Nu moet je eens luisteren...

[p. 16]

Het Dierenfeest

*

Weet je die plek wel, diep in het bos,
waar de bomen begroeid zijn met mos?
Daar hielden de dieren een zomerfeest.
Wel méér dan hònderd zijn er geweest!

Hein, het konijn,
Bert, het hert,
Daan, de haan,
Flip, de kip,
Klaas, de haas,
Jans, de gans,
Arie, de kanarie,
Bram, het lam,
Jaap, het schaap,
Trijn, het zwijn,
Loes, de poes,
Aaf, de raaf,
Kees, de mees,
Sijtje, het geitje,
En Aai, de tamme kraai.
Wel honderd dieren op een rij
Liepen en vlogen en hipten voorbij.

[p. 17]

Ze zaten gezellig bij elkaar,
en loeiden en piepten en snaterden maar.
Hein deed een voordracht en Klaas zong een lied,
Maar Jans zei: gak-gak, want meer kon ze niet.

*

Trijn zei: knorr-knorr, en Aaf: ka-ka,
en Bram die blaatte alles na.
Het weer was zo mooi en de maan scheen zo zacht,
dat niemand meer aan bedtijd dacht.

*

Maar toen ze de torenklok hoorden slaan,
zijn ze allemaal vlug naar huis gegaan.
De maan ging naar bed en het bos werd stil.
Pas op, als je 't niet geloven wil!