Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nu moet je eens luisteren... (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nu moet je eens luisteren...
Afbeelding van Nu moet je eens luisteren...Toon afbeelding van titelpagina van Nu moet je eens luisteren...

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

Scans (48.27 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Reinderhoff



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nu moet je eens luisteren...

(1948)–G. Gilhuis-Smitskamp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Een middag naar de stad



illustratie

TINGELINGELING! TINGELINGELING!

Hè, eindelijk gaat de schoolbel! Emmie zucht er van, zó lang heeft ze op die bel zitten wachten. 't Leek net, alsof het nóóit twaalf uur zou worden.

De juffrouw kijkt Emmie lachend aan. Ze weet wel, waarom Emmie vanmorgen zo graag naar huis wil. Want Emmie heeft het aan de juffrouw en aan iedereen verteld: ‘Ik ga vanmiddag uit, fijn hoor, helemaal alleen met de bus naar de stad!’

Emmie holt hard naar huis. Na het eten doet ze gauw haar Zondagse jurk aan, en ze mag nog haar rode strik in 't haar hebben. Nu gaat ze haar mantel en kaboutermuts klaar leggen, en het nieuwe tasje, en.... o ja, het cadeautje voor Ineke. Want als je naar iemand op visite gaat, moet je ook een cadeautje meebrengen. Ineke krijgt een map vol vlechtmatjes van haar.

Ineke heeft in het grote huis gewoond, dat vlak naast het huis van Emmie staat. Maar nu is Emmie haar vriendinnetje kwijtgeraakt, want Ineke is met haar vader en moeder en haar twee broertjes in de stad gaan wonen.

Dat is erg jammer, ze waren zulke dikke vriendinnen! En een vriendinnetje in de verte, daar heb je niet zo erg veel aan. Maar nu mag Emmie een middag naar de stad, dat is fijn. Nu kan ze het nieuwe huis van Ineke zien.

Blij huppelt Emmie aan moeders arm.

‘Durf je nu heus wel alleen in de bus?’ vraagt moeder.

‘Bèst!’ lacht Emmie. ‘Ik zal heus stil in een hoekje blijven zitten, en mevrouw haalt me toch af!’

Ja, dat is goed afgesproken. Verleden week heeft Ineke's moeder de moeder van Emmie opgebeld, en ze hebben afgesproken dat Emmie

[pagina 23]
[p. 23]

op de bus van half twee gezet zal worden. Dan wordt ze in de stad door Ineke en haar moeder afgehaald.

De bus staat er al. Emmie mag zelf om een kaartje vragen aan de chauffeur, ja, want ze betaalt haar kaartje van haar eigen geld! Toen ze jarig was, heeft ze van haar grote broer een gulden gehad. Die gebruikt ze nu voor reisgeld. Ze krijgt een glimmend kwartje terug, en dat stopt ze weer in haar tasje.

‘Chauffeur,’ vraagt moeder, ‘wilt u alstublieft een beetje op dit meisje letten? Ze moet er in de stad uit, en ze wordt aan de halte afgehaald.’

De chauffeur knikt. ‘'t Komt in orde, mevrouw. Hier zusje, er is nog net een plaatsje bij 't raam.’

Emmie wuift door 't achterraampje van de bus, net zo lang tot ze moeder niet meer ziet.

Dan kijkt ze eens rond in de bus. Hè, wat is het vol, al die mensen moeten zeker naar de stad. Ze kent er niemand van. Naast Emmie zit een oude mevrouw. Ze lacht vriendelijk.

‘Wel zo,’ zegt ze, ‘ga jij zo helemaal alleen op stap?’

‘Ja mevrouw,’ zegt Emmie een beetje verlegen.

‘En waar moet je er uit, zusje?’

Emmie noemt de halte. ‘Kijk,’ zegt de oude mevrouw, ‘daar moet ik zelf ook uitstappen. Dan zal ik je wel even helpen.’

Dat hoeft helemaal niet, denkt Emmie. Maar dat zegt ze natuurlijk niet. Dat zou niet erg beleefd wezen.

Emmie verveelt zich helemaal niet in de bus, want er is aan alle kanten zoveel te zien. En er moeten telkens mensen in- en uitstappen.

't Duurt een hele poos eer ze in de stad zijn.

‘Kom maar,’ zegt de oude mevrouw, ‘hier moeten we er uit.’

De chauffeur kijkt net om, om Emmie te waarschuwen. Hij tilt haar uit de bus. Maar.... waar zijn nu Ineke en haar moeder?

Emmie kijkt alle kanten uit. Maar er is niemand te zien.

‘Je zou toch afgehaald worden?’ vraagt de oude mevrouw.

Emmie knikt hevig. Haar hartje begint zo bang te bonzen. O, als

[pagina 24]
[p. 24]

Ineke's moeder nu eens niet komt? Wat moet ze dan beginnen?

‘'k Zal nog vijf minuten met je blijven wachten,’ zegt de oude mevrouw, ‘maar dan kan ik niet langer. Ik moet naar de trein, zie je.’

Als de vijf minuten om zijn, is er nog niemand verschenen om Emmie te halen. O, wat is dat erg! Moet ze hier nu helemaal alleen blijven staan, in die grote vreemde stad? Haar lipje trilt.

De oude mevrouw pakt haar hand. Ze brengt Emmie naar de melksalon, die vlak bij de bushalte is. ‘Huil maar niet, kleintje,’ troost ze, ‘'t komt heus wel goed.’

De oude mevrouw vertelt alles aan de juffrouw van de melksalon. ‘Weet je niet waar je vriendinnetje woont?’ vraagt ze aan Emmie.

Nee, dat weet Emmie niet. De straat heeft zo'n moeilijke naam. ‘Weet u wat het beste is,’ zegt de oude mevrouw tegen de juffrouw van de melksalon, ‘het zusje moet hier maar blijven wachten tot er weer een bus naar haar dorp terug gaat. Ze heeft toch een retourtje, dan kan ze weer naar huis gaan.’

Ja, dat vindt de juffrouw ook het beste.

‘De bus gaat pas over anderhalf uur,’ zegt ze, ‘kom maar lekker bij de kachel zitten, hoor. En hoe heet je?’

‘Emmie,’ zegt een bevend stemmetje. Ze gaat op het puntje van een stoel zitten, en dikke tranen rollen over haar wangen. O, was ze toch maar weer bij moeder!

De juffrouw krijgt medelijden met haar.

‘Kom,’ zegt ze, ‘huil maar niet. Doe je jasje maar uit, dan krijg je een lekker kopje chocola van me. En ik zal wel opletten of er soms nog iemand komt om je te halen.’

Emmie gaat stil bij de kachel zitten. O, wat voelt ze zich verlaten. ‘Moeder,’ huilt ze zachtjes. Maar moeder hoort haar meisje niet, moeder is ver weg.

Ineens denkt Emmie er aan, dat er toch Eén is, Die haar hoort. Dat is de Here, en Hij hoort en ziet alle mensen en alle kinderen. Hij zorgt voor Emmie, óók nu ze hier helemaal alleen is.

Nu huilt Emmie niet langer. Als de Here voor haar zorgt, dan

[pagina 25]
[p. 25]

komt alles wel weer goed. Dan zal de Here wel maken dat ze weer bij moeder komt.

De tijd gaat erg langzaam en het is erg stil in de melksalon. Gelukkig heeft de juffrouw nog een legpuzzle voor Emmie, een heel moeilijke, met wel honderd stukjes. Ze heeft hem bijna af, als de juffrouw roept: ‘Trek je jasje maar aan, Emmie, straks komt de bus.’

Emmie bedankt de aardige juffrouw, die zo goed voor haar heeft gezorgd, en even later zit ze weer in de bus. Heerlijk, nu gaat ze naar huis!

O, wat kijkt moeder vreemd op als Emmie ineens midden in de kamer staat. En Emmie, die domme meid, moet weer een beetje huilen als ze in moeders armen vliegt. ‘Ik wil nooit meer alleen uit, nóóit meer,’ snikt ze.

Als moeder alles hoort, zegt ze: ‘Kind kind, wat is dat nog goed afgelopen. Daar mogen we de Here wel voor danken.’

Moeder is er van geschrokken. 't Was toch zó goed afgesproken met Ineke's moeder, wat kan er toch gebeurd zijn?

Moeder belt meteen op naar de stad. En aan de andere kant van de telefoon vraagt een verwonderde stem:

‘Emmie? Maar die zou toch Dònderdag pas komen, en vandaag is het Woensdag!’

De moeders hebben elkaar verleden week verkeerd verstaan door de telefoon, of verkeerd begrepen. En daardoor heeft Emmie nu dit akelige avontuur beleefd.



illustratie

Ze mag een hele poos op moeders schoot zitten. ‘Stil maar, wijfje,’ troost moeder, ‘volgende week gaan we sámen naar de stad, hè. Dat is heel wat beter.’

Ja, samen met moeder wil Emmie wel. En met een tevreden zucht leunt ze tegen moeders schouder. Ze is gelukkig weer thuis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken