zal bewaaren mijnen mond;
 
Des ikse met een breidel zal voorsien,
 
Terwijl de boosen my bespien.
 
 
 
2 Ik was verstomt, door mijn stil-swijgendheid,
 
Ik heb noch goed, noch quaad geseit;
 
Maar ik vernam verswaaring mijner smert,
 
En binnen my wierd heet mijn hert.
 
Een krachtig vuur in mijn gepeins ontstak,
 
Zo dat mijn tong ten laatsten sprak.
 
 
 
3 Maak my doch, Heer, bekent mijn eind, en staat,
 
En welk zy mijner daagen maat,
 
Op dat ik weet te gissen mijn gety,
 
En hoe vergankelijk ik zy.
 
Een hand-breed stelt gy maar mijn daagen, siet,
 
Mijn leeftijd is voor u als niet.
 
 
 
4 Een ieder mensch is immers enk'le waan,
 
En ydelheid, hoe vast sy staan.
[Folio G4v]
[fol. G4v]


illustratie

 
Des menschen wandel is een beeld gelijk;
 
Sy woelen immers ydelijk:
 
Men brengt by een, men raapt het oover al,
 
En weet niet wie 't besitten zal.

Pause

 
5 Als dit nu, Heer, zo werd van my bedacht,
 
Wat goed is 't dat ik dan verwacht?
 
Mijn hoop op u, en niemand anders staat:
 
Van al mijn sonden my ontslaat;
 
Ach maak my, van mijn oovertreeding, vry,
 
Dat ik geen smaad der dwaasen zy.
 
 
 
6 Ik ben verstomt, mijn mond niet op zal gaan,
 
Want gy, o Heer, hebt dit gedaan.
 
Neem uwe plaag, waar onder dat ik leg,
 
Genaadelijk van op my weg.
 
Ik ben besweeken, flaauw, en oovermant,
 
Van 't hard bestrijden uwer hand.
 
 
 
7 Als gy den mensch, met straffingen, kastijd,
 
Die hy om sijne sonden lijd,
 
Zo maaktge sijn bevalligheid mismaakt,
 
Gelijk een mott, eens aangeraakt,
 
Zo smelt' se weg; ja met een woord geseit,
 
Een ieder mensch is ydelheid.
 
 
 
8 Hoor mijn gebed, neem acht op mijn verdriet,
 
Swijg, Heer, tot mijne traanen niet;
 
Want ik ben by u als een vreemdeling,
 
Gelijk het mijne vaaders ging.
 
Verquik mijn ziel, laat af met slaan van my,
 
Eer ik ga heen, en niet meer zy.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken