Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zij zingen (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zij zingen
Afbeelding van Zij zingenToon afbeelding van titelpagina van Zij zingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (71.48 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zij zingen

(1928)–Willem Gijssels–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 168]
[p. 168]

De schoone slaapster in het bosch

 
Meisjes en knapen
 
Oel, oel, oel!
 
Welk een angstig voorgevoel
 
Drijft ons op de vlucht?
 
Knapen
 
Oel, oel, oel!
 
Neemt geen acht op dit gerucht;
 
Is 't de boschuil niet die zucht?
 
Meisjes
 
Oel, oel, oel!
 
Wee, de tooverkollen
 
Hollen,
 
Roll en
 
Op ons aan.
 
Gaan we vlug vandaan!
 
 
[pagina 169]
[p. 169]
 
Meisjes en knapen
 
Ze komen.
 
Wee, wee, ons angst
 
Van langst om langst
 
Is groot!
 
Tooverkollen
 
We komen.
 
Neen, neen, ons vangst
 
Van langst om langst
 
Is groot!
 
Meisjes en knapen
 
Oel, oel, oel!
 
Tooverkollen
 
Wie deed ze schrikken?
 
Nu missen ons strikken
 
Hun doel!
 
Allen
 
Oel, oel, oel!
 
Meisjes en knapen
 
Buiten gevaar, buiten gevaar.
 
Komt mee, komt mee,
 
De booze fee is daar!
 
 
[pagina 170]
[p. 170]
 
Knapen
 
Fee van nacht en duister,
 
Die in klem en kluister,
 
Schoonslaapsterken
 
Immer slapend houdt.
 
Meisjes
 
Schoonslaapsterken
 
Eens vol lust en luister
 
Slaapt in 't donker woud.
 
(Ze vluchten).
 
Meisjes en knapen.
 
Woud, somber woud,
 
Gelijk een gevang
 
Van steen en van hout,
 
Hoelang nog, hoelang
 
Verdrukt U de dwang
 
Van nacht en van nood,
 
Van deernis en rlood?
 
Hoelang nog, hoelang
 
Ontwijkt U de drang
 
Naar groei en gezang,
 
Hoelang nog, hoelang?
 
 
[pagina 171]
[p. 171]
 
Knapen
 
Tajo, tajuit!
 
Welk trompgeluid,
 
Welk leven allerwegen!
 
Meisjes en knapen
 
De prins, de prins, de zonneprins!
 
Meisjes
 
Wees welkom, lang verwachte prins!
 
Uw wandel brengt al vreugd-gewins,
 
Uw handel ziel en zegen.
 
Recitatief
 
Hoe trotsch draaft hij het nachtwoud in
 
Met breeden zin gesterkt door min;
 
Zijn purpren mantel dekt zijn paard;
 
Van vlammen vloeit zijn blinkend zwaard;
 
Zijn zieleklank is rein gezang,
 
Ontbindend allen tooverdwang.
 
 
[pagina 172]
[p. 172]
 
De Prins
 
Wil ontwaken lentemaagd,
 
'k Leid U bij der hand;
 
'k Heb de booze fee verjaagd
 
Naar het nevelland.
 
 
 
Ik breng de zegen van de zon,
 
De liefde die den nacht verwon.
 
Gij zijt herboren, zing mij nu na:
 
Harba lori fa, harba, harba, lori fa
 
Harba lori fa, harba lori fa!
 
Schoonslaapsterken
 
'k Ben herboren; 'k volg u na!
 
Diepe droomen vielen dra;
 
't Leven stroomt, ik ga en sta
 
In het Iicht,
 
Het zonnelicht,
 
Licht!
 
Knapen
 
Hei, hei, Schoonslaapsterken is wakker.
 
Zij volgt nu 't allen kant,
 
Den Zonneprins, haar makker,
 
Door gansch het land!
 
 
[pagina 173]
[p. 173]
 
Meisjes en knapen
 
Waar zij verschijnen
 
Zijn het festijnen
 
Voor bruid en bruidegom,
 
Zangen en zoenen
 
Loover-festoenen,
 
Gejuich en klokgebom.
 
Meisjes
 
Dwergjes doorloopen
 
Lustig het land.
 
Zwing, zwang!
 
Gieten hun kruiken
 
Langs elken kant.
 
Zie! de dauw schittert
 
Op elken plant,
 
Zwing, zwang!
 
Als diamant!
 
 
[pagina 174]
[p. 174]
 
Knapen
 
Bronnekens breken,
 
Spartelen luid;
 
Mondekens spreken
 
't Harteken uit;
 
Blommekens kijken,
 
Wenken in 't groen;
 
Brommende bijkens
 
Brengen ze een zoen.
 
Meisjes en knapen
 
Het windje jaagt en draagt alom
 
Den geur uit blad en blom.
 
Recitatief
 
Anemoontjes, lichte kroontjes;
 
Leeljen van dalen, witte koralen;
 
Boschklokjes, blauwe rokjes,
 
Botterblommen, gulden kommen;
 
Viooltjes, azuren vooltjes;
 
Alle bloemen een gansche stoet,
 
Roemen de lente met blijden groet!
 
 
[pagina 175]
[p. 175]
 
Meisjes en knapen
 
Hoe reppen de vleugelen
 
Hun snavels en vleugelen,
 
De lente ten dank.
 
Het kritselt en schettert,
 
Het wispelt en kwettert
 
In allerlei zang.
 
Het koekoekt en kwedelt
 
Het roekoert en vedelt.
 
't Is feest, het is feest!
 
Gekweel en geleuter,
 
Gespeel en gekneuter,
 
Of 't merelt of 't meest!
 
Stemmen der natuur
 
Alleen de go eden koesteren zich in 't heilig vuur,
 
Dat opent frisch het hart voor 't schoone der natuur.
 
 
[pagina 176]
[p. 176]
 
Prins en Schoonslaapsterken
 
Houdt het hart als van een kind,
 
Dat geen wereldwee 't verslindt
 
Op den langen duur.
 
Eene moeder die U mint
 
Voor U nimmer doof of blind,
 
Waar gij immer troost bij vindt,
 
Is zij, de natuur!
 
Slotkoor
 
Waar zij verschijnen
 
Zijn het festijnen.
 
Het groeit en bloeit alom!
 
Lieven wij 't leven,
 
Loven wij 't leven.
 
Gegroet en willekom,
 
Lente
 
O! Lente:
 
Leven, lieven en loven!
 
Gegroet en willekom,
 
Lente,
 
O! Lente.....

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken