Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen
Afbeelding van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangenToon afbeelding van titelpagina van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.31 MB)

ebook (59.64 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen

(1686)–Hendrik Ghijsen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Den Cxlj. Psalm.

 
Ik roep u aan, wil Heer, my hooren,
 
Haast u genaadelijk tot my;
 
En als ik roep, zijt dan na-by,
 
Neem in uw gunst, mijn stem ter ooren.
 
 
 
2 Stel mijn gebed, u opgedraagen,
 
Als 't reuk-werk dat ten Heemel gaat;
 
d'Opheffing mijner handen, laat
 
Als 't aavond-offer u behaagen.
 
 
 
3 Behoe de deure mijner lippen,
 
Sett, Heer, een wacht voor mijnen mond,
 
Dat niets, het geen de ziele wond,
 
Daar onvoordachtig uit kom glippen.
 
 
 
4 Neig nooit mijn hert tot quaade saaken,
 
Om god-
[Folio Cc3r]
[fol. Cc3r]


illustratie

 
loos doen ter hand te slaan,
 
Met mans die onrecht werk bestaan;
 
Laat my hun lekkerny niet smaaken.
 
 
 
5 Laat liever een rechtvaardig mensche
 
Mijn feil bestraffen, en my slaan,
 
Sulks neem ik voor een weldaad aan,
 
Dat 's hoofden-ooli, die ik wensche.

Pause.

 
6 Die tuchting zal mijn hoofd niet breeken,
 
Maar is als balsem voor 't gemoed;
 
Ook zal ik, in hun teegenspoed,
 
Noch met gebeeden voor hen smeeken.
 
 
 
7 Ik heb hun richters vry, met vreeden,
 
Ter sijden van den rotz verschoont;
 
En hen hun ongelijk getoont,
 
Door soet', en aangenaame reeden.
 
 
 
8 Maar onse beend'ren: nu gebrooken,
 
Zijn aan den mond des grafs gegooit,
 
Als houd, dat langs den grond verstrooit,
 
Geklooft is, dat men 't op zal stooken.
 
 
 
9 Doch, Heer, ik hou op u mijn oogen;
 
Op u betrouw ik in 't verdriet;
 
O Heer, ontbloot mijn ziele niet
 
Van uw genaad', in meededoogen.
 
 
 
10 Bewaar my voor 't geweld der strikken,
 
Om my gespannen uit-geleit;
 
En voor den val-strik, my bereid
 
Van die slechs onrecht werk beschikken.
 
 
 
11 Dat godloos rot val self
[Folio Cc3v]
[fol. Cc3v]


illustratie

 
in 't gaaren,
 
En netten, die rondom my staan:
 
Wanneer my, het gevaar ontgaan,
 
Gods hoed', en voorsorg zal bewaaren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken